Reis naar India en Nepal
F. Rochette
Inhoud
1 Een dubbele reis
2 Delhi: oud en nieuw
3 Oost (Gandhi) versus West (Churchill)
4 Kathmandu
5 Lijken van dieren en mensen
6 Over het dak van de wereld
7 Varanasi zien en sterven
8 Openluchtcrematies
9 Kamasutra in steen
10 Taj Mahal: een wereldwonder
11 Jaipur, de Roze stad
12 Slangen bezweren
13 Ratten vereren
1 Een dubbele reis
Miel sloft met zijn winkelkarretje achter zijn Liza aan. Gedwee volgt hij het grillige pad van zijn shoppende vrouw in de Colruyt. Ze zoekt links in het rek naar een pakje boter. In plaats van het voorste te nemen, sleurt ze het hele karton eruit en zoekt een pakje in de achterste doos die nog niet geopend is. Het kan voor Liza niet vers genoeg zijn en uit ervaring weet ze dat de bijna vervallen producten vooraan in het rek worden geduwd. Ze schiet ineens naar rechts met een promotiebonnetje in haar hand. Dan loopt ze weer terug, omdat ze iets vergeten is en draait ze weerom naar de vorige gang. Ze fladdert heen en weer zoals een vlinder van de ene bloem naar de andere volgens een onnavolgbaar spoor.
Miel volgt haar op de voet zodat ze dadelijk de gevangen prooien uit de rekken kan deponeren in de veilige haven van het winkelkarretje. Af en toe probeert Miel zelf een aankoop te forceren door stiekem een pak fondant chocolade of een zak chips in het karretje neer te leggen. Het eerste wat Liza doet als ze terug komt, is dat pak fondant eruit halen en terugleggen in het rek. Als Miel protesteert, zegt ze snibbig: "Die fondant lust ik niet en in den Aldi is die goedkoper. Daar valt niks tegen in te brengen. Dan komt het moeilijke gedeelte van de rondrit. Ze staat bij de parfums, deodorants en speciale zepen.
Miel hangt op zijn karretje en wacht geduldig tot ze klaar is. Ze keurt en keurt de waren tot vervelens toe. Zelfs driemaal heeft ze hetzelfde flesje parfum in haar handen gehad om het dan langzaam en voorzichtig terug te zetten. Ze mompelt tussen haar tanden: "Amaai, zo duur!"
Als Miel zich in de technische snufjes verdiept en de laatste USB sticks inspecteert, vergeet hij al de rest: Liza inbegrepen. Ineens beseft hij dat ze verdwenen is en als logisch denkende man is Miel zo onnozel om de volgende gang te kiezen. Geen Liza te zien. Miel crost dan met zijn karretje door de gangen op zoek naar zijn vrouw. In de tweede gang staat een bevoorradingstruck en wel vier winkelkarretjes in de file. Miel draait zijn kar. In zijn haast snijdt hij de bochten op het eind van de winkelgangen nogal kortaf en botst tegen een tegenligger. Als hij zich wil excuseren ziet hij ineens Paul en Sylvia voor zich staan.
Ze lachen alle drie. "Wat kom jij hier doen", vraagt Miel. Ze zijn een paar jaar geleden samen op reis geweest naar Indonesië. Drie weken lang hebben ze Java, Sulawesi en Bali doorkruist en allerlei vreemde opdrachten uitgevoerd. Als ze hun herinneringen aan het fameuze 'platenkothotel' in Sulawesi boven halen, beleven ze alle drie opnieuw de kick van het echte avontuur.
"Heb je de nieuwe aanbieding van het reisbureau 'Orfeus' al gezien?" vraagt Paul. "Een reis naar Noord India en Nepal, terug onder leiding van Sven, onze vorige reisleider van Indonesië." Natuurlijk had Miel die folder al gezien en herhaaldelijk bekeken. Hij zou zo graag ook die nieuwe reis meemaken. Alleen zit hij deze keer met een huizenhoog probleem: hoe moet hij zijn Liza overtuigen om mee te gaan.
Op de vorige reis was hij na een conflict met zijn Liza als single meegereisd. Dat zit er nu, na hun verzoening, niet meer in. Net op dat moment verschijnt Liza om de hoek met enkele dozen in haar handen op zoek naar haar winkelwagen.
"Waar blijf jij?" vraagt Liza licht geïrriteerd.
"Sorry" zegt Miel, maar ik kwam net Paul en Sylvia tegen. Wij zijn samen nog in Indonesië geweest."
"Ga jij ook mee naar India," vraagt Sylvia aan Liza.
"Als die reis even boeiend wordt als de vorige naar Indonesië dan wordt het weer een geweldig avontuur." "Ik denk het niet, zegt Liza. Ik ben zo geen avontuurlijk type dat de wereld rondreist en zeker niet naar een vuil land vol armoede zoals India."
"Ach, je weet niet wat je gaat missen. Een enorm groot land met de grootste contrasten. Je vindt er inderdaad arme sukkels en bedelaars maar ook superrijke maradjahs met tulbanden en vol juwelen. Ik zou graag eens zo een echte fakir zien. Daar leven nog tijgers en olifanten en in het midden van de stad zie je heilige koeien en apen. Ze hebben nog geweldige kunstschatten in honderden tempels. De vrouwen zijn kleurrijk gekleed en sieren zich met saffieren of robijnen. "
Sylvia geniet al vooraf als ze aan al die nieuwe avonturen denkt die ze gaan beleven. 's Avonds doet Miel een voorzichtige poging om zijn Liza mee op reis te krijgen. Hij legt de reisfolder over India open gevouwen met de prachtige foto van de Tasj Mahal bovenaan.
"Geen zin om een van de mooiste kastelen, een echt wereldwonder, te bezoeken?" vraagt Miel. Hij weet dat Liza aangetrokken wordt door alles wat schittert en blinkt, door rijkdom en luxe. Als extraatje vertelt hij in het kort het ongelooflijke liefdesverhaal van de prins voor zijn geliefde vrouw en het ontstaan van dit marmeren kasteel. Deze keer kijkt Liza niet verveeld de andere kant op zoals ze gewoonlijk doet als haar iets niet interesseert. Miel toont haar nog enkele mooie foto's van prinsessen en maradjahs en enkele kunstwerken.
"Wat denk je ervan?" Vraagt Miel. Voor de eerste keer zegt ze voorzichtig "Misschien is het wel eens de moeite waard". Liza worstelt al lang met de sleur van het dagelijks gedoe van wassen en plassen en het verlangen naar iets boeiends en onbekends. Anderzijds ziet ze zo een zware reis van wel drie weken in een heet tropenland niet zitten. Daarenboven heeft ze een bijna fysieke angst voor alle vuiligheid en viezigheid.
Enkele dagen later komt Liza haar beste vriendin Tina tegen. Die kan niet zwijgen over de grote reis naar Zuid-Afrika die ze gaat maken met haar man. Liza voelt zich een beetje in een hoek gedrumd door haar al te enthousiaste vriendin. Ze wil alleszins niet achterblijven en doet eerst een beetje geheimzinnig zo van:
"Wij gaan ook een grote reis maken. Ja, Miel en ik", zegt ze zo langs haar neus weg. Na een beetje aandringen door Tina flapt ze het er maar uit:
"Wij gaan binnenkort voor drie weken naar India en Nepal."
Liza schrikt van zichzelf. Maar door die bekentenis heeft ze zichzelf eigenlijk vast gezet. Ze kan niet meer terug. Bij haar thuiskomst haalt ze de reisfolder over India en Nepal boven en wordt ze echt nieuwsgierig naar al die vreemde dingen uit een land bijna zo groot als heel Europa. Ze wordt tot haar eigen verbazing licht opgewonden over die avontuurlijke reis. Want dat het geen gewone alledaagse reis zou worden, had Miel haar wel duidelijk gemaakt. Die avond hebben ze samen het inschrijvingsformulier ingevuld.
***
Zes weken later wordt de voorlichtingsvergadering gehouden in een Indisch restaurant in Antwerpen. Sven, de reisleider heeft een zaaltje afgehuurd op een zaterdag voor de hele voormiddag. Zo kan hij ongestoord en rustig alleen met zijn groep vergaderen. Er heerst een knusse sfeer tussen de bijna donkerrode muren versierd met Indiase schilderijen en tekeningen, het flets schemerlicht, de vreemde geuren van kruiden. De sfeervolle sitarmuziek van Ravi Shankar, weeft een golvend web van zinderende, warme klanken die de ruimte vult met een mysterieuze vibe.
De deelnemers sijpelen een voor een binnen en maken vluchtig kennis met elkaar. Miel ziet niet alleen enkele medereizigers van Indonesië terug zoals Paul en Sylvia, die hij nog enkele weken geleden in de Colruyt tegen het lijf was gelopen, maar ook Sander, de boswachter. Het is een blij weerzien en ze voelen zich als jonge kinderen die samen een nieuw spelletje gaan spelen.
De reisleider Sven Evens en zijn assistente Helene nemen plaats aan de kop van de lange, ovale tafel. Sven is een stevig geblokte man met ringbaard. Hij straalt een serene rust en kracht uit. Met enkele tikken tegen zijn glas geeft hij het sein dat de vergadering kan beginnen.
“Allemaal welkom op de voorlichtingsvergadering van jullie reis naar India en Nepal,” begint Sven met een diepe, warme stem die galmt als een klok. Laten we eerst even kennis maken met elkaar. Ik ben Sven Evens, 52 jaar, afkomstig uit Leuven, vroeger bedrijfspsycholoog, gehuwd, vader van drie kinderen en nu woon ik in Wommelgem. Uit mijn hobby’s zoals reizen en mentale spelletjes is mijn nieuwe job gegroeid. Gedurende drie weken ben ik jullie reisleider. Straks, meer daarover. De reisorganisator Orfeus houdt het bij kleine groepen van maximum vijftien deelnemers. Onze reizen bestaan steeds uit twee delen: de klassieke fysieke reis zoals je die ook bij andere organisaties aantreft en een tweede deel die we gemakkelijkheidhalve de innerlijke reis noemen. Dit extraatje maakt onze reizen zo speciaal. Om dit tweede deel succesvol te laten verlopen is het erg belangrijk dat we elkaar beter leren kennen. Daarom stel ik voor dat iedereen zich zichzelf even kort voorstelt. Laten we met de klok mee draaien. Naast mij zit Helene.
Helene gooit met een sierlijke draaibeweging van haar hoofd de lange krullen naar achter. “Ik ben Helene Trappeniers de assistente van de reisleiders en normaal actief op het reisbureau. Ik neem alle praktische en administratieve zaken voor mijn rekening. Jammer genoeg ga ik niet mee op reis, maar ik blijf altijd voor jullie bereikbaar. Mijn telefoonnummer en e-mail vinden jullie vooraan in de reismap en op de website van Orfeus. In de reismap vinden jullie alle praktische adviezen over visa, gezondheidszorgen, geld, telefoon, enz. Vragen daarover zijn steeds welkom. Jullie hebben allemaal een groot naambord voor jullie neus staan. Om elkaar sneller en beter te leren kennen is het praktisch dat jullie in grote hoofdletters jullie naam noteren, kwestie van het visueel geheugen een beetje te ondersteunen.”
Links van haar komen als eerste Miel en zijn Liza aan de beurt. De graatmagere Miel met zijn scherpe vogelkop die nerveus heen en weer wipt op zijn stoel gaat van start. "Ik ben Miel Verstraeten, ambtenaar van beroep in overheidsdienst. Terwijl hij met zijn vingers zijn sikkebaard vastpakt, zegt hij: ”Ik heb al een reis naar Indonesië met deze organisatie achter de rug en die was voor mij een openbaring. Ik heb er enkele goeie vrienden aan over gehouden zoals Paul en Saskia hier links van mij en ook onze boswachter Sander. Op die Indonesiëreis was ik nog alleen, nu gaat Liza, mijn vrouw mee. Ik lees veel over filosofie, religie en kunst. In mijn vrije tijd zit ik vaak in een museum of een kunstgalerie, of thuis met mijn neus in de boeken. Ik verwacht dat deze reis even boeiend wordt als de vorige naar Indonesië."
Miel tikt voorzichtig op de schouder van Liza als teken dat zij nu aan de beurt is. Liza is helemaal niet gewoon om in het openbaar te spreken, of zich zo maar voor een groep voor te stellen. Ze maakt er zich snel vanaf met de korte mededeling:" Ik ben Liza, huisvrouw en ben tweeënveertig jaar. Dit is mijn eerste grote reis". Liza bloost een beetje en voelt zich licht gegeneerd omdat ze zich niet thuis voelt tussen al die ervaren globetrotters die al alle uithoeken van de wereld hebben gezien.
Sylvia ziet de lichte verwarring bij Liza en zegt:"Ach, ik heb ook nog niet veel gereisd hoor. Buiten die grote reis naar Indonesië wordt dit mijn tweede grote reis. Ik werk net zoals mijn man Paul in een grafisch bedrijf. Nieuwe ontwerpen tekenen is mijn ding waar ik de hele dag zoet mee ben. Voor mijn hobby's zit ik samen met Paul in een wandelclub en we maken de mooiste natuurfoto's van bloemen, insecten en paddenstoelen."
"Zoals Sylvia net zei," vult Paul aan, "maken wij grafische ontwerpen en verzorgen wij de vormgeving van producten, affiches, advertenties en omslagen van boeken. Wij zijn heel de dag bezig met lay-out, typografie, kleurgebruik, illustraties en foto's. Of we nu een cover van een album ontwerpen, een website creëren of een advertentie op punt zetten maakt niet uit. Wij zijn gespecialiseerd in het communiceren met beelden. Op basis van de wensen van de klant maken wij conceptontwerpen, die we voorleggen aan grote bedrijven. Naast de hobby's die ik deel met Sylvia ben ik sterk geïnteresseerd in het spirituele in een mensenleven. Ik hoop in India met zijn goeroes, fakirs, tempels en rijkdom aan religieuze tradities wat beter te leren. Op de vorige reis hebben we al zeer interessante oefeningen gekregen die mij veel goed hebben gedaan. Ik ben benieuwd wat het op deze reis gaat worden. Oh ja, Paul Geerts is mijn naam". Paul onderstreept met zijn vinger op het naambord zijn sierlijk neergeschreven naam met een prachtige hoofdletter 'P' die erg veel lijkt op de 'P' van Pieter Paul Rubens.
Dokter Luc spreekt met een duidelijk Hollands accent. "Ik ben als arts verbonden aan een groot Antwerps ziekenhuis. Als nefroloog onderzoek ik de werking van de nieren, en behandel die zo nodig met medicatie of dialyse. Reizen is mijn hobby sinds onze kinderen het huis uit zijn. Ik ben, althans volgens mijn vrouw, bezeten door stamboomonderzoek. Het napluizen van oude documenten van parochiearchieven en internetfora over genealogie en het uitschrijven van mijn familiegeschiedenis geeft mij rust. Wij hebben via 'Foster Parents' een Indisch kind geadopteerd en gaan het tijdens deze reis een kort bezoekje brengen."
Dora, zijn vrouw wriemelt even aan haar armband die schittert onder een van de spotlights boven haar. Ze is een volmaakt afgestofte doktersvrouw die gewoon is om uit te pakken met haar uiterlijk voorkomen. Vooral het geld beheren, blijkt een fascinatie te zijn, want ze is lid van een beleggingsclub. Ze weet precies hoeveel de dollar staat vandaag en hoeveel de Japanse yen wel waard is. Dora haar ogen gaan schuil achter een dikke, zware bril. Ze heeft een strak gesloten mond en een eerder scherpe, vervelende stem. Ze heeft iets stuurs over zich. "Ja, wij hebben zelfs enkele leuke cadeautjes mee voor onze Mahendra, ons 'foster parent child'. Ook ik was voor mijn pensioen verbonden aan het groot ziekenhuis en werkte er jaren als medische secretaresse. Wij zijn lid van de Rotary Club die humanitaire diensten verleent in de stad Antwerpen."
Het contrast tussen de opgetutte Dora en de halve wilde boswachter Sander naast haar kan eigenlijk moeilijk groter zijn. Twee volmaakte tegenpolen. Sander hangt nonchalant op zijn stoel. Met zijn bleke en uitgerafelde jeansbroek, zijn verplooide kraag in zijn nek en zijn volle baard etaleert hij zich als pure natuurmens: Sander de boswachter: “Als je zoals ik al jaren verscholen zit tussen planten, bomen en bossen en biologisch tuiniert om overeind te blijven in dit technologische wereldje, dan word je groen van binnen." zegt Sander een tikkeltje filosofisch. Vroeger zat ik overdag op kantoor met doorgroefde, vuile vingers, zwarte nagelranden en een graspietje tussen mijn tanden. Nu houd ik mij als bioloog bezig met bosbeheer. Ik ben 44 jaar en getrouwd. Mijn vrouw is thuis gebleven, die zorgt voor de kinderen. Ze heeft echte vliegangst en reist niet graag.” Sander spreekt met een langzame, lijzige stem.
Lea met haar kort geknipte haren en haar zware stem is erg kordaat. Ze heeft iets mannelijks over zich en dat komt nog duidelijker naar voren als ze kort afgemeten praat over haar beroep als dierenarts grote huisdieren. Vooral paarden is haar specialiteit. "Ik bewaak de gezondheid van dure raspaarden zoals Arabische volbloeden en springpaarden", zegt ze. "Samen met mijn collega's van Gent soigneren we die paarden zoals echte atleten om ze optimaal gezond te houden en te doen presteren. Om mijn conditie te onderhouden ga ik fitnessen en kajakken."
Theo neemt zijn speciaal brilletje van zijn neus en wrijft met een zijden doekje de glazen proper. Dat is zijn bezinningsmoment vooraleer hij van start gaat als spreker. Dat ritueel brengt hem in zijn focus. "Ik ben Theo en ben werkzaam in de ICT- en high tech-industrie. Ik behoor tot de computernerds en ben daar nog fier op ook. Zo rijk als Bill Gates en Mark Zuckerberg ben ik nog niet en zal ik ook nooit worden. Ik mis de stereotiepe kenmerken van de suffe nerd met zijn slodderbroek en bretellen. Ik ben geen Steve Urkel die met gele bretels zijn broek hoog optrekt en heb geen rode, geruite blouse die is dichtgeknoopt en zoals je kunt horen, spreek ik helemaal niet met een piepstemmetje. Het kraken van codes en het oplossen van moeilijke puzzels en problemen is mijn hobby. Eén keer per jaar reis ik eens met mijn vrouwke Wendy naar een vreemd land om onze batterijen terug op te laden."
Wendy lacht en de pretlichtjes blinken in haar ogen. Ze is licht mollig en erg sexy gekleed. Met haar warme, zachte stem lokt ze mannen naar zich toe en dat komt haar goed van pas in haar parfumwinkel met exclusieve parfums. Geen van beide denkt voorlopig al aan kinderen. Ze genieten onder hun tweetjes tenvolle van het rijke, zorgeloze leven van welgestelde tweeverdieners.
Alex heeft al drie keer onder tafel naar zijn smartphone gekeken want eigenlijk is het voor hem een drukke werkdag. Hij beheert samen met zijn broer een groot meubelbedrijf. Personeelsbeleid en controle op de bestellingen houden hem de hele dag bezig. Alex is een vinnig en nerveus man die rusteloos heen en weer schuift op zijn stoel. Hij heeft samen met zijn vrouw Micheline al heel wat grote reizen gemaakt en kiest meestal voor luxetrips op cruises. "Mijn hobby is gelukkig mijn werk" zegt Alex. "Maar af en toe in het weekend eens lekker gaan eten in de beste restaurants en gaan jagen op zondag in de Ardennen maakt mijn week volledig."
Ook Micheline, de vrouw van Alex, werkt in het meubelbedrijf van haar man. Ze is prachtig gekleed en de sierraden dansen rond haar weelderig lichaam. Alleen, als ze spreekt, lispelt ze een beetje. "Ik verzorg de interne keuken van het bedrijf en houd toezicht op de verkopers en de onderhoudsploegen. Het liefst van al ga ik samen met mijn man en zijn broer naar beurzen en meubelmakers om de nieuwe trends op te volgen. Mijn man en zijn broer controleren de kwaliteit en de prijzen en ik zoek uit of ze de moderne kopers wel zullen lokken. Dure designmeubels, waarvoor je vooral de naam van de ontwerpers betaalt, ga je bij ons niet vinden, maar wel degelijke en toch zeer moderne en mooie meubels. Als we niet op cruise gaan, hebben we de gekke gewoonte om elk jaar een reis te kiezen die we zoeken met - het klinkt een beetje vreemd- met vogelpikpijltjes. Ik mag dan met een pijltje mikken naar een wereldkaart en waar het pijltje belandt, daar gaan we naartoe. Het verrassingseffect is soms groot, maar tot nu toe is dat al altijd goed meegevallen. Dit jaar is het pijltje blijven steken in België. Dat kan niet, zei Alex toen, dan kunnen we even goed thuis blijven. Bij mijn tweede poging prikte het pijltje vlak onder het Himalaya-gebergte in India. Daarom zitten we dus hier."
"Ik ben al zes keer naar India gevlogen, dit wordt mijn zevende reis", begint Dirk. Beroepshalve ben ik fotograaf. " Meer wil de man met een nerdbrilletje op zijn toegeknepen ogen en een flauw snorretje niet kwijt. Hij heeft iets schuchters en teruggetrokken in zijn houding.
Jos en Mieke zijn de laatste aan de ovale tafel die nog aan de beurt zijn. Ze wonen al jaren samen maar hebben nog geen kinderen. Jos is muziekleraar en speelt een beetje zoals Toots Tielemans mondharmonica in een alternatieve band. Een band van ouwe rockers die het vooral gezellig en kleinschalig willen houden om zichzelf en hun publiek te amuseren. "Ik ben gek van gitaar- en sitarmuziek. In India hoop ik enkele live opvoeringen van Indiase muziek te kunnen bijwonen." Samen met Mieke zing ik ook nog in een plaatselijk koor."
Als laatste in de rij komt Mieke aan de beurt. "Zoals jullie wel kunnen horen aan mijn accent kom ik uit de Limburg. Maar sinds ik samen ben met Jos werk ik als verzorgster in een bejaardentehuis in Leuven. Ik zou graag als zelfstandige verpleegster werken in plaats van de onregelmatige shifts te doen in het bejaardenthuis. In onze vrije tijd gaan we zingen in het koor of wandelen we in de bossen. "
Sven staat recht en zegt: "Bedankt allemaal. Als ik nu voor mijn tv zou zitten, zou ik op de replay-knop drukken en snel doorspoelen om ons gezelschap te overlopen. Hier links van mij onze ambtenaar Miel en zijn vrouw Liza, dan de designers Paul en Saskia, onze dokter Luc en zijn assistente Dora. Aan het andere eind van de tafel onze boswachter Sander, de dierenartse Lea, en het duo Theo de informaticus en Wendy de verpleegster. Rechts achteraan onze meubelmakers Alex en Micheline, Dirk de fotograaf en het muzikale duo Jos en Mieke.
Jullie vormen een sterk gevarieerd en interessant gezelschap, ideaal geschikt voor onze reisformule. De meeste mensen die een verre reis naar de tropen maken zijn van nature avontuurlijk aangelegd. Anders blijf je thuis of boek je veertien dagen in een appartement aan de Costa del Sol of in Blankenberge. Avontuur is bij deze reis verzekerd. Wij bezoeken over een goede maand één van de mooiste bestemmingen op deze wereld: Nepal en India. Voor ons moet reizen vooral een confrontatie blijven met het onbekende van het land, het weer, de bevolking, het vreemde eten en ja vooral ook met jezelf. Daarom vullen wij de externe, fysieke reis aan met nog een mentale en spirituele, of als je wil een innerlijke reis. Die tweede reis is even amusant en vooral leerrijk en confronterend. De meesten kijken nogal raar op als ze horen spreken over een 'innerlijke reis' omdat ze zich niet goed kunnen voorstellen wat dat precies is. Ze zijn er vaak ook een beetje bang voor. We worden nu eenmaal niet graag geconfronteerd met onszelf. Maar wees gerust, dat valt allemaal heel goed mee, vraag het maar aan de anciens zoals Miel, Paul, Sylvia en Sander die onze reis naar Indonesië hebben meegemaakt.”
"In de documentatie die jullie al eerder thuis hebben gekregen staat het hele reisschema, de vluchtgegevens, de hotels en vinden jullie dag per dag onze activiteiten. In het land zullen we ons verplaatsen met luxueuze autocars als het kan, maar meestal zijn het twee minibusjes, of we crossen per jeep. Van New Delhi in India vliegen we naar Kathmandu in Nepal en keren we ook per vliegtuig terug. Als er over het reisschema nog vragen zijn, laat het straks maar horen. Helene kan jullie daarbij helpen. Ook alle praktische zaken en adviezen over visa, inentingen, geld hier of ginder omwisselen, kledij, GSM-gebruik, enz. dat regelt Helene straks wel.
Sven haalt uit zijn reistas een juweelkistje dat hij langzaam, bijna plechtig onder de leeslamp, vlak voor hem schuift. Hij opent het kistje en laat een blauwe saffier schitteren onder het licht. “Dit is jullie trofee die je kunt verdienen. Saffier staat bekend als de steen van wijsheid. Het is onze speciale prijs verbonden aan de spirituele reis. Jullie krijgen elk afzonderlijk telkens enkele ongewone spelletjes, allerlei testen en oefeningen waar je vrijwillig kunt aan deelnemen. Kleine ‘to do’ - dingetjes waardoor je geconfronteerd wordt met jezelf. Meestal doen we die oefeningen na het avondmaal bij een lekker drankje.
De anciens uit de groep die al een vorige reis hebben mee gemaakt, krijgen heel wat vragen over die zgn. spirituele reis. Hun enthousiasme en de gekke verhalen van al wat ze daar hebben mee gemaakt stelt hen gerust en doet hen uit kijken naar die nieuwe reis. Over een goeie maand zullen ze elkaar terug kunnen begroeten in de luchthaven van Zaventem.
2 New Delhi
Liza heeft nog nooit gevlogen en Miel heeft zelfs na zijn cursus "Hoe overwin ik vliegangst" de bibber in zijn lijf als hij in het vliegtuig stapt. Gelukkig zitten beide angsthazen naast Theo en Wendy, twee ervaren globetrotters die al tientallen vluchten hebben mee gemaakt. Ze zitten er zo totaal ontspannen en vrolijk bij dat Miel en Liza stilaan ook hun angst even vergeten. Ze praten en lachen zo spontaan alsof ze thuis in hun woonkamer zitten. Liza voelt zich zo opgewonden, nieuwsgierig en vol angstige spanning voor wat komen gaat zoals een klein meisje dat voor het eerst in een van die spectaculaire attracties van een pretpark stapt. Ze is anders wel onder de indruk van de orde en netheid van die grote passagiersruimte in de Jumbo Jet en van de vriendelijkheid van de stewardessen met hun eeuwige glimlach.
Theo die indertijd nog vliegtuigen spotte als hobby kan het als echte techneut niet laten om te laten horen aan zijn reisgezellen hoe goed hij de Boeing 747 wel kent. "Weet je hoeveel zo een Jumbo Jet wel weegt?" vraagt hij.
Niemand heeft daar natuurlijk maar een flauw idee van.
"Toch ongelooflijk dat zo een gevaarte dat leeg en ongeladen 180 ton weegt, zeg maar achttien tientonners zwaar en volgeladen zelfs 412 ton weegt, toch in de lucht kan. De "queen of the skies' is een zeventig meter lang en heeft een vleugelwijdte van vierenzestig meter en is met zijn dubbeldek meer dan negentien meter hoog. Er kunnen meer dan vijfhonderd passagiers in. Hij vliegt op meer dan tienduizend meter hoogte aan een snelheid van meer dan negenhonderd km per uur in één trek van Zaventem naar New Delhi. Dat is acht tot negen uur vliegen om die afstand te overbruggen. En dan zou hij eigenlijk nog net genoeg brandstof hebben om eventueel terug te vliegen naar Brussel want zijn vliegbereik bedraagt 13.450 km. Dat zou theoretisch kunnen, tenminste als hij tijdig zou kunnen landen.
Niet zelden is er zoveel smog op het vliegveld van New Delhi dat de piloot onvoldoende zicht heeft om te landen en moet uitwijken of rondjes vliegen om zijn landingsbeurt af te wachten. Merkwaardig dat New Delhi Indira Gandhi International Airport een van de grootste luchthavens ter wereld die meer dan 40 miljoen passagiers verwerkt per jaar, niet de aller modernste technologie heeft om vliegtuigen feilloos te laten landen bij mist of smogalarm."
Als het signaal 'fasten seatbells' verschijnt, zijn Liza en Miel zo druk bezig met hun gordels dat ze Theo zelfs niet meer horen. Het reuzenvliegtuig met zijn meer dan vierhonderd ton lading begint te daveren en te beven en glijdt rustig naar de startbaan. Ze zijn eindelijk vertrokken.
***
De vlucht naar New Delhi verloopt vlekkeloos en ook bij de landing hebben ze geen problemen. Bij hun aankomst in de reuze terminal komen ze in een hectische mensenmassa terecht van duizenden passagiers die als kippen heen en weer lopen. Het geluid uit de galmende luidsprekers wordt overdonderd door het geschreeuw van kruiers en roepende reisleiders. Niemand begrijpt maar een jota van wat er gezegd wordt. Gelukkig heeft Sven dit circus al meermaals meegemaakt en weet hij precies waar hij moet zijn om de lange wachtrijen te vermijden. Een enveloppe met roepies doet wonderen om vlugger te kunnen aanschuiven voor de controleposten.
Sven deelt langwerpige formulieren uit van de douane. Het zijn erg lange, smalle stroken van een vuilgrijs flutpapier. Die moeten eerst ingevuld worden vooraleer ze de douane kunnen passeren. Sander zet zijn handbagage neer en zoekt haastig naar een bic in zijn vestzakken. Net als hij die gevonden heeft, roept de reisleider: "Allemaal aansluiten, het is ons beurt om aan te schuiven".
Als de groep in al die drukte even halt houdt, probeert Sander de eerste lijn van het formulier in te vullen. Het is opgesteld in het Hindi en het Engels in een zeer klein en dun lettertype 8. De hall is slecht verlicht en hij kan met moeite zien dat er bovenaan zijn naam moet ingevuld worden. Met een bic die maar met horten en stoten schrijven wil, gaat hij half op zijn knie zitten en probeert in de piepkleine vakjes neer te pennen welke goederen hij al of niet bij zich heeft. De hoeveelheid alcohol en de pakken tabak, zelfs de hoeveelheid dollars die hij op zak heeft, willen ze weten. Als consciëntieuze burger probeert hij dat zo correct mogelijk in te vullen. Om zijn geld te tellen is er geen tijd, want Sven komt langs en verzamelt de ingevulde documenten. Zijn formulier is nog maar half afgewerkt. Sven ritst het uit zijn handen, want er is haast bij.
Als Sander protesteert, zegt Sven al lachend:"Maak je maar geen zorgen, dat steekt hier zo nauw niet, als er maar iets op staat is het al goed. Ze kunnen dat toch niet lezen en controleren doen ze het zeker niet."
Ze verzamelen hun reiskoffers en kunnen naar de uitgang op zoek naar de bus die hen naar het Bristol Hotel gaat brengen. Gelukkig moeten ze niet te ver lopen in de zwoele hitte en kunnen ze zich nestelen in de autocar met degelijke airco. Hoog gezeten in de bus hebben ze weinig last van de drukte op de baan en al het lawaai gekruid met diesel- en benzinedampen.
In het hotel is er net voor hen nog een volledige bus met toeristen aangekomen. De inkomhal zit volle drukke kruiers die valiezen heen en weer sleuren en toeristen die zelf met hun koffers zeulen om een goed plekje te vinden voor de balie. Sven verzamelt de reiskoffers op een aparte plek. Hij regelt ook de inschrijvingen en heeft vrij vlug alle kamersleutels bij zich.
Terwijl ze gezellig bij elkaar hun beurt afwachten in de loungezetels, ziet Liza ineens dat er een vreemde man haar reiskoffer pakt en er richting uitgang mee stapt. Ze geeft Miel een por in zijn zij en roept bijna luidop:"Die vent gaat lopen met onze koffer." Miel veert recht en loopt achter de man aan die hij nog net voor de deuropening te pakken heeft. Zonder blikken of blozen, excuseert die zich en doet alsof hij per abuis de verkeerde reiskoffer meeheeft. Waarom hij daar terug mee naar buiten wou in plaats van zeg maar naar de liften en kamers was maar al te verdacht. Hijgend komt Miel terug met zijn koffer en houdt hem stevig vast, net alsof er een tweede dief op de loer zou liggen om het nog eens te proberen.
Achteraf horen ze van Sven dat die truc om een reiskoffer in drukke hotels mee te jatten wel meer voorkomt. Ze zullen hun koffers voortaan bij aankomst in het hotel wel beter in de gaten houden. Ze krijgen tijd om Euro's om te ruilen voor roepies en kunnen zich opfrissen in hun kamer. Eerst nog een paar uurtjes platte rust op het bed en dan volgt nog een korte stadswandeling voor het avondmaal.
Als ze buiten komen zit er op de stoep een kreupele bedelaar. Hij kruipt op handen en voeten heen en weer en trekt soms aan de broekspijp of de rok van de voorbij wandelende toeristen. Met zijn tandeloze mond blikt hij als een trouwe hond met smekende ogen naar boven. In zijn rechterhand houdt hij een tinnen beker om zijn roepies te verzamelen. Zijn been lijkt wel verdraait en staat helemaal scheef. De confrontatie met die arme sukkelaar geeft Liza al direct een behoorlijke schok. Ze zit zoals alle toeristen die India bezoeken al dadelijk met het dilemma: iets geven of onverschillig voorbij lopen.
Er staat in alle brochures om geen geld te geven aan bedelaars. India wil af van het imago van het land van de beroepbedelaars. Elke toerist is natuurlijk vrij om al of niet in te gaan op de smeekbede van een bedelaar. Als Sylvia enkele muntstukken in zijn bekertje deponeert willen Liza en Mieke niet achterblijven. Ze zoeken ijverig naar enkele muntstukken die ze natuurlijk nog niet hebben want ze hebben pas Euro's omgewisseld in biljetten roepies. De omgewisselde roepies zijn bankbiljetten van 50, 100 en 200 met de beeltenis van Gandhi met zijn ziekenhuisbrilletje en dat is natuurlijk een beetje teveel om zo maar weg te geven. Ze kijken dan maar licht gegeneerd de andere kant op en lopen de kreupele man voorbij.
Voor de Indiërs zelf vormen die bedelaars geen probleem. Ze gaan ervan uit dat de blinde bedelaar, of anders zijn voorouders, dat lot zelf verdienden. Als hij in een vorig leven beter geleefd had, had hij nu niet hier gezeten.
"Om iets te begrijpen van New Delhi en van India," zegt Sven, "kan je de twee grote invloeden die het moderne India hebben gevormd niet negeren. Enerzijds de eeuwenoude Indiase tradities en anderzijds de moderne Westerse invloed van de koloniserende Britten. De stad Delhi, opgedeeld in Old Delhi en New Delhi, is hier het mooiste voorbeeld van. Deze stad heeft duidelijk twee gezichten. Bij hun verovering vestigden de Britten hun hoofdstad in Delhi, wat vroeger Shahjahanabad heette. De Britse architect, Sir Edwin Lutyens werd aangesteld om een nieuwe stad te bouwen die ze New Delhi noemde. Het werd en is nog steeds het machtscentrum voor heel India."
In New Delhi vindt men hoge buildings, brede lanen, chique gebouwen van Britse architectuur, grote ambassades, metro's; luxueuze vijfsterrenhotels zoals in een echte metropool. De arme sukkels en fietsriksja's mogen hier niet in. Het is er ook rustiger en minder druk vergeleken met Old Delhi. Het is het politiek centrum van het land want ook de eerste minister en de president wonen hier. Het oude stadsgedeelte, Old Delhi, heeft vele, smalle straatjes en lanen en de gebouwen staan tegen elkaar geplakt. Er wonen nog veel families samen volgens oeroude tradities en er heerst een vriendelijke sfeer. Hier vormen de eeuwenoude Indiase tempels, klederdracht en voedsel nog de ziel van het oude India. Maar ook in het oude stadsgedeelte is de Engelse invloed niet meer weg te denken, want ook hier rijden ze links en de opschriften en reclame zijn niet alleen in het Hindi gesteld, maar ook in het Engels.
Sven verzamelt zijn groep op een rustige plek om een beetje meer uitleg te kunnen geven. "Nu gaan we naar hét symbool van het verzet van de plaatselijke bevolking tegen de heersende Britten, uitgebeeld door de elf standbeelden van Gyarah Murti. We wandelen er te voet naartoe, want die stoet van standbeelden ligt langs een heel drukke baan en stoppen met de bus of auto is daar niet toegelaten."
Dirk, de fotograaf en kindervriend, is met een toektoek aangekomen in het hotel. Hij sluit zich geruisloos aan bij de rest van de groep voor het avondmaal. Omdat het zo een lange en vermoeiende dag is geweest, krijgen ze na de maaltijd geen avondsessie met oefeningen, maar geeft Sven ieder afzonderlijk een gesloten omslag met een briefje erin.
Op de omslag staat in sierlijke letters het zinnetje:"Eerste tip voor de saffier" met een afbeelding van die schitterende blauwe steen aan een halsketting. Miel kan het niet laten en scheurt zijn enveloppe vlug open. Er zit een briefje in met de kurkdroge mededeling: 'co' zijn twee letters van de sleutelzin om het kistje met de saffier te openen." Hij is zo nieuwsgierig dat hij ook de omslag van Liza wil openen. Maar Liza houdt die stevig vast en stopt die in haar handtas. Ze zegt nogal kortaf dat ze die zelf wel zal open maken.
Ook zijn vroegere vrienden uit vorige reis Paul, Sylvia en Sander hebben al hun envelop open gemaakt. Zij hebben blijkbaar enkele andere letters op hun briefje staan. Sander laat zijn briefje zien en zegt luidop zodat iedereen het goed horen kan:"Ik heb de letters 'ji' gekregen". De andere reisgenoten gluren naar het briefje in hun envelop, maar zeggen niets en houden het blijkbaar liever voor zichzelf.
Bij Theo, de nerd en puzzelaar, begint het te kriebelen want hij voelt aan dat al die letters van al de verschillende deelnemers naar de sleutelzin moet leiden. Hij voegt 'co' de letters van Miel, 'ji' die van Sander en van zichzelf 'ed' en van zijn Wendy 'tt' al bij elkaar. Hij beseft dat hij op een of andere manier al de letters van alle andere deelnemers zal moeten vast krijgen, want 'cojiedtt' is een beetje weinig om een zin te maken.
's Anderendaags morgen zitten ze gezellig bij het ontbijt. Sven geeft het dagprogramma aan alle deelnemers. In de voormiddag brengen ze een bezoek aan het rode fort met Chatta Chowk de overdekte bazaar. In de namiddag wandelen ze door het park naar het praalgraf van Gandhi en bezoeken ze nog een bijzondere moskee en de Qutub Minar toren. Sander en Theo werken een plannetje uit om alle codeletters te verzamelen. Ze willen open kaart spelen met iedereen, dwz ze geven allemaal hun codeletters aan elkaar met de afspraak dat wie de zin vindt, die een eerste tip geeft voor de code van het kistje, die ook doorgeeft aan iedereen. Ze hebben bij de meeste succes, behalve bij dokter Luc en zijn vrouw Dora en bij de zonderlinge fotograaf Dirk. Als Theo al de gekregen letters bijeen zet krijgt hij 'cojiedtt' en de nieuwe letters 'edeeelsznBst'. Hij ziet wel dat er één hoofdletter in zit, nl B.
Met die ontbrekende letters van nog drie personen wordt het onbegonnen werk om het op te lossen. Ze zullen eerst de drie achterblijvers, nl. Luc, Dora en Dirk moeten overtuigen om mee te spelen. Sander en Theo schrijven alle gevonden letters bij elkaar op een briefje en geven die aan Luc, Dora en Dirk met het verzoek hun letters erbij te schrijven. Na een beetje aarzeling toont dokter Luc zijn briefje met de letters 'en' erop en ook Dora toont haar briefje met de letters 'er'. Ook Dirk doet alsof hij wil meewerken en schrijft een hoofdletter 'K' op, maar toont zijn gekregen briefje niet.
Zowel Sander als Theo hebben het gevoel dat hij hen wil misleiden. Er is iets vreemds aan die man. Die kijkt altijd zo schichtig en lacht praktisch nooit. Sander en Theo geven hun oogst van verkregen letters 'cojiedttedeeelsznBstenerK' door aan iedereen met het verzoek om er zoveel mogelijk woordcombinaties in te zoeken als maar mogelijk is. Een ideaal puzzelwerkje als ze lang in de bus moeten zitten of moeten wachten
Ze verzamelen voor de indrukwekkende hoofdingang van het Rode Fort aan de Lahore Gate, die zo genoemd is omdat ze naar de Pakistaanse stad Lahore gericht is. Iedereen wil een mooie foto maken van die indrukwekkende poort. Alleen, Dirk de echte fotograaf, is er weer niet bij. Die is op zijn eentje de stad ingetrokken om snoep uit te delen en foto's te nemen van mooie kinderkopjes.
Het Rode Fort van Delhi is een ommuurd paleis en ligt aan de rivier Yamuna. Het is één van de bekendste bezienswaardigheden in Delhi. Het dankt zijn naam aan de hoge muren van rode zandsteen die op sommige plekken wel 33 meter hoog zijn. De muren werden in de zeventiende eeuw, ten tijde van het bewind van India's Mogolkeizer Shah Jahan, gebouwd om indringers buiten te houden. In het fort stond de beroemde Pauwentroon versiert met veel edelstenen zoals robijnen, smaragden, diamanten en parels. Zelfs de opgerichte staart van de twee pauwen op de troon waren bezet met edelstenen zoals saffieren en robijnen. De originele troon werd als oorlogsbuit meegenomen door de Perzische keizer en later vervangen door een ander exemplaar. Nu is er jammer genoeg nog alleen de sokkel te bewonderen en de echte pauwentroon mogen de toeristen erbij fantaseren in hun verbeelding.
De Franse dokter François Bernier, persoonlijke arts van de Mogol, heeft die troon in detail beschreven en een poging gedaan om de waarde van die troon vol edelstenen te schatten. Hij kwam uit op het fenomenaal bedrag van zestig miljoen Engelse ponden. Niet te verwonderen dat al die edelstenen in de loop der geschiedenis allemaal geruisloos zijn verdwenen, eerst door de Perzen en laten door de Britten. Op die troon zat de vorst in vol ornaat even mooi versierd als zijn troon in satijnen en zijden kleren vol goud en een halsketting tot op zijn buik vol juwelen. Van al die glorie van toen schiet niet veel meer over. Men kan in het fort nog de gebouwen bewonderen met bloemdecoraties, dubbele koepels, gedetailleerde gravures en daar blijft het bij.
Eigenlijk valt dit enorme fort van binnen wel tegen. Behalve de bazaar Chatta Chowk waar ze eerst doorheen moeten. Die is eigenlijk wel leuk om te zien, maar de mensen zijn heel opdringerig en de producten zijn echt erg duur. Vroeger was deze overdekte bazaar de verkoopplaats voor exclusieve artikelen zoals zijde en juwelen die alleen aan de adel werd verkocht. Nu staat de bazaar vol met lawaaierige straatverkopers die souvenirs en etenswaren aan de man proberen te brengen. Daarna kunnen ze in dit enorm complex nog badhuizen, tempels, het Indian War Memorial Museum of de tuinen bezoeken. Het voelt erg rommelig en chaotisch aan en de meeste toeristen lopen dan maar een beetje door de tuinen. Het lijkt meer op een ongeordend park, waar her en der een mooi monumentje staat. Maar de pret is er vlug af als men in de zwoele hitte moet duwen en dringen om vooruit te komen omdat het zo ontzettend druk is.
Ze moeten alleszins aan de andere kant van het fort in het zuiden, bij de nog grotere poort Delhi Gate, opnieuw samen komen. Deze poort werd door de keizer gebruikt voor ceremoniële processies. Het is ook de plaats waar de minister-president van India elke 15 augustus de nationale vlag laat hijsen en een toespraak houdt, op de dag dat India onafhankelijk werd van Groot-Brittannië. Elke avond wordt er een licht- en geluidsshow gehouden waarmee de geschiedenis van India en de Mogols wordt uitgebeeld.
Ze verzamelen aan de Delhi poort en weer is Dirk, de fotograaf er niet bij. Sven trekt met zijn groep naar het vooraf gereserveerde Sandburg Shakes Aerocity restaurant. Niet bepaald Indisch, maar wel een meer westers getint restaurant waar men een frisse drank, wat koelte en een eenvoudige lunch, snacks, Italiaans en zelfs Amerikaanse hamburgers kan vinden. Het echt Indisch eten, zullen ze vanavond wel voorgeschoteld krijgen. In de namiddag wandelen ze naar het Praalgraf van Mahatma Gandhi. Het ligt in een groot en open park. Men kan er vrij rond lopen, maar om het monument te betreden moet men eerst de schoenen uitdoen. Op die plek is Gandhi op 31 januari 1948 gecremeerd en werd zijn as begraven. De begrafenisstoet van de grote ziel Mahatma Gandhi was acht kilometer lang. Het sobere monument bestaat uit een zwart marmer vierkant met daarop de tekst 'Hai Ram', wat zoveel betekent als 'Oh God'. Dit waren zijn laatste woorden nadat hij met drie kogels in de borst werd neergeschoten door een radicale hindoe, die het niet kon hebben dat Gandhi durfde opkomen voor de rechten van moslims.
De architect van het monument, Vanu G. Bhūta, heeft zelfs de laatste voetstappen die Gandhi aflegde vooraleer hij vermoord werd, afgebeeld in beton. Een roodachtige eeuwige vlam staat symbool voor zijn blijvende inspirerende invloed. Het eenvoudig monument ligt te midden van strakke groene gazons. Het geheel geeft een sobere, eenvoudige en serene indruk en vormt zo een weergave van het echte leven van Gandhi. Het zogenaamde praalgraf van Gandhi heeft dus helemaal geen pracht en praal te bieden. Neen, integendeel het is zo simpel dat het door zijn eenvoud de bezoekers even stiller maakt van binnen.
Het monument is een bedevaartsoord geworden voor de aanhangers van de vredelievende Gandhi. Hij wordt nog steeds als een geestelijk vader van India beschouwd. Velen aanbidden nog altijd de persoon Gandhi als de vastberaden bezieler van het geweldloos verzet tegen discriminatie en de Britse overheersing. Hij blijft een van de meest gerespecteerde leiders niet alleen in India, maar ook wereldwijd. Zelfs de moderne groten der aarde zoals Obama en Queen Elizabeth bezochten de plek om hun respect te tonen.
Na een lekker avondmaal, komen ze goedgemutst samen voor de avondsessie in een conferentiezaal van het hotel. Ze kunnen kiezen uit enkele speciale Indiase drankjes zoals Aam panna gemaakt van rauwe mango's, allerlei fruitsapjes, suikerrietsap en zelfs een glaasje bier of een cava. Terwijl ze gezellig tateren en kletsen zet Sven zich recht en schakelt een beamer in. Hij projecteert de foto's van Gandhi en Churchill, naast elkaar op het scherm en zegt: "Hier zien jullie Gandhi, het icoon voor de Indiërs, en Winston Churchill, een icoon voor het Westen. De verhalen rond beide iconen zijn uitgegroeid tot een meme".
Als hij de lichte verwarring en vragende blikken ziet, voegt hij er direct aan toe. "Een 'meme' wordt ook een besmettelijke informatiepatroon genoemd in de samenleving dat zich verspreidt via de menselijke hersenen en sociale netwerken. Het is een zichzelf vermeerderende eenheid van de culturele evolutie, net zoal een gen de eenheid is van de biologische evolutie. Memes zijn meestal clichés. We gaan de ideeën die we hebben rond deze twee iconen samen analyseren om ze terug te brengen tot hun feitelijke werkelijkheid.
Jullie krijgen allemaal een beschrijving van beide figuren. Na het lezen van het portret geven jullie een waardering van 1 tot 10 voor die persoon. Eén is weinig belangrijk voor de samenleving en 10 is uiterst belangrijk. Wat ze niet weten is dat Sven van beide figuren een dubbelportret heeft gemaakt: eentje met al de positieve kwaliteiten en eentje met al de negatieve kenmerken. De groep wordt in twee gedeeld. De ene helft krijgt een A portret van Churchill en de andere helft krijgt een B portret van Gandhi. Ze krijgen rustig de tijd om hun eerste beschrijving van Churchill of Gandhi te lezen en te beoordelen. Als ze klaar zijn met hun eerste portret krijgt de ene helft nu een B portret en de andere helft een A portret met dezelfde vraag om het te beoordelen.
Winston Churchill (portret A)
1874 -1965
Het cliché
De grootste Brit aller tijden afgebeeld met hoge bolhoed, dikke sigaar en het fameuze V-teken. De staatsman die Hitler overwon met 'bloed, zweet en tranen'. De bezielende spreker en veelschrijver die de Nobelprijs voor literatuur won.
Het cliché 'Churchill' dat vooral bij de Britten leeft, toont hoofdzakelijk de schitterende voorkant van deze uitzonderlijke persoonlijkheid. Er werden letterlijk al meer dan duizend biografieën geschreven over deze kleurrijke figuur. Maar Churchill was zo’n buitenmaatse figuur dat veel biografen niet verder komen dan een lofzang over de man. Laten we eerst even de blinkende medaillekant van nader bekijken; daarna besteden we wat meer aandacht aan de donkere achterkant.
1 Churchill de grootste staatsman van de 20ste eeuw (althans voor de Britten). Het best blijft hij bekend als conservatieve, liberale politicus die het tot Minister van Binnenlandse zaken, Minister van de Marine, Financiën en van de Oorlog bracht. Hij werd wereldberoemd als de Britse oorlogspremier tijdens de Tweede Wereldoorlog die de strijd aanging tegen het nazirijk van Hitler. Hij leidde zijn volk door de 'darkest hours' en werd zonder meer een historische personages met een krachtige symboolfunctie. Zijn levensverhaal is uitgegroeid tot een legende met universele aantrekkingskracht. In 2002 werd hij uit de honderd belangrijkste Britten aller tijden verkozen tot grootste Brit in een door de BBC georganiseerde televisieprogramma.
2 Churchill de grote oorlogsheld. De rosharige, jonge Winston was al een vechtersbaas in zijn jonge jaren. Hij koos voor een militaire loopbaan en bracht het zelfs tot kolonel. Als officier was hij al erg ambitieus. Hij wilde grootse dingen doen en liever vandaag dan morgen. Die houding irriteerde zijn collega's. Hij was te ongeduldig en had lak aan de gebruikelijke gewoonten en toonde weinig respect voor de militaire hiërarchie. Zijn superieuren mochten hem niet. Ze vonden de jonge luitenant te voortvarend, brutaal en eigenwijs. En hij had altijd wel een mening die hij zo nodig aan iedereen moest verkondigen. Hij vocht in vijf oorlogen en was journalist en oorlogscorrespondent van de Boerenoorlog in Zuid Afrika. Hij ontsnapte zowat twintig keer nipt aan de dood. Volgens zijn biograaf Roberts was hij verzot op wapentuig en volgde alle technologische ontwikkelingen op dat gebied op de voet. Hij ging in de fabrieken én op het slagveld met eigen ogen kijken hoe die dingen werkten en hoe efficiënt ze waren. Geen minister of generaal kon hem hierover iets wijsmaken.
Hij leerde ook al vroeg zelf vliegen en besefte meteen het belang van die wonderlijke nieuwe toestellen voor de oorlogsvoering. Hij lag aan de basis van de oprichting van de RAF, de Britse luchtmacht. Ook bij de ontwikkeling van de militaire tank en bij de oprichting van de inlichtingendiensten was hij betrokken. In de jaren dertig zag hij al het Duitse oorlogsgevaar en keerde zich fel tegen de verzoeningspolitiek van Chamberlain, die dacht zaakjes te kunnen doen met de Führer. Als premier van 1940 tot 1945 slaagde Churchill erin om de Britse oorlogsinspanning op peil te krijgen en de Verenigde Staten daarbij tot steun te bewegen. Hij heeft daarmee een beslissende rol gespeeld in de overwinning van de geallieerde troepen.
3 Churchill de succesvolle schrijver. Churchill was een broodschrijver, niet alleen omdat hij niet over een eigen vermogen beschikte, maar ook omdat aan het begin van de 20ste eeuw leden van het Lagerhuis geen bezoldiging kregen. Later gebruikte hij stenografen om zijn gedicteerde monologen vast te leggen, die hij vervolgens corrigeerde. In de jaren dertig had hij een klein schrijffabriekje in Chartwell met secretaresses en onderzoeksassistenten, allen ingeschakeld om de schrijfproductie op peil te houden, niet alleen van boeken, maar ook van talloze artikelen in kranten en tijdschriften. Hij had uiteindelijk 38 titels, verdeeld over 59 boeken op zijn naam staan. In 1953 ontving hij de Nobelprijs voor Literatuur voor zijn geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog.
4 Churchill de grote redenaar. Churchill was een taalvirtuoos en een begenadigd redenaar. Hij bewerkte en schaafde in stilte met veel ijver aan zijn schrijf- en spreekstijl. Hoewel zijn stem niet bepaald welluidend was en hij een licht spraakgebrek had overwon hij deze handicaps door oefeningen en studie. Aan zijn eerste speech voor het lager Huis heeft hij zes weken gewerkt. Hij werkte voortdurend aan zijn redevoeringen, schaafde en vijlde aan de tekst en leerde die uit het hoofd. Later veranderde hij die methode en maakte hij gestructureerde samenvattingen op spiekbriefjes.
Met zijn onvergetelijke speeches ondersteunde hij niet alleen het moreel van de troepen en de bevolking, maar kreeg hij ook het parlement keer op keer op zijn hand. Ook toen hij tijdens de oorlog maand na maand verslag moest uitbrengen over de ontgoochelingen, mislukkingen, nederlagen en wanhoop. Met zijn diepe rauwe stem was hij een bezielend spreker die vooral tijdens de oorlog zijn landgenoten moed kon inspreken om de harde oorlogstijd te doorstaan. Churchills toespraken waren een inspiratie voor het Britse volk. Bij zijn publieke optreden toonde hij twijfel noch zwakte. Enkele citaten uit zijn toespraken blijven voor eeuwig gegrift in ons geheugen: "I have nothing to offer but blood, toil, tears and sweat" (Ik heb niets anders te bieden dan bloed, hard werk, tranen en zweet)"
Kort voor de Slag om Engeland sprak Churchill deze legendarische woorden tot het Britse volk: "We shall defend our island, whatever the cost may be, we shall fight on the beaches, we shall fight on the landing grounds, we shall fight in the fields and in the streets, we shall fight in the hills; we shall never surrender. (We zullen ons eiland verdedigen, wat het ook zal kosten, we zullen vechten op de stranden, we zullen vechten op de landingsplaatsen, we zullen vechten in de velden en op de straten, we zullen vechten in de heuvels. We zullen ons nooit overgeven."
Winston Churchill (Portret B)
Het cliché
De grootste Brit aller tijden afgebeeld met hoge bolhoed, dikke sigaar en het fameuze V-teken. De staatsman die Hitler overwon met 'bloed, zweet en tranen'. De bezielende spreker en veelschrijver die de Nobelprijs voor literatuur won.
Winston Churchill is meer dan negentig jaar geworden. Zijn rijk gevuld leven verliep erg tumultueus. Hij is verschillende keren aan de dood ontsnapt en overleefde diverse speren, kogels en granaten, maar ook een val van negen meter en een huisbrand. Hij is bijna verdronken in een Zwitsers meer en heeft twee vliegtuig- en drie auto-ongelukken gehad. Ook overleefde hij een zware longontsteking en twee beroertes. In New York werd hij aangereden door een auto omdat hij als Brit de verkeerde kant opkeek nadat hij uit een taxi was gestapt en de straat overstak.
1 Churchill was een harde stakingbreker. Hij stuurde tweeduizend agenten om de mijnstaking van Tonypandy, een mijndorp in Zuid-Wales, te breken. Een jaar later liet hij toe dat het leger op stakers vuurde in Liverpool. Als minister van oorlog stuurde hij in Glasgow een 10.000 sterke troepenmacht en zes tanks om de stad te bezetten en zo de stakingsgolf te breken. Zijn strijd tegen de "rode afgrond" zoals hij het socialisme en communisme noemde, werd gevoerd onder het devies:"Drijf de ratten terug in hun holen".
2 Churchill de nietsontziende koloniaal. In zijn legerperiode vocht de jonge Winston al mee met een strafexpeditie bestaande uit brigade cavalerie met infanterie en Bengaalse lanciers in India. Het waren professionele vechtmachines die opstanden van primitief bewapende stammen in de kiem moesten smoren. In 1943 lieten de Britten de Bengaalse rijst in beslag nemen en brachten die over naar Engeland. Toen er daarna hongersnood uitbrak boden Canada en de VS voedselhulp aan, maar Churchill weigerde hiervoor een toelating te geven. Die hongersnood lag volgens hem aan de Indiërs zelf. Het was hun eigen fout, want zei hij: "Ze kweken als konijnen".
In het Brits protectoraat Kenia werden 150.000 Afrikanen gedeporteerd om plaats te maken voor blanke boeren. Obama liet tijdens zijn ambtsperiode de buste van Churchill uit de 'Oval Office' verwijderen die Bush er als inspiratiebron had neer gezet. Obama zijn Keniaanse grootvader was in de Britse goelags nog gefolterd.
3 Voorstander van chemische wapens. "Ik ben voorstander van het gebruik van chemische wapens tegen onbeschaafde stammen." zei hij als minister van Oorlog in 1919. Hij wou zelfs experimenteren op Koerden en opstandige Arabieren in Irak. Traangas vond hij OK. Tegen het einde van de oorlog liet hij zelfs de strategisch weinig belangrijke steden zoals Hamburg en Dresden met brandbommen platbombarderen.
4 Rassenideoloog en racist. Voor Churchill waren de inheemse bevolkingen in Azië en Afrika wilden, die zich als kleine kinderen moesten schikken naar de Kroon. "Ik haat Indiërs" zei hij. "Het is een beestachtig volk met een beestachtige religie". Hij had ook geen hoge pet op van Mahatma Gandhi. Hij vond dat Mahatma Gandhi"een opruiend advocaatje was, verkleed als fakir". Bij een andere gelegenheid zei hij over Gandhi:" Dat hij beter vertrappeld zou worden door een olifant". Het blanke ras was volgens hem superieur. Hij vond dat de Indianen in Amerika en de zwarte in Australië terecht vervangen werden door een sterker ras, een ras van hoge graad, een wereldwijd ras. Volgens hem stak het Britse ras boven alles uit en dat moest zo blijven.
Als minister van Binnenlandse zaken, vroeg hij in 1910 om 100.000 geestelijke gedegenereerde Britten te laten steriliseren en duizenden in werkkampen onder te brengen om de zuiverheid van het Britse ras te versterken. Volgens John Charmley de auteur van Churchill: 'The End of Glory', geloofde hij in raciale hiërarchie en in de eugenetica. Hij zette de Christelijke protestanten aan de top boven de katholieken, dan volgden de Indiërs die hij hoger schatte dan de Afrikanen. Hij zag de Britten als de winnaars in een sociale Darwiaanse hiërarchie.
5 Churchill leed zijn hele leven aan lange perioden van depressies die hij zijn "Black Dogs" noemde. Tijdens zijn 'Black dogs' was hij ongenietbaar en zonderde hij zich af. Hij was zelfs in het dagelijks leven wel zo een uitputtend gezelschap dat zelfs zijn vrouw Clementine, op gezette tijden vakantie moest nemen om even verlost te zijn van zijn al te drukke bedoeningen.
6 Churchill was een licht ontvlambare, emotionele politicus met een bourgondische levensstijl. Winston was ad rem en kon zeer cholerisch reageren, zelfs tegen zijn generaals. Hij rookte per jaar ongeveer 4000 dubbele corona's. Bij zijn dood had hij er ongeveer 250.000 opgerookt. Daarenboven was hij een stevige drinker en hield het om zijn gezondheid te onderhouden zoals hij zelf zei bij: "No sports!"
7 De lange lijst mislukkingen, fatale vergissingen en foute overtuigingen. Volgens zijn biograaf Roberts zette Churchill in 1914 ongetrainde manschappen in bij de verdediging van Antwerpen. Gallipoli, het tweede front dat hij in 1915 in Turkije opende, was een debacle dat meer dan 50.000 soldaten het leven kostte. In de Tweede Wereldoorlog schatte hij de vechtlust van de Japanners compleet verkeerd in, en ook een campagne in Noorwegen draaide uit op een fiasco.
8 Churchill verzette zich lang tegen stemrecht voor vrouwen. Niettemin vervulde zijn rustige en vastberaden vrouw Clementine, een sleutelrol in het succes van Churchill. Ze compenseerde zijn tekortkomingen, temperde zijn uitersten en voorkwam dat hij talloze fouten maakte. Ze was zijn opperste gezag en geweten, en ze bracht hem dichter bij het volk dan hij zonder haar was gekomen.
Hoe die ambiguïteit in zijn persoonlijkheid zijn visie kleurde, komt mooi tot uiting in zijn houding t.o.v. de Islam. Enerzijds bewonderde Churchill de Arabische pasja's. Als minister van Koloniale Zaken voer hij blind op de adviezen van de arabiste Gertrude Bell en de schrijver, militair en gezant T.E. Lawrence, beter bekend als Lawrence of Arabia. Beroemd is de foto waar hij samen met Gertrud Bell en Lawrence of Arabia als Arabier verkleed, poseert op een kameel. Churchill was zo onder de indruk van de islam dat zijn familie vreesde dat hij zich ertoe zou bekeren. Dat blijkt uit geopenbaarde brieven uit het Churchill-archief in Cambridge. 'Alsjeblieft, bekeer je niet tot de islam,' schreef zijn schoonzus Gwendoline Bertie in 1907.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zamelde premier Churchill, genoeg geld in om een grote moskee bij Regent's Park te bouwen. Uit deze vaststellingen zou men kunnen concluderen dat Churchill een vriend was van de moslims, maar schijn bedriegt. Hij was eveneens ongenadig hard voor de moslimwereld. In 1899 schreef hij: "Hoe vreselijk zijn de vervloekingen die de religie van Mohammed haar volgelingen oplegt! Naast deze fanatieke waanzin die in de mens net zo gevaarlijk is als hondsdolheid in een hond, is er de vreselijke fatalistische apathie. De effecten zijn in vele landen duidelijk zichtbaar. Onverschilligheid in gewoonten, inefficiënte landbouwmethoden, trage economie en onzekerheid m.b.t. eigendomsrechten bestaan daar waar de volgelingen van de profeet het leven regeren."
"Omdat volgens de mohammedaanse wet elke vrouw, kind of concubine als absoluut eigendom van de man wordt beschouwd, zal de uiteindelijke afschaffing van de slavernij vertraagd worden totdat het geloof van de islam niet langer een grote controle over de mensen heeft."
"Individuele moslims kunnen dan wel over geweldige kwaliteiten beschikken, maar de invloed van de religie verlamt de maatschappelijke ontwikkeling van diegenen die deze religie volgen. Er bestaat onder de mensheid geen grotere achterwaarts gerichte kracht. Verre van ten dode opgeschreven is het mohammedanisme een militant en missionerend geloof."
Het cliché
De grootste Indiër die zijn landgenoten via geweldloos verzet verloste van het Britse imperiale bewind en het land naar de onafhankelijkheid voerde. Een taaie, magere man met ziekenhuisbrilletje die door hongerstakingen, gevangenschap en na de moordaanslag de status van nationale held en martelaar verwierf.
Gandhi is opgegroeid als zoon van de minister-president van de provincie Porbandar in een streng gelovig gezin waar strikt vegetarisch werd gegeten. Zijn vrome moeder leefde volgens het Vaishnava-hindoeïsme en het dorp was sterk beïnvloed door het jaïnisme. Als kind groeide hij op met het principe ahimsa, dit betekent geen pijn doen aan alle wezens. Er werd in het gezin zelfs geen insect gedood. Nochtans begon de jonge Gandhi in het geniep af en toe geitenvlees te eten zonder dat zijn ouders dat wisten. De reden? Hij wou net zo sterk worden als de Britten, die in die tijd over vrijwel geheel India heersten. Hij dacht: hoe zouden wij nu de Britten kunnen verdrijven als wij lichamelijk zoveel zwakker zijn. Omdat hij niet gewoon was om vlees te eten werd hij er zelfs ziek van en is er mee gestopt. Het naar onze normen soms vreemde gedrag van Gandhi kan men beter begrijpen als men rekening houdt met de elementen van zijn leer die zijn leven beheersten zoals bramacharya (kuisheid), ahimsa (geweldloosheid) en satyagraha (vasthouden aan de waarheid). Hoewel hij tegenstander was van de apartheid in Zuid-Afrika had hij toch een racistische mentaliteit tegen inlandse zwarten. Hoewel hij tegen het kastensyteem in India was en tegen de ongelijkheid tussen man en vrouw was, deed hij weinig voor de Dalits en was hij een echte vrouwenhater. Gandhi was een complexe figuur en zeker geen politicus in de gewone zin van het woord maar eerder een vaderfiguur met het hoogste morele gezag en een onvermoeibare activist voor de Indiase onafhankelijkheid.
1 Vrouwenhater
Gandhi werd al op dertienjarige leeftijd uitgehuwelijkt aan Kasturba Makharji. Hij zou zich later uitspreken tegen de kinderhuwelijken. Hoewel in filmen en boeken over Gandhi hun huwelijk nogal rooskleurig werd voorgesteld, was dat in werkelijkheid niet zo. Zijn ongeletterde vrouw is hem wel altijd blijven steunen ook in de moeilijkste periodes van gevangenschap en vastenkuren. Ze hebben vier kinderen op de wereld gezet. Ondanks haar trouw en toewijding had hij volgens huidige Westerse normen weinig respect voor haar. Hij vond dat zijn ongeletterde vrouw op een zachtaardige koe leek die nauwelijks iets zei. "I simply cannot bear to look at Ba’s face. The expression is often like that on the face of a meek cow and gives one the feeling as a cow occasionally does, that in her own dumb manner she is saying something." Dat Gandhi soms enge en erg bekrompen ideeën had die hij dwangmatig volgde, kwam dramatisch tot uiting bij de dood van zijn vrouw. Toen Ba in Britse gevangenschap een ernstige longontsteking kreeg, verbood Gandhi de gevangenisarts om haar te behandelen. Volgens hem moest ze herstellen met 'natuurlijke' geneeswijzen want haar ziekte was het gevolg van haar spirituele onvolkomenheid. Toen haar toestand kritiek werd, wilden de Britten met een speciaal geprepareerde antibiotica-cocktail haar leven redden. Maar Gandhi weigerde die behandeling omdat ze met een injectienaald moest worden ingebracht. Ba stierf letterlijk en figuurlijk in zijn liefdevolle omklemming. Ze werd gecremeerd in een sari die hij zelf voor haar gesponnen had.
In de periode dat Gandhi in Zuid-Afrika verbleef liet hij twee van zijn vrouwelijke volgelingen hun haar kort knippen om hun sexappeal te verminderen. Zo wou hij beletten dat ze nog seksueel geïntimideerd zouden worden door een jonge man die al te veel belangstelling had voor het tweetal. Toen hij zijn Joods-Russische secretaresse in Zuid-Afrika op een vroege ochtend al rokend op de tafelrand betrapte sloeg hij haar en gooide de sigaret weg. Zij barstte in tranen uit en beloofde nooit meer te roken. Zoals ze nadien beweerde, zag ze de liefde in zijn agressieve daad. Ze nam later zelfs een leidende rol op zich toen Gandhi in de gevangenis zat. Om zijn kuisheid te testen dwong hij jonge meisjes om met hem te slapen. Hij sliep dan naakt naast deze meisjes zonder ze aan te raken en zorgde ervoor dat hij niet opgewonden raakte. Hij gebruikte deze meisjes als de ultieme test om zichzelf te begeleiden naar een celibatair leven.
2 Controlefreak
Door zijn streng, religieuze opvoeding werd Gandhi een echte controlefreak. Met een ijzeren discipline gaf hij zijn leven vorm. Zo trachtte hij met strenge levensvoorschriften zijn spijsvertering te beheersen. Hij at alleen puur vegetarisch en erg sobere maaltijden. Eten diende volgens hem niet om van te genieten maar gewoon om zich te voeden en vooral om een degelijke stoelgang te produceren. Gandhi was dwangmatig bezig met zijn lichaamsfuncties en hield in gedachten een nauwkeurige boekhouding bij van zijn dagelijkse lusten en lasten, waaronder zijn seksuele activiteiten, zijn voeding, zijn tijdsbesteding en bovenal zijn ontlasting. Elke ochtend stond hij om drie uur op, las de Bhagavad Gita en diende zichzelf vervolgens een zout-waterklisma toe, want 'dat hield de geest helder'. De gecontroleerde stoelgang was zijn hele leven lang een hoofdprioriteit.
Hij eiste dit ook van de nieuwelingen in zijn ashram en gaf hen hoogstpersoonlijk hun eerste darmspoeling. Hij dreef het zelfs zover dat hij gewone vergaderingen onderbrak om een uiteenzetting te geven over het nut van vezelrijke voeding, klisma’s en een stipte stoelgang. Tijdens zijn fameuze voettochten op het platteland liet hij zijn draagbaar toilet meedragen op de schouders van zijn volgelingen. Het hoog boven de massa verheven persoonlijke toilet werd het symbool van de volkomen beheersing van zijn sluitspieren. Dat hij volgens Amerikaanse kranten zijn eigen urine dronk om zijn immuniteit te stimuleren is 'fake news', althans volgens zijn kleinzoon die zijn grootvader nog goed gekend heeft.
Een belangrijk middel voor Gandhi om controle te krijgen over zijn omgeving waren zijn vastenkuren. Heel zijn omgeving leed onder zijn verstervingsdrift en hongerstakingen. Hij gebruikte zijn vastenkuren als een ultiem wapen zowel tegen de Britse koloniale gezagsdragers, tegen zijn afgedwaalde volgelingen of tegen zijn hoogsteigen familieleden.
3 Autoritaire vader
Gandhi was zo autoritair ten opzichte van zijn eigen kinderen dat zijn oudste zoon Harilal van miserie wegvluchtte en zijn heil zocht in de drank. Hij stuurde zijn zoon voortdurend brieven en deinsde er niet voor terug om hem emotioneel te chanteren. Hij verbood hem om in Engeland te gaan studeren, iets wat hij vroeger zelf wel had gedaan. Ook zijn tweede zoon Manilal moest het ontgelden. Toen hij te weten kwam dat Manilal een verhouding had met een getrouwde vrouw, ging hij uit pure woede in hongerstaking tot de vrouw haar hoofd kaalschoor en bekende dat zij de jongeman had verleid.
4 Racist
Gandhi heeft meer dan twintig jaar gewerkt als advocaat in Zuid Afrika. Daar vocht hij vooral een juridische strijd tegen de blanken voor de rechten van Indiërs en alleen voor de Indiërs en niet voor die van Zuid Afrikaanse zwarten die nochtans ook geen politieke rechten hadden en zich even goed Britse onderdanen konden noemen. Voor Gandhi waren zwarte Zuid-Afrikanen nauwelijks menselijk. Hij geloofde in de Arische broederschap tussen blanken en Indiërs. Maar over de zwarten sprak hij met de denigrerende en kwetsende Zuid-Afrikaanse term 'kaffers'. Hoewel hij zich uitsprak tegen een samenleving die mensen opdeelden in kasten zoals in India heeft hij weinig gedaan om de Dalits, de laagste kasten, te helpen.
5 Erg conservatief op economisch vlak
Gandhi was ervan overtuigd dat de wereld beter zou worden als iedereen elke dag geruime tijd achter het spinnewiel zou doorbrengen om zelf zijn kleren te weven. Hij dacht de moderne industrialisatie voor India niet goed was en dat men moest vertrouwen op traditionele, kleinschalige landbouw en ambachtswerk. Veel van deze minder fraaie trekjes van Gandhi zoals zijn anti-zwartheid: zijn minachtig voor vrouwen en de slechte behandeling van de Dalits, bestaan tegenwoordig nog steeds bij een groot deel van de mannelijke bevolking van de Indiase maatschappij. Het is dan ook geen toeval dat juist deze minder fraaie trekken van Gandhi uit zijn nalatenschap werden verwijderd.
De grootste Indiër die zijn landgenoten via geweldloos verzet verloste van het Britse imperiale bewind en het land naar de onafhankelijkheid voerde. Een taaie, magere man met ziekenhuisbrilletje die door hongerstakingen, gevangenschap en na de moordaanslag de status van nationale held en martelaar verwierf.
Uit zijn eigen religieuze opvoeding had Gandhi al het gebod van geweldloosheid meegekregen. Niet toevallig had hij dan ook de grootste bewondering voor Jezus Christus. Hij vond Jezus een van de grote religieuze leiders uit de wereldgeschiedenis. Hij zag in Hem het voorbeeld van geweldloosheid en liefde voor de armen. Net zoals Jezus nam ook Gandhi het op voor de allerlaagste en zwakste in de samenleving, de paria's. Hij vond in de Zaligsprekingen een bron van inspiratie. Maar Gandhi zag Jezus niet als “de enige zoon van God” en hij vond dat christenen in hun handel en wandel doorgaans niet lijken op hun meester.
Gandhi was niet erg gelukkig met de omschrijving van zijn acties in de internationale pers als ‘passief verzet’. Hij omschreef ze liever met 'satyagraha', wat letterlijk betekent: ‘vasthouden aan God en de waarheid en strijd tegen de haat’. Satyagraha wijst elk geweld in woord en daad radicaal af. Zelf omschreef hij het verschil tussen ‘passief verzet’ en ‘satyagraha’ als volgt: “Het eerste wordt beschouwd als een wapen van de zwakken en sluit het gebruik van fysiek geweld of fysieke kracht om het doel te bereiken niet uit. ‘Satyagraha’ daarentegen is het wapen van de sterkste en sluit geweld in elke vorm uit.”
1 Vredestichter door geweldloos verzet
Gandhi werd in totaal vijf keer genomineerd voor de Nobelprijs voor de vrede, zelfs nog een paar dagen voor zijn dood in 1948, maar hij heeft hem niet gekregen. De organisatoren hebben nog steeds spijt dat zij hem nooit de vredesprijs hebben verleend. De voorzitter van het comité heeft geprobeerd dat goed te maken door later, toen de Dalai Lama in 1989 de prijs won, te vermelden dat ze hiermee ook Gandhi wilden eren. Voor Steve Jobs, de oprichter van het computerbedrijf Apple, was Gandhi zijn grote held en een enorme inspiratiebron. Volgens Jobs toonde Gandhi de mensheid de weg om de destructieve kant van de menselijke natuur te overstijgen door geweldloos moreel verzet in plaats van het agressieve, fysieke verzet. Steve bewonderde Gandhi zo zeer dat hij altijd een beeltenis van hem bij zich had en zelfs dat typisch, rond ziekenhuisbrilletje droeg net zoals zijn grote held.
2 Morele leider van zijn land
Gandhi had als bijnaam 'Bapu', wat zoveel betekent als vader. Hij was de morele leider van zijn land. Zijn geboortedag, 2 oktober, is een nationale feestdag in India. In 2007 werd deze dag door de Verenigde Naties zelfs uitgeroepen tot internationale dag van de geweldloosheid. Gandhi was erg toegankelijk voor alle mensen. Iedereen die wilde kon bij hem terecht. Hij kreeg elke dag massa's brieven waarvan hij een groot deel zelf beantwoordde. Hij gaf zelfs advies aan jongens met seksuele problemen. "Staak het lezen van romans, bid tot Ram (de hindoegod), neem koudwaterbaden en slaap in de open lucht."
Zijn al te sobere levenswijze en klederdracht gaf hem ook ernstige problemen. In 1931 reisde Gandhi van Zwitserland naar Rome om op audiëntie te gaan bij de Paus. Maar omdat hij niet volgens het protocol gekleed was, ging de audiëntie niet door en werd hij niet ontvangen. Gandhi die in Engeland gestudeerd had voor advocaat was eerst gekleed zoals de gewone Engelsen. Pas tijdens zijn acties in Zuid-Afrika om de discriminatie van de Indiërs aan de kaak te stellen, begon hij zich te kleden zoals de mensen uit zijn geboortestreek met zijn typische mantel los over de schouders, korte broek en sandalen. Blijkbaar geen 'outfit' die geschikt was voor het pauselijk protocol.
De Britse koloniale heersers wisten zich nooit goed raad met de 'halfnaakte fakir’, zoals Churchill hem minachtend had genoemd. Wat moesten ze aanvangen met een man die aan de vooravond van een belangrijk meeting met de Britse onderkoning in New Delhi niet zijn intrek nam in een chic hotel, maar in een sloppenwijk vol kasteloze schoonmakers?
3 De grote Verzoener
Gandhi wou Wiston Churchill ontmoeten op de ronde tafelconferentie in 1915 over India maar kreeg geen toestemming van de man met de dikke sigaren om de conferentie bij te wonen. Later in 1944 schreef Gandhi een brief naar Churchill. "Geachte Eerste Minister. U hebt de wens geuit om de 'naakte fakir', zoals u mij noemde, te willen verpletteren. Ik heb lang getracht om een fakir te worden maar dat bleek mij te moeilijk. Ik beschouw daarom Uw uitspraak over de 'naakte fakir' als een compliment, zelfs al bedoelde u dat niet zo. Ik zoek daarom contact met u en vraag uw vertrouwen in het belang van uw en mijn volk en dat van de hele wereld."
Later kreeg Churchill meer en meer bewondering voor de 'naakte fakir' maar hij heeft hem nooit ontmoet. Gandhi trachtte de tegenstellingen tussen moslims en hindoes die verder ontaardden in toenemend geweld te overbruggen. Toen hij al ver in de zeventig was reisde hij naar afgelegen gebieden waar hindoes en moslims elkaar doodden, om de gemoederen te sussen. Hij wist de boze moslims die met stenen gooiden te bedaren en spoorde de Hindoes zelfs aan de verwoeste huizen van moslims terug op te bouwen. Door die verregaande acties als vredesapostel werd hij uiteindelijk vermoord door een Hindoe.
***
Sven verzamelt hun papieren om de waardering die ze hebben ingevuld over te schrijven in zijn dagboek van de groep. Ondertussen komen de commentaren los, want ze zijn eigenlijk allemaal geboeid door die twee uitzonderlijke figuren met al die pittige details over hun leven.
"Dat Gandhi zo een geniepige snoeper was dat hij met blote meiden ging slapen wist ik niet", begint Alex."Zogezegd om zijn celibataire levenswijze te testen. Jaja, dat zal wel. En dat moet ik geloven zeker. Probeer zoiets maar eens wijs te maken aan je vrouw!"
"En dat hij zijn eigen toilet meebracht en liet dragen door zijn volgelingen, vind ik wel zeer vreemd", voegt Mieke eraan toe. "Wat een viespeuk!"
Sander richt zich naar dokter Luc en kan het niet laten om hem een beetje te jennen.
"Je ziet dat al die gezondheidsadviezen van 'mijnheer doktoor' zoals niet roken, geen alcohol en veel bewegen niet nodig zijn om lang te leven. Daar lapte Churchill vrolijk zijn voeten aan en toch werd hij meer dan negentig jaar. En voegt Sander eraan toe, dat is helemaal geen uitzondering. Ik ken in mijn eigen omgeving ook zo'n zuipschuit die rookt en al ver in de tachtig is."
"Dat Steve Jobs zo een bewonderaar was van Gandhi wist ik niet," zegt Theo de informaticus. "Nu begrijp ik waarom hij altijd dat onnozel brilletje droeg."
Ondertussen is Sven klaar met zijn formulieren en tikt tegen zijn glas om de aandacht van de groep op te eisen. "Eerst enkele nuchtere vaststellingen. Jullie waardering voor Churchill na zijn positief portret was gemiddeld 8,7 en voor Gandhi 8,5. Maar zeer merkwaardig, die waardering vooral voor diegene die eerst het negatief portret hebben gekregen, tekenden een vrij lage score op voor Churchill 6,2 en voor Gandhi zelfs maar 5.1. Dus zelfs met al wat jullie weten over beide figuren wordt jullie perceptie in hoge mate beïnvloed door de gegevens uit beide portretten. Clichés kunnen dus wel gewijzigd worden als de juiste informatie wordt door gegeven.
Met deze 'fact checks' kunnen we onze foute conclusies over Gandhi en zijn Oosterse mentaliteit en over Churchill met zijn Westerse houding corrigeren en aanvullen. Hieruit blijkt dat zgn. grote mannen zoals Churchill en Gandhi niet altijd groot waren. Ze hadden hun kleine kantjes die in de loop der jaren zachtjes werden verdoezeld of verzwegen om het groots imago niet te bezoedelen. Maar de waarheid heeft zijn rechten. De donkere kant van die grote figuren maakt pijnlijk duidelijk dat het ook maar mensen waren. Elke schitterende medaille heeft blijkbaar ook een donkere achterkant.
Op de vraag van Sven hoever ze staan bij het ontcijferen van de code voor het openen van het kastje met de saffier, haalt Theo zijn notaboekje boven en zegt:
"Tot nu toe hebben we al de volgende woorden gevormd met de gekregen letters: de, deel, leed, steen, code, nek, doel, zoen, been, zijn, eerste, letter (s). Hij voegt er nog aan toe dat er nog heel wat andere woorden te vormen zijn en dat ze voorlopig nog geen betekenisvolle zin hebben gevonden met alle letters.
"Wel raar dat je de woorden 'code' en 'letters' al wel hebt gevonden, maar het woord codeletters nog niet", zeg Jo. Daar had Sven het toch over. We moesten de 'codeletters' vinden om het kastje open te krijgen. Dat blijkt een goeie vondst te zijn die hen op weg helpt om de zin te vinden. Vooral de jonge mannen zitten ijverig zinnetjes te verzinnen waarin alle letters voorkomen.
"Hebben jullie ook dat lawaai gehoord deze nacht om twee uur?" Vraagt Dora. " Al dat gestommel en nerveus heen en weer geloop op de gang. Ik en ook Luc werden er wakker van. Ik ben vlug even gaan kijken. Er stonden twee politieagenten aan de liftdeur. Maar verder heb ik niets meer gezien of gehoord."
"Ja, ik ben er ook wakker van geworden", zegt Lea. "Ik hoorde nerveuze stemmen bij Dirk, de fotograaf naast mij op de kamer." Als ze samen aan het ontbijt zitten, is de mysterieuze verdwijning van Dirk het gespreksonderwerp nummer één. De speculaties waarom die politieagenten in het midden van de nacht Dirk van zijn bed kwamen lichten, schieten alle kanten op. Voor Alex de zakenman is het zonneklaar. Zijn overdreven belangstelling voor jonge kinderen was al te opvallend. "Dergelijke kindervrienden krijgen meestal een andere naam." zegt Alex.
Als Sven de groep vervoegt, krijgt hij natuurlijk alle nieuwsgierigen over zich heen. "Wat is er gebeurd met Dirk" vragen ze. Sven houdt zich op de vlakte en deelt alleen mee dat hij door de politieagenten werd meegenomen voor verhoor. Vandaag zal hij alleszins niet meer bij de groep aansluiten." Meer wil hij er blijkbaar niet over kwijt. Hij heeft het trouwens te druk met andere praktische zaken want ze moeten om acht uur al klaar staan met hun valiezen om met de bus te vertrekken naar de luchthaven. Ze vliegen naar Kathmandu in Nepal.
De luchthaven van Tribhuvan International bij Kathmandu is een van de gevaarlijkste vliegvelden ter wereld. Vluchten zijn er vaak vertraagd door het heel slechte weer en er gebeuren geregeld ongelukken. Alleen zeer ervaren piloten stijgen of landen op de erg korte landingsbaan. Als de piloot niet op tijd kan remmen, knalt hij tegen een berg aan. Bij het niet tijdig opstijgen, stort het vliegtuig het ravijn in. Een beetje cynisch verwoordde een Nepalese piloot het gevaar voor vliegtuigen zo:"In Nepal vliegen we niet door de wolken omdat in dit land de wolken rotsen bevatten". Voor de jaren zestig was die startbaan nog een grasland voor koeien. Tribhuvan is erg druk.
De chaos die er heerst, wordt maar al te duidelijk als ze geland zijn. Ondanks de waarschuwingen van Sven dat ze veel geduld zullen moeten hebben, beginnen de frustraties al bij de bagageband. Ze moeten meer dan een uur wachten op hun koffers en rugzakken. Daarna mogen ze braafjes en geduldig aanschuiven voor controle van visa en douaniers.
Sander heeft als ervaren 'backpacker' boven in zijn rugzak stinkende sokken gestopt en een paar vuil onderbroeken. "Het schijnt dat de douaniers dan niet veel zin meer hebben om je spullen verder te doorzoeken", zegt hij met een brede smile op zijn gezicht. Hij heeft nog gelijk ook, want de rits van zijn rugzak was nog niet helemaal open of de douanier trok ze vlug weer dicht en pakte de volgende reiskoffer.
In de migratiehal heerst een drukte zoals tijdens een vismarkt op een zaterdagmorgen. Ze sleuren hun valies liever zelf, want de bagagekarretjes die nog vrij zijn, rijden hobbelig of hebben een geblokkeerd of kapot wiel. Als ze eindelijk hun bagage hebben, stappen ze naar buiten en krijgen ze de al te ijverige taxichauffeurs over zich heen. Meestal vragen die mannen veel te veel voor een korte rit naar het centrum van de stad en vaak werkt 'toevallig' de taximeter niet. Ze gooien je bagage op het dak van een klein wit autootje dat dan de taxi blijkt te zijn.
Omdat Sven voor een bus heeft gezorgd, blijven ze gespaard van een avontuurlijke rit met een gammele taxi. Ze zijn blij als ze allemaal uiteindelijk in de bus zitten die hen naar het hotel moet brengen. Kathmandu was indertijd de uitverkoren plaats voor de hippies en rugzaktoeristen die op zoek waren naar oosterse, primitieve levenswijzen. Nu nog is deze stad populair bij westerse reizigers, die zich vooral in de wijk Thamel concentreren. De stad ligt in een vallei aan de rivier de Vishnumati op 1350 meter boven zeeniveau en dient ook als een voorstation voor bergbeklimmers van de Himalaya.
Als ze in de stad aankomen, ruiken ze door de open ramen het pikant mengsel van houtvuur, “spicy food” en uitlaatgassen. Kathmandu is een stad die alle zintuigen prikkelt en doet een mens herleven. De minder fraaie kantjes van deze derdewereldstad die stilaan uit haar voegen barst, zijn het gevolg van overbevolking en een mateloze vervuiling. De bus brengt hen naar het hotel Narayana, een sober driesterrenhotel dat vrij dicht bij de belangrijkste bezienswaardigheden van Kathmandu ligt. Ze krijgen de tijd om zich even op te frissen en de valiezen uit te pakken. Ze zullen drie nachten in hetzelfde hotel verblijven.
Een paar uur later staan ze allen klaar voor een eerste stadswandeling en verkenningsronde. Ze kijken hun ogen uit op de fietsriksja’s, scooters en Suzuki-autootjes, die slalommen en voortdurend bellen en toeteren. Het meest van al krijgen ze last van de stank van de uitlaatgassen van al die tweetaktmotoren die soms een vettige, zwarte rook achterlaten als ze gas geven. Van luchtvervuiling hebben ze hier blijkbaar nog nooit gehoord. Als ze bergop wandelen, moeten ze allemaal letterlijk naar adem happen.
Miel snuit zijn neus en staat verbaast te kijken naar de zwarte snot in zijn zakdoek. Er hangen langs de huizen zoveel kleurrijke en vuile uithangborden dat men ze onmogelijk in één oogopslag kan verwerken. In het oude stadsgedeelte van Kathmandu, staan ontelbare piepkleine winkeltjes en vindt men op werkelijk elke hoek wel een tempeltje. In de smalle straatjes kleuren de Tibetaanse gebedsvlaggen en in doeken geklede vrouwen de grauwe straten en huizen. Magere honden met doffe pels liggen lui op smalle stoepjes of snuffelen zoekend rond naar eten. Kinderen met alleen een vies shirtje vol gaten spelen tussen het vuil.
Sven wandelt met zijn groep voorbij een oude tempel met een reeks gebedsmolens langs de straatkant. Hij geeft de nodige uitleg bij die cilindervormige molens die om hun verticale as draaien. Ze zijn van hout gemaakt, maar er zijn er ook van leer of zelfs metaal. Op de cilinder staat altijd een gebed of een mantra geschreven. Het ronddraaien van een gebedsmolen heeft hetzelfde effect als het uitspreken van het gebed of de mantra die op de cilinder staat. De molen wordt in de richting van de klok gedraaid, anders moet men het opschrift achterste voren lezen.
Miel kan het niet laten om aan een van die molens een draai te geven. Je weet maar nooit waar het goed voor is, denkt hij. Hij vindt al die gebedsmolens op een rij iets hebben van onze Paternosters met bolletjes. Onze Paternoster of rozenkrans is een gebedssnoer dat vijf grote en vijftig kleine kralen bevat die men één na één tussen zijn vingers laat glijden om telkens een gebed te prevelen. Een volledige rozenkrans bidden, bestaat uit het robotachtig herhalen van het Onzevader (15 maal) en het Weesgegroet (150 maal). Het monotoon afdreunen van die gebeden is rustgevend. Misschien beleven de Boeddhistische gelovigen dat ook zo bij het doen draaien van die gebedsmolens terwijl ze ondertussen een mantra of gebed bidden. Als een gelovige een gebedsmolen draait, dient hij het opschrift uit te spreken en het wordt nog eens herhaald wanneer hij klaar is met draaien. Tussen die twee gebedsmomenten in mag de molen zo vaak en snel worden gedraaid als men maar wil.
Toeristen bekijken al die draaiende gebedsmolens eerder als een spelletje, want sommige laten terwijl ze er langs lopen zoveel mogelijk molens draaien achter elkaar. In het oude centrum van Kathmandu komen ze op het Durbar Square of het koningsplein echt in de middeleeuwen terecht. Het verkeer is op dit historisch plein verboden en het plein is omringd door Koninklijke paleizen, monumenten en tempels. Het staat op Werelderfgoedlijst van de Unesco. Sinds de verwoestende aardbeving in april 2015 zijn talloze gebouwen op het plein ingestort en sommige die nog wel overeind staan worden door middel van steunpilaren bij elkaar gehouden.
Durbar Square heeft iets van een enorm openluchtmuseum met dit grote verschil dat al de uitgestalde voorwerpen en gebouwen nog een functie hebben in het dagelijks leven van de Nepalezen. Veel gebouwen zijn versierd met houtsnijwerk en op bijna elke straathoek zijn kleine offerplaatsen te vinden. Sommige tempeltjes waar men de mooiste beelden, schilderingen, gebedsmolens en koperwerk kan vinden, zitten verscholen tussen de huizen. Het is er erg druk met veel pelgrims en monniken die rondjes lopen rondom de stoepa. Ondertussen prevelen ze hun gebeden. Zoals bij de meeste heiligdommen waar veel toeristen komen is de horeca goed vertegenwoordigd met allerlei kleine winkeltjes vol prullaria om de vakantiegangers en gelovigen te bevoorraden met souvenirtjes.
"En nu iets speciaals" zegt Sven. "Wie denkt dat goden of godinnen niet bestaan, krijgt nu het bewijs van het tegendeel. We gaan er zelfs letterlijk eentje bezoeken en als we een beetje geluk hebben, kunnen we ze ook zien. We trekken naar het paleis, Kumari Ghar in het centrum van de stad, waar de levende godin van Nepal woont." Ze kijken allemaal met een beetje ongeloof en denken dat Sven een grapje verkoopt, of hen iets anders wil voorschotelen. Om die 'ongelovigen' te overtuigen, ontrolt hij een prachtig portret van de jonge godin in vol ornaat, met zeer verzorgde make-up, juwelen en de opvallend bloedrode kleren.
De jonge godin moet altijd in het rood gekleed zijn, want rood is voor Nepalezen de kleur van de goddelijke kracht. Ze heeft kostbare versieringen rond haar hals, handen en voeten. Vooral haar make-up rond de ogen is bijzonder. De zwarte oogschaduw loopt door tot boven haar oren. Ze heeft op haar voorhoofd een geverfd 'derde oog', een zgn. vuuroog, dat al het kwaad in de wereld kan vernietigen. De haren van het jonge meisje zijn in een knotje op haar hoofd samengebonden die met lekker riekende bloemen versierd wordt. "De Kumari mag niet worden gefotografeerd door toeristen", zegt Sven, "maar als je in Google 'Kumari' intikt en de afbeeldingen bekijkt, zie je tientallen prachtige foto's van de jonge godin.
Er is niet alleen in Kathmandu een godin, ook twaalf andere steden in Nepal hebben hun Kumari. Natuurlijk is de Koninklijke godin die in de Kumari Ghar, of het koninklijk paleis van de hoofdstad verblijft, de belangrijkste. Ze wandelen tussen twee stenen leeuwen die het paleis van de Kumari bewaken verder door naar de prachtige binnenplaats van het gebouw met drie verdiepingen. De raamposten en deuren zijn met mooi houtsnijwerk versierd. Vooral afbeeldingen van vogels zoals pauwen en duiven zijn verwerkt in de vensters van de voorgevel en rond de binnenplaats.
De Kumari zou een incarnatie zijn van de godin Taleju of Durga, de vrouwelijke kosmische energie. Ze is een symbool van zuiverheid en kracht. Niet iedereen kan zo maar Kumari worden. Om een jong meisje te vinden dat door de Nepalezen als een ware godheid vereerd zal worden, hanteert men zeer strenge criteria bij de selectie. Een toekomstige Kumari wordt ‘uitgekozen’ door priesters en astrologen als ze ongeveer vier jaar oud is uit de Newarkaste van goud- en zilversmeden, een inheemse bevolking afkomstig uit de Kathmandu-vallei. De selectiecommissie onderzoekt ook of de familie een vrome reputatie heeft.
Om tot de Koninklijke Kumari te worden gewijd, moet een meisje de tweeëndertig eigenschappen van perfectie bezitten. Ze moet volkomen gezond zijn en mag nooit ernstig ziek zijn geweest. Volgens de poëtische omschrijving van de Nepalezen moet ze een nek hebben als een zeeschelp en een lichaam als een banyanboom, wat dat ook moge betekenen. Ze moet prachtige, zuiver zwarte en expressieve ogen hebben met oogwimpers zoals een koe. Ze moet dijen hebben zoals een hert, een borst zoals een leeuw, een welluidende stem zo zacht en helder als een eend en een manier van lopen als die van een zwaan. Ook lange dunne armen en zachte handen en voeten horen bij een toekomstige godin. Ze moet zwart haar hebben dat naar rechts is gekruld en ze mag geen onaangename lichaamsgeuren verspreiden. Ze moet ook een vlekkeloze, ‘gouden’ huid hebben, die nog nooit het minste schrammetje heeft vertoond. Dat is belangrijk, want zodra de eerste druppel bloed vloeit, is de godin kumari-af. Omdat het godinnetje een beschermd leventje leidt, is dat doorgaans pas bij de eerste druppel menstruatiebloed. De Nepalezen geloven dat bij het bloeden de geïncarneerde godin het lichaam verlaat en dan moet er nieuwe Kumari worden gezocht.
De meisjes die aan al die voorwaarden voldoen, worden nog aan enkele tests onderworpen die moeten bewijzen dat ze geen angst kennen. Ze mogen niet huilen bij het aanzicht van een buffel die geslacht wordt en ze moeten een nacht alleen doorbrengen in een kamer vol afgehakte dierenkoppen. Wie geen kik geeft, is geslaagd voor de test. De uitverkorene wordt tijdens een ceremonie van haar huis weggehaald om in het paleis te wonen in Durbar Square. Daar wordt ze opgevoed door speciale verzorgers die door de overheid betaald worden.
Eens ze Kumari is, mag ze slechts dertien keer per jaar haar paleis verlaten voor speciale gelegenheden om de gelovigen te zegenen en hun geschenken te ontvangen. Bij grote feesten zoals het Dashain-festival, het belangrijkste Hindoe-feest van het jaar, worden ter ere van de godin Kali telkens geiten en buffels geslacht. Tijdens dit feest met chaotische taferelen in de straten van Kathmandu wordt ze rondgedragen in een gouden draagstoel en is ze gekleed in een speciale outfit en opgesmukt met veel make-up. De Nepalezen geloven dat wie een glimp van haar kan opvangen een gelukkig leven tegemoet gaat. Ze wordt buitenshuis rondgedragen omdat haar voeten de grond niet mogen raken. Rondlopen mag ze alleen in haar woonplaats in het paleis. Voor ons lijkt dat mooi versierde meisje eerder op een figurant uit een folkloristische stoet maar voor de plaatselijke inwoners is dit godenkind uitzonderlijk belangrijk en een ware godheid die ze respecteren en zelfs vrezen.
De godin zit enkele uren per dag op haar troon en ontvangt een dozijn bezoekers per dag van boeren tot officiële functionarissen van de overheid. Haar reacties en bewegingen betekenen voor de Nepalezen voortekens voor de toekomst. Als ze weent of luid begint te lachen, wordt verwacht dat de bezoeker ernstig ziek gaat worden of gaat sterven. Als ze weent en in haar ogen wrijft, zal de bezoeker zelfs onmiddellijk sterven. Als ze beeft, zal de bezoeker naar de gevangenis gaan. Als ze iets aanneemt van het geofferd voedsel zal de bezoeker spoedig geld verliezen. Als geen van die voortekens zich voordien zal de bezoeker zijn wensen in vervulling zien gaan. Vroeger, toen Nepal nog een koning had, was ze zelfs zo belangrijk dat ze jaarlijks een zegening gaf aan de koning. Wanneer ze die zegening weigerde te geven, werd dit beschouwd als het einde van de regeerperiode van de koning.
Omdat de kleine godin alleen op enkele vaste uren verschijnt voor het raampje op de hoogste verdieping, tracht Sven met zijn groep tijdig om vier uur klaar te staan op het binnenplein van het paleis. De goddelijke Kumari woont daar in afzondering in het besloten, houten gebouw Kumari Ghar. De vertoning heeft letterlijk iets afstandelijk. Het kinderkopje van de godin verschijnt hoog boven voor het kleine venster. Ze is nauwelijks zichtbaar en begroet even de bezoekers op het binnenplein. Ze is amper verschenen of ze is al opnieuw weg. Miel die vlug naar zijn verrekijker zoekt in zijn cameratas om ze beter te kunnen zien, is zelfs te laat en heeft niks gezien van de kleine godin.
Mieke, de kleuterjuf, kan het niet laten om haar verontwaardiging te uiten over die kleine gevangene daarboven. "Dat meisje heeft totaal geen kinderleven", vindt ze. Sven kan dat alleen maar beamen en geeft toe dat er zelfs protest is van Kinderrechtenorganisaties tegen die Koninklijke opsluiting in dit paleis en dat die isolatie slecht is voor haar opvoeding en ontwikkeling. Ze leeft geïsoleerd en afgezonderd van haar familie en vrienden. Ze wordt geacht om te allen tijde haar kalmte te bewaren en geen enkele emotie te tonen. Haar kinderleven bestaat uit het dagelijks geven van zegeningen aan gelovigen. Het meisje leeft op een strikt dieet en mag wel ganzeneieren eten maar geen kippeneieren. Ze mag niet wenen, lachen of praten in het publiek. In ruil hiervoor krijgt ze offers onder de vorm van geld, eten of zelfs speelgoed. Uiteraard mag niemand dat goddelijk kind bevelen geven of corrigeren. Vroeger kreeg het meisje zelfs geen schoolopleiding en gaf dit veel problemen als ze na haar eerste menstruatie Kumari-af was en weer naar de gewone mensenwereld moest. Sinds 2008 krijgen ze wel onderwijs in het paleis.
Veel voormalige Kumari’s zeggen dat ze veel moeite hebben zich achteraf te integreren in de maatschappij. Ze moeten wennen aan heel gewone dingen als schoenen dragen en zich aanpassen aan het dagelijks verkeer. Ze zijn gewoon om gediend te worden en hebben nooit leren omgaan met vriendinnetjes of gewone mensen. Ook op het vlak van onderwijs hebben zij vaak nog heel wat achterstand. Bij hun terugkeer naar het gewone leven blijft de maatschappij het meisje vrezen of vereren. Ze moet leven met het bijgeloof dat de godin blijft rondwaren in het meisje en dat er slangen uit haar schoot komen tijdens geslachtsgemeenschap. Een man die met een Kumari trouwt zou binnen een half jaar sterven. Hoewel die laatste vormen van bijgeloof stilaan verdwijnen, betaalt de gewezen Kumari een hoge prijs voor haar status van ex-godin.
Na hun bezoek aan de levende godin rijden ze verder naar de grootste tempel van Nepal, de Boudhanath. Dit gebouw werd zwaar getroffen door de aardbeving maar werd ondertussen al gerestaureerd. Het is een van de bloeiendste centra van het Tibetaanse boeddhisme. Deze prachtige stoepa bestaat uit concentrische terrassen met in het midden een reusachtige witte koepel. Op de witgekalkte koepel zitten wel honderden duiven. Van de vierkante toren in het midden van de koepel staren de alziende ogen van Boeddha over de stad. De neus van Boeddha heeft de vorm van een vraagteken. Nu voor de Nepalezen is dit geen vraagteken maar het cijfer één. Het symbool voor eenheid. De in rood, geel en blauw gekleurde Boeddha-ogen doen Miel een beetje denken aan de fameuze driehoek die men vroeger in cafés boven de deur hing met het alziende oog van God en de tekst: 'God ziet mij, hier vloekt men niet'.
Rond de basis van de stoepa is er een ring met beelden van 108 boeddhistische godheden en 147 nissen met gebedsmolens. Men kan net zoals de monniken en pelgrims rond de stoepa lopen en een kora maken, d.i. een rituele rondgang in wijzerzin rond de koepel. De top van de toren is met kabels verbonden die versierd zijn met kleurrijke gebedsvlaggen die als bonte handdoeken aan een lange wasdraad hangen. Die vlaggen worden tijdens het Tibetaans Nieuwjaar in februari-maart vernieuwd en gezegend met geurige jeneverbeswierook. Die dag verzamelen de Tibetanen zich in hun 'zondagse kleren' en met hun mooiste juwelen aan rond de stoepa. Ze dragen dan het portret van hun hoogste geestelijk leider, de Dalai Lama, onder een zijden parasol in processie rond. Met luid en doordringend hoorngeschal en maskerdansen wordt het een uniek kleurrijk feest.
Ze hebben voor vandaag genoeg rond geslenterd in de broeiende hitte en zijn wat blij dat ze een terrasje kunnen doen om even uit te blazen. Ze schuiven enkele tafeltjes tegen elkaar en zitten samen in een grote kring. De jongeren uit het gezelschap vergeten even de tempels en de kumari en focussen zich op de nog niet opgeloste puzzel. Ze leggen hun gevonden woorden bij elkaar en Theo verzamelt ze in zijn I-pad. Het vermoeden van Theo dat Dirk de fotograaf van kinderkopjes, hen foute gegevens heeft bezorgd, is na zijn arrestatie alleen nog maar toegenomen. De enige die hen kan helpen is natuurlijk Sven.
"Sven, hoe moet dat nu verder met onze codeletters, nu Dirk weg is," vraagt Theo. "Weet jij nog welke codeletters je gegeven hebt aan Dirk?" "Neen, dat niet. Maar ik ken natuurlijk wel alle letters uit de codezin."
"Kijk," zegt Theo terwijl hij zijn I-pad doorgeeft aan Sven. "Dat zijn onze letters die we verzameld hebben."
Sven bekijkt ze aandachtig, fronst de wenkbrauwen en zegt: "Hoe komen jullie aan die hoofdletter K? Die komt alleszins niet voor in de codezin." Theo, Sander en Miel kijken elkaar aan en beginnen ineens te lachen.
"Die hoofdletter K is precies de letter die we van Dirk de fotograaf hebben gekregen", zegt Sander. Sven haalt uit zijn aktetas een briefje en vergelijkt zijn letters met die van Theo. "Die hoofdletter K is fout en de enige letter die jullie missen is de hoofdletter C;" zegt Sven.
"Wat een lepe gast," die Dirk. "Hij heeft ons goed liggen gehad. Die speelde de mol in ons gezelschap. Als wij allemaal met de verkeerde codezin zouden falen om het juweelkistje open te krijgen, zou meneer triomfantelijk met de juiste combinatie voor de dag komen."
Ze hebben al enkele rare zinnetjes kunnen samenstellen. Zoals:"De codeletters zijn Beesten" of "De Rode letters zijn B en C" maar die zinnen betekenen niet veel en dan hebben ze nog enkele letters over. Lea heeft in alle stilte ook al de letters en de gevonden woorden op een kaartje bijeen geschreven. Ze puzzelt op haar eentje verder met het woord 'codeletters' als centraal gegeven. Ze ziet ineens de zin verschijnen: 'De eerste codeletters zijn B en C.' "Ik heb het", roept ze bijna triomfantelijk en leest luidop de gevonden zin voor. De anderen kijken eerst een beetje ongelovig en verveelt omdat zij die zin niet gevonden hebben maar zijn er uiteindelijk toch blij mee. Ze zijn natuurlijk niet zeker dat dit dé zin is die gevonden moest worden. Maar de inhoud doet vermoeden dat het wel eens het juiste zinnetje zou kunnen zijn.
Meestal bevat een gecodeerd slot vier letters of cijfers. Ze moeten er dus nog twee vinden die ze moeten vinden door het oplossen van de volgende opdrachten. Ondertussen staat de zon al erg laag. Ze keren terug naar het hotel voor het avondmaal.
Na het avondeten verzamelen ze in een zaaltje en krijgen een plaatselijke drank aangeboden. Ze kunnen kiezen uit Rakshi, een lokale alcoholische drank, gedestilleerd van gierst. Het is erg sterk. Het wordt bij veel religieuze en sociale evenementen gedronken. Thon is een melkachtig, wit bier gemaakt van gefermenteerde rijst. Maar de meeste kiezen voor het Nepalees bier Everest. Het wordt het meest verkocht en lijkt op Europees bier. Voor de niet bierliefhebbers is er thee of wijn. Micheline vindt het vervelend dat er geen cava te krijgen is.
"Vanavond fileren we Mister Ego", zegt Sven een beetje spottend. "Misschien wel de belangrijkste oefening om zelfkennis te verwerven. Jullie krijgen allemaal een blad met daarop bovenaan voor iedereen dezelfde vraag: "WIE BEN IK?" "Probeer die vraag zo goed mogelijk te beantwoorden, maar zoals voor elke oefening tijdens deze avondsessies", zegt Sven, "mogen jullie meedoen maar jullie moeten natuurlijk niet meedoen. Iedereen blijft vrij om naar de bar te gaan of naar zijn kamer". Gelukkig blijft iedereen zitten.
"Jullie krijgen allemaal vijf minuten om een antwoord neer te pennen en dan gaan we van start". Een vraag bestaande uit drie simpele woorden, maar wat een moeilijke vraag om daar een degelijk antwoord op te geven. Sven ziet dat ze bijna allemaal erg verveeld zitten met die vraag, behalve Sander de boswachter die lachend roept:" Eigenlijk weet ik niet wie ik ben. Wat moet ik dan invullen?"vraagt hij.
Sven verzamelt hun antwoorden en schrijft ze een voor een op een 'flip over'.
Miel: Ik ben ambtenaar, vader en echtgenoot.
Liza: Ik ben huisvrouw en moeder
Paul: Ik ben een god in het diepst van mijn gedachten
Sylvia: Ik ben de voortzetting van mijn vader en moeder
Luc: Ik ben dokter en Nederlander Dora: Ik ben het centrum van de wereld
Sander: Ik weet niet wie ik ben.
Lea: Ik ben gespecialiseerde paardendierenarts en single.
Theo: Mijn 'ik' woont in mijn brein. Wendy: Ik ben mijn lijf.
Alex: Ik ben een groot zakenman en eigenaar van een groot bedrijf.
Micheline: Ik ben directrice in ons bedrijf.
Jo: Mijn ik is een dirigent van een zeer grillig orkest.
Mieke: Ik ben een moederkloek voor mijn kleuters.
"Bedankt allemaal voor jullie antwoorden". zegt Sven. "Dat jullie het moeilijk hebben met deze simpele vraag is heel normaal. Dat het antwoord op de vraag: wie ben ik, niet zo eenvoudig is wordt mooi geïllustreerd door een interview met Toon Hermans. Naar aanleiding van zijn 75st verjaardag vertelt de Nederlandse cabaretier: "Ik heb in totaal een vijftien, twintig boeken geschreven. Ik weet niet precies hoeveel, maar ik heb nooit over mezelf geschreven. Zelfs al zou ik het proberen, het zal nooit een duidelijk portret zijn. Ik ken mezelf niet eens goed. Mensen zijn raadselachtige wezens. Soms lees ik 'je moet jezelf leren kennen'. Wie of wat is dan jezelf? Ik ben bijna 75 en weet het nog steeds niet. Er zijn immers zoveel 'zelfjes' in jezelf. Als ze vragen wie ik ben, pak ik natuurlijk het beste 'zelfje' er uit. Er zitten echter ook een heleboel slechte 'zelfjes' in mezelf. Die hou ik uiteraard liever verborgen."
In jullie antwoorden vind ik de klassieke antwoorden waaruit blijkt dat mensen zich vereenzelvigen met hun functie in de maatschappij, zoals: ik ben vader, bedrijfsleider, vriend, enz. Ik vind in jullie lijst ook al enkele varianten van “ik ken mijzelf niet eens”. Die getuigenis vindt men terug bij zoekende mensen die al een zekere zelfkennis hebben verworven. Daarenboven is de lading die de begrippen 'Jezelf', 'Ik' of 'ego' in ons dagelijks taalgebruik dekken erg rekbaar, wazig en onduidelijk. Het is geen vast omlijnd begrip waar iedereen het over eens is.
Het denkbeeld 'ego' krijgt de inhoud die de spreker of schrijver er zelf instopt. Daarenboven verandert de inhoud van ons 'ego' tijdens onze levensloop voortdurend en is zelfs afhankelijk van de situatie of van de mensen die in onze buurt zijn. Om je nog een beetje meer in verwarring te brengen, overweeg maar eens de volgende vragen": Wie of wat ben ik als ik slaap; als ik onder anesthesie ben, of als ik in coma lig?
Sander die enkele maanden geleden nog op de operatietafel heeft gelegen, reageert: "Misschien is ons ego dan even verdwenen of niet meer actief. Maar we zijn als we slapen of onder narcose vertoeven toch niet dood. We reageren zelfs nog tijdens onze slaap op sommige prikkels. Zijn dat puur lichamelijke reacties die zelfstandig beslissen, of neemt een ander zelfje het dan over?"
"Misschien is dat wel zo, maar wat antwoord je dan op de volgende vraag?" zegt Sven. Wie ben ik als pasgeboren baby. Heeft een baby wel al een 'ikje'? "Beeld je in," zegt Sven, "dat je zalig warm en knus ligt in het vruchtwater van het Paleis der kinderen zoals de Japanners de baarmoeder noemen. Met geweld wordt je naar buiten gedreven. Het zalig niets doen en profiteren zoals een echte parasiet; het volledig leven op de kap van je moeder wordt abrupt onderbroken. Je zuigt noodgedwongen voor de allereerste keer je longen vol lucht en schreeuwt je ongenoegen uit. Voortaan moet je zelf voor je zuurstof zorgen: d.w.z. ademen. Zelfs de voeding die je via de navelstreng probleemloos en gratis werd geleverd, zal je zelf moeten naar binnen zuigen. Tenminste, als de buitenwereld zo vriendelijk wil zijn, je een warme borst of papfles te bezorgen.
Je bent zo hulpeloos en zo totaal afhankelijk, dat je geen schijn van kans tot overleven hebt als je er alleen zou voorstaan. Je hebt uiteraard nog geen ‘ik-besef’; je hebt nog niet eens een naam. Je bent nog steeds Mrs of Miss “Nobody”. Bij je geboorte ben je eenvoudig bewustzijn, vloeiend, onschuldig en maagdelijk. Een ‘tabula rasa’. Er is nog geen ego, want een pasgeboren baby voelt zich nog één met de moederfiguur. Via de voeding, de strelingen van de moeder, de geluiden van de omgeving, de eerste, vage beelden groeit er een zwak besef van het ‘iets anders zijn ‘ dan de rest van de wereld.
Op twee à driejarige leeftijd steekt het ik-gevoel pas serieus de kop op. Het besef van eigenheid, van het ‘ik ben iets aparts’, komt in wat de psychologen de “nee-faze” noemen. Contrarie zijn, nee-zeggen en tegenwringen zijn de eenvoudigste manieren om het eigen “kleine ikje” een eerste vorm te geven. Het ego kan immers geen ja’s tot zich nemen; het voedt zich met nee’s. Het eerste dat in je hoofd opkomt als je je wil doen gelden is ”neen” zeggen. Zo affirmeer je, je onafhankelijkheid en je macht."
"Ik denk dat mijn baas is blijven steken in zijn nee-faze." zegt Miel. "Die zegt bijna neen tegen elk voorstel dat we lanceren tijdens een vergadering.
"Naarmate je als kind groter wordt ", gaat Sven verder, " en meer vat krijgt op de wereld groeit je ego. Het neemt én neemt én neemt om zich te kunnen ontwikkelen. Het neemt voedsel, stapelt zijn hoofd vol met informatie en kennis, het verwerft handigheden en bezittingen. Het zuigt zich vol zoals een spons. Hoe meer het verwerft aan kennis en kunde, hoe sterker het ego groeit."
"Mag ik jou eens een vraag stellen", begint Lea. "Als dierenarts leef ik praktisch dagelijks met allerlei dieren, vooral met paarden. Als baby's nog geen ik hebben, dan hebben dieren ook geen ik, of wel misschien. Alleszins hebben paarden wat ik zou noemen een persoonlijkheid. Ik ervaar zoveel grote verschillen tussen al de paarden waar ik mee te maken krijg?"
"Misschien brengt de volgende vraag jou wat dichter bij een antwoord," zegt Sven. Wie ben ik als ik dronken ben of high ben door een of andere drug? "Zatlappen kan je indelen in twee categorieën, zegt Jo. "Je hebt diegenen die beginnen te zagen en zeer lief beginnen te doen. Ze zouden zelfs op je schoot kruipen. En je hebt diegenen die agressief en vervelend doen en zelfs hambras zoeken met iedereen als ze dronken zijn. Hoe komt dat toch dat een beetje alcohol de ene omtovert tot een lieve zeveraar en de ander tot een arrogante zak?"
"Misschien zit ons "ikje" in ons brein. Als de alcohol ons brein benevelt, gaan we letterlijk de mist in en dan komen de primaire, dierlijke impulsen ongecensureerd naar boven.", komt Theo tussen. "Misschien hebben we wel 'ikjes' op verschillende niveaus die elk hun rol spelen afhankelijk van de omstandigheden."
Maar Sven vuurt al de volgende vraag af op het gezelschap. Heeft een schizofreen of psychopaat twee, of meerdere 'ikjes' die zelfs van elkaar niet weten wat ze doen? "Dat zijn vragen waar zelfs een psychiater geen antwoord op weet," reageert dokter Luc. "Misschien heeft een gespleten persoonlijkheid letterlijk twee inwoners in zijn hoofd."
Nog een vervelende vraag, zegt Sven. Wie ben ik nog als demente bejaarde met Alzheimer? Dora die al een tijd haar moeder met Alzheimer verzorgt, worstelt al een hele tijd zelf met die vraag. "Je kunt bewustzijn," zegt ze,"een beetje vergelijken met een hoeveelheid licht in ons. Iemand die oud en versleten is met nauwelijks nog functionerende hersenen laat bijna geen licht meer binnen komen in zijn geest. Die slaapt bijna voortdurend en is uiteindelijk bijna volledig afwezig. Mijn moeder heeft Alzheimer en haar licht van binnen heeft iets van een flikkerende lamp die aan en uitgaat. Soms is er nog een beetje licht, soms helemaal niets meer." Ineens zwijgt Dora en zucht dan even.
"Laten we het even hebben over zgn. gezonde en jonge mensen," zegt Sven en stel je dan even de vraag: Wie, of moet ik zeggen waar, ben ik als ik 'buiten mezelf ben van woede'? Dat zou ik wel graag willen weten, zegt Alex. Mijn vader had soms zo van die felle woedeaanvallen dat wij er bang van werden. Hij werd op die momenten precies iemand anders. Dat was ons vader niet meer. Zijn felle, agressieve uitvallen hebben hem veel miserie verkocht. Bestaat er zoiets als een woedend 'ikje' in ons dat het 'normale "ikje" even opzij duwt en alles overneemt met de soms desastreuze gevolgen van dien?
"Mensen zijn, zoals Toon Hermans zegt, wel erg gecompliceerde wezens. Want wat gebeurt er met ons 'ik' tijdens het vrijen? Waar ben ik gebleven tijdens het hoogtepunt van een orgasme? Zijn dan de twee 'ikjes' verdwenen en opgelost of samengesmolten in een 'wij'?
"Ik suggereer", zegt Theo al lachend, "laten wij- ik bedoel de koppels uit de groep- het deze avond even uittesten waar ons ego blijft tijdens het hoogtepunt. Ik, of beter wij, Wendy en ik, zullen het jullie morgen hopelijk kunnen vertellen". De andere gniffelen een beetje.
"Tot slot" zegt Sven, "een vraag voor diegenen die echt mediteren. Bestaat mijn 'ik' nog als ik diep in meditatie verzonken ben? Sven wacht zelfs niet op een antwoord. Hij weet dat er hooguit een paar in de groep zijn die mediteren. Alex zit al een tijdje verveeld rond te draaien op zijn stoel. "Zeg Sven," vraagt hij, "wat heb ik daar nu aan dat ik weet wie ik ben,". "Ik weet toch al lang wie, of wat ik ben en daar ben ik best tevreden mee". Sven beseft natuurlijk wel dat een zakenman zoals Alex die voortdurend actief bezig is met het managen van zijn meubelbedrijf niet gewoon is om stil te zitten en naar binnen te kijken in zichzelf. Die heeft daar echt geen behoefte en ook geen tijd voor. Gelukkig blijven de overige deelnemers wel sterk geïnteresseerd.
Bij het verlaten van de vergaderruimte bezorgt Sven alle deelnemers nog een gekleurd puzzelstukje uit karton van een tangram, dit is een Chinese puzzel bestaande uit zeven stukjes. Er zitten vijf driehoeken van drie verschillende grootte bij, één vierkant en één parallellogram. Het is de bedoeling ze samen te leggen tot men een vierkant verkrijgt. Op de achterkant van elk stukje staan enkele kleine letters. Omdat de groep uit veertien man bestaat, hebben ze in totaal tweemaal zeven stukjes. Ze krijgen de opdracht om de veertien puzzelstukjes samen te leggen tot een vierkant en om een tweede figuur te vormen met de overige zeven stukjes. Volgens de regels van het spel moeten alle stukjes worden gebruikt. Het is duidelijk, ze zullen het letterlijk allemaal samen moeten doen, willen ze de twee figuren verkrijgen. Sven geeft hen wel mee dat beide figuren elk uit dezelfde zeven puzzelstukjes moet gevormd worden.
Het is al laat en een paar geeuwen onopvallend achter hun hand. Het is bedtijd. Het oplossen van die puzzel zal iets voor morgen zijn.
"Vandaag wordt het voor sommige onder jullie misschien wel een emotioneel zware dag," zegt Sven. "We bezoeken eerst de Kali-tempel waar levende dieren worden geslacht en geofferd. Vooral dierenvrienden en leden van Gaia zullen er niet vrolijk van worden. Als iemand moeite heeft met het doden van dieren mag hij of zij rustig beneden blijven en wachten tot we terug zijn van ons bezoek aan de tempel. Daarna trekken we verder naar een rustig, afgelegen dorp waar de wereld is blijven stilstaan. We gaan daar ergens onder een afdak picknicken en in de namiddag komt de Pashupatinath-tempel aan de beurt." Dat is in een notendop het programma voor vandaag."
Ze stappen met zijn allen in de klaarstaande Mahindra-jeeps. Die zullen ze echt nodig hebben als ze verder willen langs de hobbelige wegen met veel putten en bulten. Het schudden en schokken tot ze tegen elkaar botsen, vinden ze eerst nog plezant. Maar van zodra ze op de stofferige zijwegen komen, wordt het in de laatste jeep vooral veel stof slikken en de ogen uitwrijven. Hun zonnebrillen doen meer dienst als stofbril.
De Kali-tempel ligt op 25 km van Kathmandu aan een steile bergwand op een landtong gevormd door twee rivieren. In de tempel bevindt zich het zesarmig beeld van de Godin Kali die een man vertrapt. De zwarte godin Kali wordt ook de Duistere, of de Verschrikkelijke genoemd. Ze schenkt voortdurend nieuw leven, maar haar maag raakt nooit vol en ze heeft een onverzadigbaar verlangen naar bloed. De inwoners aanbidden de zwarte godin door dieren te offeren. Oorspronkelijk werden hier zelfs mensenoffers gebracht aan de godin. Nu blijft het offeren beperkt tot huisdieren die tweemaal per week, op dinsdag en zaterdag, worden geslacht. Alleen mannelijke en niet gecastreerde dieren mogen geofferd worden. Men kan in plaats van een levende haan, een eend, een varken of geitenbok ook een offer brengen door lange bloemslingers neer te leggen. Die kan men gemakkelijk kopen in talrijke kraampjes langs de weg.
Er is een loopbrug naar de tempel die volledig omzoomd is met stalletjes onder een lang afdak waar men allerlei souvenirs, bloemen, kruiden en zelfs kippen kan kopen. Aan een van die stalletjes rijgt een vrouw bloemslingers aan elkaar. Paul vindt die slingers met echte bloemen erg kleurrijk en koopt er twee, eentje voor hem en eentje voor zijn Sylvia. Ook Jo en Mieke hangen een bloemslinger rond hun hals. Ze vinden het mooi en maken er samen met hun vieren een originele selfie van. Ze moeten heel wat trappen op om bij de tempel te komen. De tempel zelf is klein maar van groot religieus belang. Er hangt een vreemde sfeer van drukdoende mensen, geblèè-èè-èèt van schapen of geiten en walmen pikante rook afkomstig van vuurtjes. Niet hindoes mogen niet in de tempel maar men kan de ceremonie van buitenaf goed volgen.
In het midden staat een man met opgerolde broekspijpen met een vlijmscherp mes in de handen. Hij wacht tot de geofferde geitenbok instemmend knikt en snijdt dan met zijn vlijmscherp mes de keel door. Hij laat het bloed vrolijk over zijn blote voeten vloeien en sprenkelt het op het beeld van Kali die de offergave dankbaar aanvaardt. Een geofferd schaap zonder kop ligt nog te spartelen en te stampen in het ijle. Een oude man loopt rustig rond met zijn geofferde haan in zijn hand terwijl het bloed van de afgehakte kop verder druppelt op de betonnen vloer. Na de bloederige ceremonie wordt het beeld van Kali grondig gewassen en met een blinkende doek bedekt. In een nabijgelegen tempel worden de dode dieren tegen betaling gevild of geplukt en versneden. Men kan het ook zelf doen, want een eind verderop zit een oud manneke gehurkt en vilt ongestoord zijn geofferde geitenbok. De afgesneden koppen blijven in de tempel.
Na het offer worden de kadavers gewassen en in vaten met kokend water gedompeld. De gelovigen mogen hun geofferd dier mee naar huis nemen voor een waar feestmaal. Vlees komt immers niet zo vaak voor op het menu van een doorsnee Nepalees gezin. Wie een afkeer heeft van bloed blijft hier beter weg. Per dag worden er honderden dieren geslacht tot het bloed over de tempelvloer stroomt. De bloeddorstige godin Kali met haar onverzadigbare honger naar bloed kan tevreden zijn.
Sander de boswachter en Lea de dierenarts bekijken rustig het bloederig tafereel en nemen in het geniep foto's. Jo, Mieke, Paul en Sylvia vinden het maar een walgelijke bedoening en maken dat ze vlug weg komen. Ze worden er even stil van. "Hier worden we geconfronteerd met onze slachthuismoraal, zoals Tolstoï ons hypocriet gedrag omschreef," zegt Sven. "We willen wel vlees eten, maar willen niet weten dat hiervoor eerst dieren geslacht moeten worden. We laten dat liever anoniem gebeuren door mensen uit een slachthuis of zelfs door robotten in plaats van zelf onze handen vuil te maken. Aan een mooi in plastiek verpakte biefstuk in de koelkast van een grootwarenhuis is niet meer te zien dat hiervoor een koe werd gedood. Hier zijn de mensen nog authentiek en doen het vuile werk zelf in plaats van het aan een ander over te laten."
Niemand reageert op die wat confronterende vaststelling van Sven. Diep van binnen weten ze natuurlijk allemaal dat het waar is wat hij zegt. Terwijl ze naar de jeeps wandelen, komt een fietser langs gereden die zijn stuur letterlijk heeft vol hangen met levende kippen. Hij heeft hun poten samengebonden en ze zo over zijn stuur gehangen met de kop naar beneden. Vier langs elke kant. De beestjes blijven braafjes hangen en maken geen lawaai.
Ze vertrekken naar een afgelegen dorp ver weg van de beschaafde wereld. Men kan de uitdrukking 'straatarm' er al te letterlijk toepassen, want er is in het hele dorp zelfs geen straat te vinden, alleen verharde stofferige wegen vol putten en bulten. Terwijl ze langs de kleine huisjes rijden worden ze door nieuwsgierige blikken gevolgd. Kinderen spelen op de weg en de vrij rond lopende geiten en kakelende kippen schijnen zich niks van hun aanwezigheid aan te trekken. Ze stappen uit voor een fikse dorpswandeling. Ondertussen rijden de jeeps verder naar de volgende halte.
Ze wandelen rustig naar het dorp waar voor de lemen huizen op zeildoeken hele bergen rijst liggen te drogen op rieten matten. Met hun blote voeten lopen ze er door en trekken met een hark de rijstkorrels open. Een vrouw zit gehurkt in haar eentje en want de rijst door de ruwe korrels omhoog te gooien en terug op te vangen in haar wan. De meeste mensen en zeker de jongeren weten zelfs niet meer wat een wan eigenlijk is. Bij een vrij grote 'berg' rijst staan vijf vrouwen in een kring. Eentje gooit met een speciale schop, die meer weg heft van een grote hak, de rijst omhoog in de lucht. Ondertussen wapperen de vier andere vrouwen met grote, ronde waaiers om het stof en het kaf uit de rijst te blazen. Hun ritmische samenspel lijkt op een klankloze dans van nimfen in kleurrijke kledij.
Sander, de boswachter heeft al snel een grote roofvogel gezien die boven hun hoofden cirkelt. Hij grijpt vlug zijn verrekijker en heeft de prachtige vogel perfect in het vizier. Hij ziet de witte kop en borst, de kastanjebruine rug, vleugels en staart. Gefascineerd staart hij naar die sierlijke roofvogel. Net op dat ultieme moment roept Sven "STOP!". Sander blijft stokstijf staan maar daardoor verdwijnt natuurlijk die prachtige vogel uit zijn beeld. Alex en Micheline reageren pas laat en stoppen aarzelend. Paul bevriest al wijzend naar een bloem als een standbeeld. Dora heeft haar hand nog aan haar zonnehoed. De wandelende groep verandert in een fractie van een seconde in een beeldengalerij. Ze lijken ineens bevroren tot de voortschrijdende beelden van Mahatma Gandhi uit het park in New Delhi. Als Sven opnieuw "Stop" roept, lachen ze allemaal een beetje onwennig en hernemen hun tocht verder langs de landweg.
Sven ziet wel de teleurstelling op het gezicht van Sander die de prachtige roofvogel uit zijn vizier verloor. "De Brahmaanse wouw gemist?" vraagt Sven. "Je gaat hem nog vaak zien rondcirkelen hier. Een vrij grote roofvogel met een vleugelspanwijdte van meer dan een meter. In de Hindoe-mythologie wordt hij gezien als de boodschapper van de god Brahma, vandaar zijn naam: Brahmaanse wouw."
De jonge vrouwen zien enkele tengere mannen met dunne armen en benen lasten zeulen die eigenlijk veel te groot en te zwaar zijn voor hun mager lijf. Sylvia vindt dat de man die letterlijk buigt onder zijn zware mand vol stenen en zand er krom van loopt. Ook Mieke denkt dat die 'magere stek' zoals ze de man noemt in elkaar gaat stuiken. Als Sven hun reacties ziet en hoort, kan hij het niet laten om hun onnodige bezorgdheid te corrigeren. "Onderschat die tengere, magere mannetjes maar niet." zegt Sven. "Kennen jullie de Sherpa's? Natuurlijke hebben ze allemaal al gehoord van die legendarische dragers die de bergbeklimmers gidsen en begeleiden door hun zware lasten mee naar boven te sjouwen.
"Eigenlijk", zegt Sven, "zijn ze van oorsprong Tibetaans. Nu leven ze ten zuiden van de Grote Himalaya, in de bergdalen van Nepal. Ze dragen pakken van dertig kg naar boven terwijl de zgn. bergbeklimmers zonder last op hun rug naar adem snakken. Onze goed getrainde bergbeklimmers kunnen helemaal niet op tegen deze 'magere mannetjes'.
"Of kennen jullie de gurkha's?" Uit de verwonderde gezichten van de jonge dames leidt Sven af dat ze er blijkbaar nog nooit van gehoord hebben. De Gurkha's staan niet alleen hoog aanzien in Nepal maar overal ter wereld als de meest onverschrokken strijders. Vooral hun taaie fysiek en legendarische moed blijft bewondering verwekken bij alle militairen. Zo zou een officier van het Indiase leger ooit gezegd hebben:" Als iemand niet bang is om te sterven, dan liegt hij of hij is een gurkha?" Niet alleen tijdens de bezetting van India hadden de Engelse een speciale eenheid van Gurkha-strijders. Nu nog heeft het Engelse leger een 'special unit' met deze uitzonderlijk dappere soldaten. Tijdens de Falkland-oorlog zouden de Argentijnen hun posities hebben verlaten en op de vlucht zijn geslagen zodra ze hoorden dat deze onverschrokken strijders in aantocht waren. Elk jaar melden honderden jonge mannen zich aan voor de slopende rekruteringsprocedure. Het selectieproces is een van de zwaarste ter wereld met ongeveer twaalf duizend kandidaten die strijden om tweehonderd plaatsen. Eén van de testen is onder meer de beruchte 'doko race'. De kandidaten moeten vijf kilometer bergop lopen met een doko, d.i. een mand, vastgebonden op hun rug gevuld met 35kg zand en stenen. Wie slaagt in al de testen, krijgt een degelijk loon en later een mooi pensioen wat voor de arme Nepalese gezinnen een extra vorm van inkomen garandeert. Het beroemdste exportproduct van Nepal is dan ook de gurkha-soldaat. Overal ter wereld staat het woord 'gurkha' voor een fenomenaal krijgstalent en bovenmenselijke moed in het gevecht.
"Alle Nepalese mannen zijn natuurlijk geen sherpa's of Gurkha's", besluit Sven, "maar ik zou alleszins de taaiheid van deze schrale mannen en hun vrouwtjes die gebogen lopen onder een karrenvracht hout op hun rug niet onderschatten." Een eind verder op zit een jongetje gehurkt bij een spinwiel om katoenen draden te spinnen. Hij werkt onverstoorbaar verder terwijl de groep passeert. Dat kinderen bij ons vroeger ook meewerkten op de boerderij vonden we niet zo ongewoon. Leren werken, vonden we zelfs goed voor hun karaktervorming en alleen een opgefokte wereldverbeteraar zal het woord 'kinderarbeid' gebruiken in deze context. Dat neemt natuurlijk niet weg dat er in het arme Nepal enorm veel echte kinderarbeid bestaat. Duizenden kinderen werken in restaurants en hotels als afwassers, assistent-bediener, bell-boy, tea-boy of waterdrager. Anderen verdienen hun geld als schoonmaker, straatveger, schoenenpoetser, afvalverzamelaar of met het weven van tapijten.
Wij, rijke westerlingen, kijken een beetje vanuit de hoogte neer op landen waar ze kinderen zo doen werken in plaats van ze te laten spelen. Maar de harde werkelijkheid geeft de Nepalese ouders niet veel andere keuzes. Er is zoveel armoede dat sommige gezinnen niet eens over voldoende voeding en kleding beschikken voor hun kinderen. Het naar school gaan, blijft voor sommige gezinnen een luxe die ze zich niet kunnen permitteren. Werkende kinderen die geld verdienen is voor veel arme ouders een noodzaak om te overleven. Wij beseffen trouwens niet wat we die mensen aandoen als we een land als Nepal willen boycotten omdat er kinderarbeid is. Want wat gaat er gebeuren als die kinderen niet meer werken en geen geld meer binnen brengen? Dan schiet er voor die kinderen niet veel anders meer over dan gaan bedelen en stelen. Of dan worden ze verkocht aan bordelen in India. Zelfs nu werken er al duizenden Nepalese meisjes en jongens onder vaak erbarmelijke omstandigheden in de bordelen van Bombay, Delhi en Calcutta. Als we willen ijveren voor een beter leven voor die kinderen kunnen we voorlopig misschien beter hun werkomstandigheden proberen te verbeteren. Dat zou al heel wat zijn.
Onder een afdak, weg van de felle, hete zon in de schaduw hebben de chauffeurs van de jeeps een lange schraag geïnstalleerd met stoelen en de voorraad picknick klaar gezet. Ze hebben allemaal honger na die lange wandeling en vooral veel dorst van het stof slikken. Het wordt een sobere picknick met sandwiches en broodjes. Niemand heeft commentaar op die sobere maaltijd, integendeel. Ze vinden het allemaal bijzonder lekker en vooral gezellig. Als Mieke vraagt waarom die chauffeurs niet mee-eten, kan Sven niet anders dan de eetgewoonten van de Nepalezen uitleggen.
"Om te beginnen", zegt Sven, "Nepalezen, hebben geen ontbijt. Ze drinken 's morgens wel hun melkthee om de eerste honger te stillen. Ze eten tweemaal per dag 'dal bhat', d.i. rijst, linzensoep, groenten, vlees en een pikante saus. De eerste maaltijd eten ze tussen 8 à 10 uur en de tweede tussen 7 en 9 uur 's avonds. Ze eten met de rechterhand. Ze mengen hun rijst met de linzensoep en groenten door elkaar. Ze houden het mengsel tussen de gesloten vingers die plusminus een lepel vormen en schuiven met de duim de portie voedsel in de mond. Met de handen eten vinden ze lekkerder dan eten met een vork of lepel. Sandwiches en broodjes kennen die mensen hier als iets speciaals voor toeristen.
Terwijl de groep uitrust, verzamelt Theo van alle deelnemers zoveel mogelijk puzzelstukjes die ze de vorige avond van Sven hebben gekregen bij elkaar. Dora vindt in haar handtas het gekregen puzzelstukje niet meer terug. Maar vermits elk puzzelstukje tweemaal voorkomt, kan Theo wel de zeven stukken bijeen leggen die hij nodig heeft: de vijf driehoeken, één vierkant en één parallellogram. Hij legt de stukjes op de hoek van de schraag en het puzzelen kan beginnen. Iedereen mag om beurt even proberen om het vierkant te vormen. Het lijkt een simpele opgave maar als men al die stukjes wil samen leggen tot een vierkant valt het wel erg tegen.
Theo speelt een beetje komedie en laat iedereen eerst proberen; want hij kent die puzzel maar al te goed en zal als iedereen het heeft opgegeven straks triomfantelijk de stukjes in de juiste volgorde leggen tot het vierkant gevormd is. Met een 'big smile' op zijn gezicht legt hij dan feilloos de stukjes in de juiste volgorde. Ze staan er allemaal van te kijken, dat hij dat zo snel klaarspeelt.
Wendy kan het natuurlijk niet laten en verraadt hare slimme Theo met de nuchtere opmerking: " Hij heeft in het hotel, waar gelukkig een degelijke internetverbinding was, gewoon 'tangram afbeeldingen' ingetikt en de oplossing was meteen zichtbaar." Jo en vooral Paul begrijpen niet dat ze ook niet op het idee kwamen om de figuur van de tangram dadelijk op te zoeken via Google. Zo simpel. Ze proberen het snel ook op hun smartphone, maar waar ze nu zitten is er totaal geen internetverbinding.
"Wat staat er nu op de achterkant", vraagt Miel. "Alle stukjes hebben op de achterkant enkele letters staan. Ik ben wel benieuwd wat er nu op de achterkant staat". Theo draait alle stukjes onderste boven en ziet de zin verschijnen.
"Een tussendoortje; geen codeletter waard" ☺
Sven lacht met hun verbazing. Hij kan het niet laten en zegt: "Niet elk schot op goal is een doelpunt, hé!".
Tijd om terug in de jeeps te stappen. Ze rijden naar het noordoosten van Kathmandu voor een bezoek aan de Pashupatinath. Dit gebouwencomplex is de belangrijkste hindoetempel in Nepal die aan de heilige Bagmati rivier ligt die uitmondt in de Ganges. Deze tempel is gewijd aan Pashupati de beschermer van alle levende wezens en een vriendelijke incarnatie van de bloeddorstige god Shiva. Hij werd al in de vijfde eeuw gebouwd nadat de vorige houten tempel door termieten was vernietigd. Ondanks het feit dat deze tempel niet toegankelijk is voor niet-hindoes blijft het een van de belangrijkste bezienswaardigheden van Nepal. Toeristen worden vooral aangetrokken door de traditionele crematies die er gebeuren op de rivieroever. Men kan de rituelen bij het cremeren gemakkelijk volgen van op afstand aan de overkant van de rivier.
Als ze de trappen aan de overzijde van de rivier bestijgen, komen ze enkele kleinere tempels tegen die meestal gewijd zijn aan Shiva. Praktisch niemand is geïnteresseerd in die kleine tempels. Al hun aandacht gaat naar de heilige mannen, de saddhoes die in lotushouding langs de weg zitten. Het zijn volgelingen van Shiva. Ze vallen vooral op met hun kleurrijke kledij, hun beschilderde lichamen en hun opzichtige haartooien met lang rastahaar al of niet in een knoet samengebonden. Vooral hun gezicht is fel gekleurd met saffraangeel, oranje en vaak een dikke, rode streep op hun voorhoofd. Zelfs hun armen en benen hebben een grijze, witachtige verflaag. Eentje hangt vol lange kralen en maakt een speciaal teken met zijn vingers. Hij houdt zijn wijsvinger tegen zijn duim. Alle saddhoes hebben een vieze, ongewassen baard met verwilderde haren die wel oranje gekleurd zijn. Ze lachen naar de toeristen en steken hun hand omhoog en maken het V-teken. Ze weten natuurlijk maar al te goed dat ze erg fotogeniek zijn.
Als Wendy, Mieke en Sylvia op de foto willen met zo een kleurrijke, heilige man laat die dat maar al te graag gebeuren. Want na het kliekje gaat direct zijn hand in de bedelhouding. De gekregen fooien zijn voor de saddhoes de belangrijkste bron van inkomsten. Niet alle, maar de meeste onder hen, hebben van het poseren een echte business gemaakt. Ze hebben gekozen voor een winstgevend bestaan als fotomodel. En hun business draait goed want de volgende toeristen staan al in de rij.
Sven trekt verder naar een open plek van waar ze van op afstand een crematieritueel kunnen volgen. Langs de rivier zijn in totaal negen crematieplaatsen beschikbaar: zeven hiervan mogen gebruikt worden voor de gewone man en vrouw, ééntje is voor de rijken met aanzien en ééntje voor de Koninklijke familie. Terwijl Sven zijn uitleg geeft, ontstaat er bedrijvigheid bij een crematieplaats voor de gewone man. Een brandstapel wordt opgebouwd en na een tijdje zien ze dat een lichaam op een brancard naar de tempel wordt gedragen voor zijn laatste tempelbezoek. Als de brandstapel klaar is, wordt het lichaam naast de stapel gelegd. Het dode lichaam ligt onder een doek en wordt door de familieleden discreet ontkleed. Het wordt eerst ritueel gewassen in de rivier en dan tot aan het hoofd in witte doeken gewikkeld. Daarna dragen ze de overledene driemaal rond de stapel hout en bewieroken het lichaam vooraleer het op de brandstapel wordt gelegd. De oudste zoon loopt met een brandende stok drie maal rond de stapel en steekt het hout aan ter hoogte van de mond. Dat is blijkbaar belangrijk omdat volgens hun geloof de geest van de overledene het lichaam via de mond verlaat. Als de stapel hout goed brandt, wordt er nat stro over het lijk gelegd. Men heeft dit stro vooraf in de Bagmati rivier natgemaakt zodat er veel witte rook omhoog stijgt. Twee mannen porren af en toe met lange bamboestokken in het vuur om het verder aan te wakkeren.
De oudste zoon zit naast de brandstapel van de overledene. Hij heeft als teken van rouw zijn haren afgeschoren. Hij zit daar rustig en stil terwijl het lichaam van zijn overleden vader in rook op gaat. Hoewel fotograferen eigenlijk verboden is omdat Nepalezen geloven dat de ziel wordt meegenomen in de foto, zien ze een hele rits Japanse toeristen met hun 'klikklik' toestellen foto's en video's opnemen. Met moderne telelenzen kan men zelfs van op de overkant van de rivier erg gedetailleerde foto's nemen van de crematie. Nu is dit verbod niet zo strikt meer als vroeger, maar men verwacht toch een beetje respect van de toeristen om het ritueel niet onnodig te verstoren.
"Oei, kijk", zegt Sander die met zijn verrekijker alles tot in detail kan volgen, "er valt een arm van de brandstapel!" De mannen duwen met hun bamboestokken de arm terug tussen de vlammen. De zoon blijft sereen en onbewogen zitten naast het brandend lichaam van zijn vader. Waar men bij ons het dode lichaam in een kist buiten het zicht van de nabestaanden verbrandt in een crematorium gaat men hier nog de volledige confrontatie aan met Pietje de dood. Men neemt zijn tijd want het zal nog enkele uren duren vooraleer het lijk opgebrand is. Dan zullen de nabestaanden naar de rivier gaan en zal de oudste zoon zich ontkleden en zijn kleren in de rivier gooien. Hij wordt volledig in het wit getooid en zal die kleren als teken van rouw nog een heel jaar dragen.
Als alles opgebrand is, wordt de as verzameld en in de heilige Bagmati geveegd zodat de restanten van de overledene uiteindelijk in de heilige Ganges terechtkomt. Het verspreiden van de as van de overledene in de rivier is voor de Nepalezen erg belangrijk. Daardoor wordt de fysische herinnering aan de overledene volledig vernietigd. Door de as in de rivier te gooien worden de familieleden geholpen om de dood van de overledene totaal te aanvaarden. Daarenboven kan volgens hun geloof, als de as uit gestrooid wordt in de rivier, geen kwade geest nog bezit nemen van de ziel van de afgestorvenen. Om dezelfde redenen verspreiden volkeren in de bergen de as van hun afgestorvenen met de wind zodat de as weg waait in alle richting en niemand bezit kan nemen van de restanten van de dode.
Het doet voor ons westerlingen allemaal een beetje vreemd aan. Leven en dood staan hier nog heel dicht bij elkaar. Terwijl er op een plateau op de oevers een lichaam wordt gecremeerd, zijn andere gelovigen enkele meters verderop ritueel aan het baden in de rivier en doen vrouwen de was, of drinken sommige zelfs van het water van de heilige rivier. Andere gelovige gooien muntstukjes als offer in de rivier. Maar ook hier in Nepal is niet iedereen religieus geïnspireerd. Lepe jongens trachten het geofferde geld op te vissen door een magneet aan een touw dat ze over de bodem van de rivier verder trekken. Dat spelletje duurt zo lang tot de politie het ziet, want dan lopen ze zo snel mogelijk weg.
Het gezelschap stapt terug in de jeeps en rijdt naar het hotel. Ze zijn blij dat ze onder een douche het stof en alle narigheden van de dag kunnen wegspoelen. Fris en monter kunnen ze om zeven uur aanschuiven aan het buffet. Om negen uur worden ze verwacht in de vergaderzaal voor de avondsessie. Voor de jongere is het ondertussen volop Wifi-time. Ze kunnen hun schade inhalen want in het hotel is inderdaad een degelijke internetverbinding. In de vergaderzaal staat een groot videoscherm klaar met daarop het stilstaand beeld van een Boeddhistische non met haar kaalgeschoren hoofd en dieprode gewaad.
"Eerst mogen jullie kennis maken met Ani Choying Drolma, een boeddhistische non uit Nepal", zegt Sven. "Dit is geen gewone non. Ze verenigt twee uitersten in haar persoon. Enerzijds de in stilte biddende en mediterende non, anderzijds de moderne rockster die volle zalen entertaint met haar muziek. Sommigen vinden haar de 'Soeur sourir' van het moderne Nepal, maar ze is gelukkig veel meer dan een zingende non. Drolma is eigenlijk een dochter van Tibetaanse ouders die al op jonge leeftijd naar Nepal is gevlucht. Om te ontsnappen aan haar agressieve vader en een gedwongen huwelijk vluchtte ze al op haar dertiende jaar naar het Nagi Gompa klooster in Kathmandu. In het klooster leerde ze zingen. Met een warme, diepe stem brengt Ani, d.i. Nepalees voor 'non', trage, meditatieve muziek die je volledig tot rust brengt. Drolma zingt over vrede en harmonie in het Nepalees en Tibetaans. Sinds haar doorbraak in 1997 heeft Ani al tien albums uitgebracht. De helft van het jaar toert zij over de hele wereld. Ze is ook ambassadrice voor Unicef en leidt een school voor meisjes en een ziekenhuis voor nierpatiënten.
Ze is niet alleen erg populair maar krijgt het als Boeddhistische non ook erg te verduren van conservatieve gelovigen. Men vindt dat de simpele levensstijl van een boeddhiste niet te rijmen valt met haar populariteit en vooral niet met de welvaart die ze door haar muziek heeft verworven. Haar antwoord op al die aantijgingen gaf ze in een interview aan persbureau AP: "Mensen denken dat een boeddhistische non iemand is die nooit in de media komt, die geïsoleerd in een klooster leeft en verlegen is. Ik geloof dat niet. Ik ben tegen het conservatieve en conventionele idee van de non", zegt Drolma.
"Jullie kunnen nu even luisteren naar een video-opname van haar Cd 'Inner Peace'. De muziek bestaat uit melodieus gezongen mantra's." Sven laat de video lopen en zet zich rustig bij de andere. Hij is benieuwd naar hun commentaren. Paul en Sylvia vinden het rustgevende muziek, ideaal om als achtergrondmuziek te gebruiken bij hun grafisch werk. Natuurlijk luisteren Jo en Mieke, het muzikale duo, vol aandacht naar de fijne melodieën. Maar Lea en het koppel Alex en Micheline vinden het eerder slaapverwekkend en eentonig. Volgens Alex zit er geen leven in deze trage muziek. Het is allemaal zo flauw gezongen. Echt iets voor een non. Dat Ani zo een populaire zangeres is in Nepal kan hij zelfs niet begrijpen.
Het heeft iets dubbels, vindt Sander. "Het klinkt inderdaad zoals het gedempt koeren van Turkse tortelduiven. Ze blijven hun eentonig 'geroeketoe' tot vervelens toe herhalen. Maar toch, hoor ik dat graag. Ook bij Gregoriaanse gezangen vind je die zeurende, dragende tonen die je uiteindelijk ontspannen en vrede doen nemen met de hele wereld. Hier heb ik ook een warm en aangenaam gevoel bij." Drolma wenst trouwens dat haar gezongen vredesboodschap van mantra's gratis te beluisteren is voor iedereen die het wil horen. Dat is haar manier om de blijde Boeddhistische boodschap onder de mensen te verspreiden. Wie meer wil horen van de Boeddhistische non Drolma tikt gewoon haar naam in bij Youtube en je krijgt verschillende gezangen te horen. https://www.youtube.com/watch?v=6LIspYlT6g4&t=732s
"En nu iets heel anders," zegt Sven, "de volgende oefening komt uit het boek 'The magic' van Rhonda Byrne en heet: tel je zegeningen. Een licht ouderwetse benaming om alle dingen te benoemen in je leven waar je dankbaar voor kunt zijn. We beseffen vaak pas te laat hoe belangrijk mensen en dingen uit onze omgeving zijn als we ze moeten missen of als ze verdwenen zijn. Als je die oefening bewust doet, begin je pas te beseffen hoe rijk je wel bent. Als je het niet meer de moeite vindt om dankbaar te zijn omdat je bijv. alle geluiden van vogels tot de mooiste muziek kunt horen, leef je in hoge mate onbewust.
Wil je het echt weten hoe belangrijk 'kunnen horen' wel is, ga het dan even vragen aan een dove. Als het kan natuurlijk, want 'iets vragen aan een dove', dat gaat zo maar niet, tenzij hij goed is in liplezen. Schrijf je vraag maar op een stukje papier en je komt na zijn antwoord met het schaamrood op je wangen terug. De psychologe en ‘geluksprofessor’ Sonja Lyubomirsky beschrijft in haar boek ‘De maakbaarheid van het geluk’, een routekaart met twaalf geluksbevorderende wegen. Eén daarvan is dankbaar zijn en dat kan je gemakkelijk leren. Als je dankbaar bent, wordt je sneller blij met wat je al hebt en word je minder materialistisch. Je gaat jezelf minder gemakkelijk vergelijken met anderen en je hebt minder last van negatieve emoties. Als men dankbaar is verhoogt men net zoals iemand die liefde of vreugde uitstraalt zijn trillingsfrequentie. Men voelt zich goed en licht. Uit onderzoek blijkt dat dankbaar zijn een meetbaar positief effect heeft op je gezondheid en geluk. Het serotoninegehalte in je bloed verhoogt, wat goed is voor je humeur. Het oxytocine en dopamine gaan de hoogte in wat goed is voor je relaties en voor je geluk. Dankbaar zijn is bovendien goed voor je immuunsysteem, je slaappatroon en je bloeddruk. Hoe meer je bezig bent met dankbaar zijn, hoe meer je ontdekt om dankbaar voor te zijn. Volgens de universele wet van de aantrekkingskracht trek je aan wat je voelt. Als je je dankbaar voelt, ga je nog meer dingen aantrekken om dankbaar voor te zijn. Dat geeft een gevoel van overvloed. Als men zich constant oefent in dankbaar zijn, bouwt men een emotionele reserve op voor moeilijke dagen. Uiteindelijk ben je blij met wat er nu is, wat je al hebt en vooral met wie jezelf bent.
Luc, die als Nederlandse dokter in zijn jeugdjaren nog in een kerkkoor heeft mee gezongen en al enkele stevige Rakshi's heeft gedronken, kent de tekst van het lied 'tel je zegeningen' dat geregeld in de kerkdienst werd gezongen nog goed van buiten. "Gaan we even de religieuze toer op"? Vraagt hij licht spottend. Tot ieders verbazing begint hij met een zachte tenorstem te zingen: "Tel uw zegeningen een voor een, tel ze alle en vergeet er geen, tel ze alle, noem ze een voor een en ge ziet Gods liefde dan door alles heen." Luc krijgt zowaar spontaan applaus van de groep.
"Inderdaad", zegt Sven, "een erg zinvolle tekst die veel mensen meer bewust kan maken hoe belangrijk 'dankbaarheid' in een mensenleven is. Hij bezorgt iedereen een leeg blad papier en vraagt om minstens tien dingen te noteren waarvoor ze dankbaar kunnen zijn in hun leven. Om jullie op weg te helpen, zie je hier een voorbeeld van J.B., een van de vroegere deelnemers van deze reis. Hij projecteert de tien zegeningen van J.B. op het scherm.
Ik tel mijn zegeningen en ben dankbaar voor:
1 Ik ben dankbaar voor mijn creatieve geest omdat ik hiermee mijn leven vorm kan geven.
2 Ik ben gezegend omdat ik een toegewijde moeder en vader heb gehad, omdat ik daardoor diezelfde zorgzaamheid kan overdragen op onze kinderen en andere mensen.
3 Ik ben dankbaar uit de grond van mijn hart voor mijn gezond lichaam omdat ik daarmee mijn doelen kan realiseren.
4 Ik ben zo blij en dankbaar voor mijn vrouw; mijn wederhelft, omdat ze al jaren mijn leven deelt.
5 Ik ben X dankbaar omdat hij mij echt vertrouwen met een grote V heeft gegeven.
6 Ik ben Y dankbaar omdat hij mij verlost heeft van onnodige geestelijke ballast in mijn geestelijke ontwikkeling.
7 Ik dank Z omdat hij voor mij een echte gids is op mijn spirituele pad.
8 Ik ben blij met ons huis en vooral onze tuin in het groen omdat het mijn contact met de natuur versterkt.
9 Ik, of beter, wij zijn gezegend met onze kinderen, omdat ze ons jong houden en ons contact versterken met zoveel andere kinderen en ouders.
10 Ik ben dankbaar voor mijn muzikaal talent omdat ik hiermee positieve geluiden kan verspreiden in de samenleving.
"Dit is maar een voorbeeld," zegt Sven. Jullie krijgen rustig de tijd om je eigen "zegeningen" te noteren. Laat dit voorbeeld je niet weerhouden van erg concrete, dagelijkse zegeningen te noteren. Zelfs in de gebeurtenissen van vandaag kan je elementen vinden om dankbaar voor te zijn."
Alex en Micheline lezen de lijst met dankzeggingen van J.B. en bekijken elkaar een beetje ongelovig aan."Waar die gast allemaal dankbaar voor is", zegt Alex een beetje spottend. "Je moet het maar verzinnen." Als rijke zakenlui hebben ze zoveel fantastische dingen in hun leven die ze maar al te vanzelfsprekend vinden. Vakanties, dure auto's, op restaurant gaan; eigenlijk leven ze als verwende kinderen die alles liefst zo snel mogelijk op hun schoot willen krijgen. Ze hebben het vreemde gevoel dat ze voor al hun verworvenheden nu niet bepaald dankbaar hoeven te zijn. Ze hebben er zelf toch keihard voor gewerkt. Maar goed, ze zullen het spelletje mee spelen en ook hun eigen lijstje samenstellen.
Ze beginnen allemaal wat aarzelend en weten eerst niet goed wat noteren. Waarvoor zou je nu dankbaar moeten zijn, vragen ze zich af. Maar van zodra ze een paar elementen gevonden hebben, begint het ineens erg te vlotten en noteren ze tot hun eigen verbazing de ene zegening na de anderen. Ze vinden er zelfs plezier in omdat ze zonder er erg in te hebben beginnen te beseffen wat een rijkdom en welvaart er in hun leven te vinden is.
Als iedereen klaar is, verzamelt Sven hun lijstjes met zegeningen. "Misschien is het interessant als jullie elk één zegening uit jullie lijst waar je bijzonder dankbaar voor bent met de rest van de groep wil delen en erbij vertellen waarom.
Wie begint?" "Ik ben dankbaar omdat ik gewoon alles terug goed kan zien en geen last meer heb van mijn ogen, " zegt Miel. En voegt hij eraan toe: "Ik had enkele maanden geleden iets aan mijn ogen en moest noodgedwongen geblinddoekt rondlopen. Ik was zo blij als een kind toen ik die ooglappen kon verwijderen en terug gewoon kon zien."
"Ik ben dankbaar voor die misvormde bedelaar voor ons hotel in New Delhi", zegt Liza, "omdat hij mij opeens deed beseffen hoe rijk wij zelf wel zijn."
"Ik ben dankbaar voor het grootste geschenk dat ik ooit gekregen heb en dat zit' hier naast mij, zegt Paul. Zijn Sylvia krijgt een lichte blos en geeft hem spontaan een zoen op zijn wang.
"Ik ben dankbaar voor mijn goede gezondheid", zegt Luc, "omdat ik als dokter maar al te goed besef wat een ellende ziekte in een mensenleven kan veroorzaken."
" Ik ben dankbaar voor onze Leentje en Toon, ons twee schattige kleinkinderen. Als ik ze zie lachen en spelen voel ik mij weer jong en gelukkig", zegt Dora.
"Ik ben dankbaar voor de natuur en vooral de bossen waarin ik leven mag," zegt Sander. "Ik zie God in elke vogel, ree of vlinder. De natuur is mijn grootste leerboek".
"Ik ben dankbaar voor mijn twee prachtige, Arabische paarden' zegt Lea. Als ik de elegante schoonheid zie van deze twee hengsten die galopperen door de wei voel ik mij goed gezind."
"Mijn mooie stem is een van mijn grootste zegeningen," zegt Jo. "Ik zing doodgraag alleen of in koor en als andere mensen daar dan nog graag naar luisteren is dat dubbel plezierig". "En voor mij zijn mijn kleuters een onuitputtelijke bron van dankbaarheid, want je krijgt van die lieve snoeten elke dat een energieboost. Ze geven in al hun spontaneïteit zoveel terug". zegt Mieke.
Theo, de nerd, die week in week uit uren na elkaar vast gevezen zit aan zijn computerscherm is dankbaar voor deze reis en vooral voor het gezelschap. "Door deze reis kan ik niet anders dan de virtuele wereld van mijn pc-scherm links laten liggen en krijg ik terug meer contact met de echte wereld."
Wendy durft eigenlijk niet luidop zeggen dat ze dankbaar is voor haar sexy, schoon lijf en al de aandacht die ze krijgt van de mannen. Ze vertelt liever iets onschuldigs waar niemand problemen zal mee hebben. Ze zegt dan maar: " Ik ben dankbaar dat mijn beide ouders nog gezond zijn."
"En Sven, waar ben jij dankbaar voor? Dat benieuwt mij," zegt Sander. "Heb je een uurtje?" vraagt Sven lachend. "Er is zoveel in mijn leven waar ik dankbaar voor ben. Tot slot", voegt Sven eraan toe:"
Jullie krijgen een eenvoudig mentaal trucje dat je in het sociale leven goed van pas zal komen. Beeld je in dat je de dankbaarheidsenergie die je doorgeeft, verandert in magisch goudpoeder. Strooi dat magisch poeder in je verbeelding als confetti over de persoon die jou vandaag een dienst heeft bewezen en zie wat er gebeurt. Als je dat regelmatig doet, zal je versteld staan van het effect dat jou 'magisch goudpoeder' heeft op mensen in je omgeving." Ze krijgen van Sven allemaal een klein flesje zoals uit een kruidenrek met een gouden dop. In het flesje zit geen gouden poeder maar een dicht gevouwen briefje met een boodschap. Sven vraagt hen om het flesje pas te openen voor het slapen gaan, niet eerder.
Geeuwend van de vaak staat Miel in de badkamer en draait de dop van zijn gouden flesje open. Hij wil per se eerst nog weten welke boodschap hij heeft meegekregen van Sven. Op het briefje staat in kleine letters: Drie tips om je dankbaarheid te bevorderen:
1 Hou een dankbaarheidsboekje bij. Noteer elke avond voor het slapen gaan, drie dingen van de dag waar je dankbaar voor bent.
2 Voorzie een dankbaarheidsbokaal met lege briefjes. Noteer telkens je dankbaar voor iets bent die 'zegening' op het briefje en stop het in de bokaal. In tijden van nood of miserie heb je dan een goede reserve om jezelf weer op te peppen en stroomt je hart misschien wel over van geluk en dankbaarheid.
3 Schrijf een bedankbriefje als je ergens van geniet, blij bent van iets, of iets moois vindt.
'Dankbaar zijn en het niet zeggen, dat is zoiets als een cadeautje mooi inpakken en het níet geven,’ William Arthur Ward
Het wordt een drukke dag vandaag. In de voormiddag wordt de groep in twee gesplitst want niet iedereen heeft die dure vlucht over de Himalaya gereserveerd en sommige zoals Liza en Miel, Joe en Mieke en ook dokter Luc met zijn Dora blijven liever met de voetjes op de grond. Zij kunnen, terwijl de rest van de groep over de bergen vliegt, op eigen houtje de stad verder verkennen of gaan shoppen. In de namiddag bezoeken ze allemaal samen Bhaktapur, de best bewaarde stad van Nepal en ook de mooiste. Het is één van de drie Koningssteden en ligt net als Kathmandu en Patan in de Kathmanduvallei op 20 kilometer van de hoofdstad.
Aan het ontbijt kan Sander het niet laten om zijn gouden potje boven te halen om zijn gekregen spreuk voor te lezen. “Dankbaarheid is een kenmerk van edele zielen,” declameert hij bijna plechtig zodat iedereen het goed horen kan. Een gezegde van de Griekse dichter Aesopus."Ik voel mij door deze spreuk ineens bij het betere gezelschap van de nobele zielen." zegt hij met een gespeeld gevoel van trots.
"Ik vind de mijne ook niet slecht ", zegt Mieke. “The more grateful I am, the more beauty I see.” van de spirituele leraar Mary Davis.
"Ik heb er eentje van Doris Day", roept Wendy. Gratitude is riches. Complaint is poverty. "Ik ga mijzelf eens rijker maken door enkele honderden keren per dag dankjewel te zeggen. Zo een goedkope investering kan ik niet laten liggen."
"En ik krijg blijkbaar ook een upgrade", zegt Theo. Gratitude will shift you to a higher frequency, and you will attract much better things.” van de Australische Rhonda Byrne die met de film en het boek 'The Secret', gebaseerd op het geloof in 'The Law of Attraction' beroemd werd.
Als mijn spreuk waar is, dan ben ik ook goed op weg", zegt Sylvia. “Gratitude helps you to grow and expand; gratitude brings joy and laughter into your life and into the lives of all those around you.” van Eileen Caddy, een spiritueel leraar en schrijver die het best bekend is als een van de oprichters van de Findhorn Foundation gemeenschap in het Findhorn.
De nuchtere Lea kijkt een beetje verveeld naar al die enthousiaste reacties van de groep op die spreuken. Ze vindt het allemaal nog al sterk overdreven en niet realistisch. Het geloof in die gezegden is volgens haar 'wishful thinking' dat je na een paar dagen allemaal vrolijk vergeten bent. Haar gekregen citaat belooft dan ook heel veel:" Gratitude unlocks the fullness of life. It turns what we have into enough, and more. It turns denial into acceptance, chaos to order, confusion to clarity. It can turn a meal into a feast, a house into a home, a stranger into a friend,” van Melody Beattie een Amerikaanse auteur van zelfhulpboeken.
Dokter Luc heeft er eentje gekregen in het Frans van de beroemde 'collega' dokter Albert Schweitzer. Omdat hij moeite heeft met de uitspraak van het Frans durft hij het niet hardop voor te lezen en houdt het maar stilzwijgend voor zichzelf. La gratitude est le secret de la vie. L’essentiel est de remercier pour tout. Celui qui a appris cela sait ce que vivre signifie. Il a pénétré le profond mystère de la vie.
Veel tijd hebben ze niet want de Himalaya-vliegers moeten zich nog vlug klaarmaken voor hun trip naar de luchthaven. Ze hebben geluk met het weer. Het is een open en heldere hemel met de opkomende zon die de besneeuwde bergen in vuur en vlam zet. In de luchthaven staan de kleine vliegtuigen van 'Buddha air' al op hen te wachten. Inchecken gaat vrij eenvoudig en snel in de kleine vertrekhal. De vliegtuigjes lijken op grote sportvliegtuigen en bieden plaats aan ongeveer 15 tot 25 passagiers.
Ze zitten nog maar net op hun plaats en de piloot geeft al volle gas. Het vliegtuig komt los en stijgt steil naar het oosten, de Himalaya in. Himalaya betekent in het Sanskriet 'land van de sneeuw'. Ze zullen hiervan vanuit de lucht snel de bevestiging krijgen, want de ene besneeuwde bergtop volgt de andere op. Ondertussen krijgen ze allemaal een folder met een kaart van de hele horizon vol bergtoppen. Er zijn gelukkig zeer grote, ovale ramen en men mag er van plaats wisselen. Ze hoeven zich niet druk te maken of ze wel aan de goede kant zitten, want men kan er letterlijk vrij rondlopen om de mooiste beelden te schieten of te filmen.
Aan boord zijn de opgewonden toeristen heel collegiaal en iedereen wisselt gemakkelijk van plaats. Ook het vliegtuigpersoneel kent zijn rol, alle passagiers mogen om beurt helemaal over de piloten geleund, mooie foto’s nemen vanuit de cockpit. Men kan er rustig alle boordinstrumenten bestuderen en heeft er een panoramisch zicht over de bergen. Paul heeft een echt 'wauw-gevoel' en wordt er stil van. Het indrukwekkende berglandschap lijkt wel een pretpark van besneeuwde bergtoppen! Wat een panorama! Het is er zo mooi dat hij er eigenlijk langer blijft staan dan nodig is. Er staan er al vijf ongeduldigen aan te schuiven voor hun beurt in de cockpit.
Het kleine vliegtuig schommelt licht heen en weer en geeft Sander echt het gevoel van te vliegen zoals een vogel. Hij is al heel zijn leven gefascineerd door vogels en heeft al altijd gedroomd van 'te kunnen vliegen'. Het was en is nog steeds een kinderdroom om zoals Ikaros op eigen vleugelkracht recht omhoog de hemel in te vliegen. Met dit erg wendbare toestel van 'Buddha air' wordt de illusie kunnen vliegen als een vogel even werkelijkheid. Van binnen neuriet hij het kinderliedje: "Ach meneer een mooie vogel wil ik zijn, met sterke vleugels alstublieft meneer Merlijn".
De vrouw van Alex, Michelin, houdt zich opvallend stil. Ze voelt zich een beetje mottig door al dat gewiebel. Ze zoekt veiligheidshalve toch maar een kotszakje, je weet maar nooit. De piloot geeft ondertussen de nodige uitleg. Het Himalaya-gebergte is natuurlijk veel meer dan de Mount Everest. Ze vliegen verder de oostelijke Himalaya binnen en komen een hele rij bergpieken tegen. Scherpe pieken met zeer steile wanden want het Himalaya-gebergte is nog jong en groeit nog elk jaar een beetje hoger.
Al die vreemde namen gaan het ene oor in en vliegen het andere weer uit. Gelukkig hebben ze hun folder met de kaart zodat ze toch een beetje die bergreuzen kunnen herkennen. Vooral als er anekdotisch verhaal aan vast hangt, blijft de naam van de berg beter in het geheugen zitten. Zo vergeet men natuurlijk de 6956 meter hoge Numbur niet, die wel wat op een vrouwenborst lijkt met een mooie witte tepel erop. Volgens de legende zorgde deze ‘vrouwelijke bron in de lucht’ voor pure melk voor de sherpa’s. Dan volgt de hele mooie Cho–Oyu, de turkooise godin genaamd, met 8021m, de 6de hoogste ter wereld. Na de bekende Nuptse met 7855 meter, de westpiek van Mount Everest vliegen ze naar het dak van de wereld: de top van de 8848 meter hoge Mount Everest. De ervaren piloot vliegt zo dicht mogelijk rond de piek om zijn passagiers de kans te geven om kiekjes te nemen uit alle hoeken. Er volgen nog enkele indrukwekkende bergtoppen die moeilijk te beklimmen zijn zoals de Gyachung Kang, met zijn 7952m.
Paul zit een beetje stil en euforisch voor zich uit te staren. Hij heeft dat wel al meer gehad telkens hij in een vliegtuig ergens hoog boven de wolken zit. Hij voelt zich dan om een onverklaarbare reden intens gelukkig en heel verbonden met de wereld. Ongewild moet hij denken aan de heilige Antonius die elke dag in zijn boomhut klauterde om te gaan bidden en mediteren. Op een hoog niveau, los van de aarde en de mensen kwam hij zo dichter bij zijn grote Oorsprong. Stilaan verdwijnen de laatste toppen uit het zicht en het vliegtuig daalt naar de Kathmandu Vallei.
Na die hoogtepunten ebt de kortstondige opwinding bij de passagiers snel weg. Ze wisselen ondertussen foto’s en filmbeelden uit met de andere deelnemers. Na de vlucht krijgen ze nog een ‘diploma’ als bewijs van hun vlucht over de Mount Everest en kunnen ze een video kopen die de mooiste beelden toont van het Himalaya-gebergte. Dat ze praktisch al die moeilijke namen van de bergtoppen ondertussen al vergeten zijn, is niet zo erg. De ervaring van zo dicht tegen die bergen aan te vliegen kan niemand hen nog afnemen.
Met een busje rijden ze naar Bhaktapur waar de rest van de groep hen opwacht. Ze zullen samen de stad verder verkennen. In de straatjes van Bhaktapur vinden ze genoeg tempeltjes, monumenten en pleinen om mooie foto's en beeldmateriaal te verzamelen. Zo maar rond dwalen door deze stad geeft het gevoel van door een open lucht museum te lopen. Op Potter’s Square demonstreren ambachtslui hoe potten gemaakt worden en wat verderop versieren vrouwen met allerlei motiefjes en kleuren de kale potten. Ook houtsnijders en wevers tonen hun kunstwerken. Maar de groep is vooral gefascineerd door een kunstenaar die met een haarfijn borsteltje op een katoenen doek een thangka schildert. De afbeelding wordt geschilderd met lijm getrokken uit jakhuid vermengd met kalk en als verf gebruikt men kleurstoffen met als bindmiddel jakvet. Het schilderwerk is zo stevig dat men het doek gemakkelijk kan oprollen zonder het schilderij te beschadigen. Men noemt het daarom ook wel een rolschildering (scroll-painting).
Oorspronkelijk waren het boeddhistische banieren die in een klooster, of boven een familiealtaar werden gehangen en tijdens ceremoniële processies door monniken werden gedragen. Eigenlijk schildert de kunstenaar een geometrisch patroon dat metafysisch of symbolisch de kosmos uitbeeldt. Zijn kunstwerk dient als meditatievoorwerp.
Een jonge vrouw in een prachtige sari nodigt de groep uit om in het atelier de kunstwerken te bekijken. De thangka's zijn niet alleen uniek en echt prachtig maar ook erg duur. Er kruipen zoveel uren werk in het minutieus schilderen met een penseeltje met één of een paar haartjes. Dat belet dokter Luc en vooral zijn vrouw Dora niet om er toch eentje te kopen. Dora ziet de thangka al hangen in haar living naast die grote kast terwijl haar gasten vol bewondering zich verdringen om het werk van dichtbij te kunnen zien.
Zelfs Theo en Wendy zijn gefascineerd door die harmonisch opgebouwde schilderijen. De diagrammen met cirkels en vierkanten en Boeddha's hebben iets mystieks. Ze kopen een exemplaar dat voorzichtig wordt opgerold en in een aangepaste koker wordt gestopt.
Ook Paul en Sylvia zouden dolgraag een rolschildering meenemen, maar de prijzen liggen echt te hoog voor hun beperkt budget. Ze vragen aan de verkoopster of ze foto's mogen nemen van de werken. Als inspiratiebron voor hun designwerk zijn deze kunstwerken onbetaalbaar. Het mag van de verkoopster. Paul is zo enthousiast bezig met zijn foto's dat hij niet eens merkt dat de groep de winkel al heeft verlaten en verder de stad in trekt. Gelukkig is Saskia op haar stappen terug gekeerd om manlief terug bij de groep te krijgen.
Onder een open galerij zitten wel twintig mannen samen te musiceren. Het is geen orkest of band, maar eerder een losse groep van mannen die graag zomaar voor de lol muziek maakt. Ze lachen en tateren als ouwe tantes onder elkaar terwijl ze allemaal van plezier met hun klankschalen, belletjes en handpercussies spelen. Als de groep wat dichterbij komt, wordt meteen duidelijk waarom die mannen zoveel plezier hebben. Een jonge man legt zijn instrument neer en zuigt volop aan een cannabispijp en blaast de rook in het gezicht van zijn compagnon. Zijn uitpuilende ogen draaien letterlijk rond terwijl hij vrolijk lacht naar de toeristen. Vooral dat stupide lachend gezicht verraadt het gebruik van drugs.
Nepal heeft een rijk verleden wat het gebruik van cannabis betreft. Het kruid groeit gewoon in de bergen en wordt al eeuwenlang gebruikt tijdens religieuze feesten. Het was dan ook geen toeval dat in de jaren zestig de hippies massaal afzakten naar Katmandhu om er zonder problemen wiet te roken of te snuiven. Kathmandu werd een paradijs voor de hippies die in de legendarische 'freak street' probleemloos in de legale winkels hasj konden kopen van zeer goede kwaliteit. De kweek, verkoop en distributie vonden op grote schaal plaats en was een rijke bron van inkomsten voor Nepal.
Onder internationale druk, vooral van de Verenigde Staten, werden er wetten in Nepal gestemd waardoor cannabis illegaal werd. Omdat sinds 1973 het gebruik van cannabis verboden is in Nepal werd die rijke bron van inkomsten grotendeels droog gelegd. Noodgedwongen begon de overheid hard op te treden tegen distributeurs, kwekers en de wietshops. Maar het gebruik tijdens grote religieuze feesten wordt nog steeds getolereerd. Bij vieringen reizen bijna een miljoen volgelingen naar de Pashupatinath-tempel in Kathmandu om deel te nemen aan rituelen die gewijd zijn aan Shiva. Daar kunnen de van dreadlocks voorziene Sadhoes ongestoord verder wiet of andere drugs gebruiken voor religieuze en spirituele doeleinden. Hun religieuze rechten worden erkend door de autoriteiten.
"Stel," vraagt Jo " het is dus maar een veronderstelling hè, dat ik wiet zou willen kopen. Zou dat gemakkelijk lukken hier?"
"Geen probleem", zegt Sven. "Daarenboven is de wiet hier van zeer goede kwaliteit en kost veel minder dan bij ons. De cannabissoorten uit Nepal zijn trouwens wereldberoemd en er worden grote hoeveelheden geëxporteerd. Af en toe worden tonnen cannabis in beslag genomen want de handel is illegaal en strafbaar. Alleen gewone burgers die in het bezit zijn van grote hoeveelheden worden gearresteerd. Bij klein cannabisgebruik knijpen veel agenten een oogje dicht. Als men toch aangehouden wordt, kan een klein beetje smeergeld wonderen doen."
"En Sven, waarom bezoeken we eigenlijk de fameuze apentempel niet in Kathmandu." vraagt Alex. "Ik zou wel eens graag poseren voor een familieportret tussen mijn verre neven". "Ja, dat is een keuze van de reisorganisator", zegt Sven. "Je bedoelt de veelbezochte Swayambhunath, een van de mooiste tempels van Kathmandu, ook wel bekend als de Apentempel. De tempel ligt op een heuvel en om er te komen moet je meer dan 350 traptreden beklimmen. Tijdens die klim heb je je handen vol om de brutale apen van je lijf te houden. Zelfs de babyaapjes komen dicht bij de mensen. Jammer genoeg soms zo dicht dat ze met je handtas lopen gaan of je sandwich uit je handen ritsen. Veel restaurants hebben zelfs hondjes opgeleid om die vervelende apen weg te houden van de tafeltjes, want anders kan je zelfs niet meer rustig eten. Dat je er ongevraagd vlooien en krabletsels kunt aan over houden, moet je er maar bijnemen. Vele bezoekers aan die tempel doen dat zelfs met een stevige stok of paraplu om de al te familiare apen op afstand te houden. Nu Alex, maak je maar geen zorgen, je krijgt nog wel de kans om met je verre neven en nichten te poseren, want ook in Varanasi is er een apentempel en die bezoeken we wel."
Ze vertrekken op tijd terug naar Kathmandu. Hoewel het nog maar 15 km ver is, wordt het alleszins een lange en moeilijke tocht. De wegen van Kathmandu naar Bhaktapur hebben meer gaten dan asfalt en het zand stuift alle kanten op. Het busje wiebelt en schokt als het rijdt maar ze staan al na enkele kilometers rijden minstens tien minuten bijna stil door de gigantische verkeersinfarcten die de wegversmallingen en kruispunten zonder stoplichten veroorzaken. Het eerste uur leggen ze hooguit tien km af. Als ze stilstaan, komt de benzine- en dieselgeur van de uitlaatgassen gemengd met stof ook in het minibusje.
Sander heeft het snuggere idee om een raampje open te zetten om wat frisse lucht te happen. Net op dat moment start een oude bus naast hen en geeft een dikke, zwarte walm cadeau die pal door het raampje naar binnen waait. Sander kan nog vlug het raampje dichtschuiven om de rest van de stankwolk buiten te houden. Ze proesten en kuchen of houden een zakdoek voor de mond. "Allez, merçi hé Sander voor de frisse lucht," zegt Alex al lachend.
Ze zijn wat blij als ze uiteindelijk kunnen uitstappen voor hun hotel. Het stof uit hun kleren kloppen en een frisse duik in een bad, of lekker douchen, zal hen deugd doen. Ontspannen en goed gezind komen ze na het avondmaal samen voor de avondsessie. "We gaan vandaag in deze avondsessie verder de hoogte in," zegt Sven. "De Himalaya-vliegers zijn deze morgen hoog van de grond gegaan en hebben hun vlucht over het dak van de wereld gehad. Maar we kunnen ook in onszelf hoger stijgen door ons trillingsgetal te verhogen." Aan de verwonderde blikken ziet Sven maar al te duidelijk dat ze niet begrijpen wat hij bedoelt. "Jullie weten allemaal dat materie zoals wij ze zien eigenlijk niet bestaat. Sinds Einstein weten we dat materie eigenlijk een verdichte vorm van energie is. Ook ons lichaam is geen materie maar een vorm van energie. Niet alleen ons lichaam, maar ook onze geest, gedachten en emoties bestaan uit energie met een eigen trillingsfrequentie. Wij zijn trillingswezens en bestaan uit verdichte energie met een bepaald trillingsgetal.
Ons persoonlijke trillingsfrequentie is geen statisch gegeven maar wordt beïnvloed door de toestand van ons fysieke lichaam, onze emoties en onze gedachten en kunnen we bewust verhogen om spiritueel te groeien. Merkwaardig is dat we vooral trillingsfrequenties aantrekken die we zelf uitzenden. Het gelijke trekt het gelijke aan. Nog eenvoudiger uitgedrukt 'soort zoekt soort'. Dus lagere energievormen trekken andere lagere energievormen aan en vice versa, hogere energievormen trekken andere hogere energievormen aan. Een beetje concreter om het te verduidelijken: een primair mens die uit is op geweld, grofheid en crimineel gedrag zal zijn broeder in het geweld wel vinden. Mensen met lage frequenties voeden zich met moddergevechten, boksmatchen en gewelddadige films.
Kunstenaars en liefdevolle mensen zullen andere mensen vinden in hun leven die ook houden van schoonheid en goedheid. Al wat we in ons leven tot ons nemen heeft zijn trillingsfrequentie. Zo heeft harmonische muziek een hogere frequentie dan staalharde rockmuziek. Zo hebben bloedrijke biefstukken, rauw vlees en alcohol een lagere trillingsfrequentie dan volle biologische rijst, groenten uit de tuin of een vers biologisch appeltje.
De energie die een persoon uitstraalt, is voelbaar of waarneembaar door andere mensen. Het zal jullie niet verwonderen, dat negatieve gevoelens van jaloersheid, woede, nijd en afgunst een laag trillingsgetal uitzenden. Anderzijds zullen positieve gevoelens van dankbaarheid, liefde en altruïsme een hogere trillingsfrequentie hebben. We vangen niet alleen energietrillingen van anderen op, we zullen ook meetrillen of resoneren op hun uitgezonden trillingen. Hoe sterk we kunnen meevoelen, is overduidelijk op een begrafenis waar we worden meegezogen in de trieste en wanhopige gevoelens van de nabestaanden van de overledene. Ik heb ooit de begrafenis van een dood gereden jonge vrouw meegemaakt waar praktisch iedereen in de bomvolle kerk snikte of snotterde en de meesten hun gezicht verborgen achter een natte zakdoek.
Dat gebeurt natuurlijk ook met positieve gevoelens. Er zijn weinig of geen mensen die niet meegesleurd worden in de hilarische sfeer als een moppentapper iedereen aan het lachen brengt. We trillen mee in de sfeer van opgeladen blijdschap die we maar al te graag delen met anderen. Als je trillingsgetal laag is, trek je dus negatieve ervaringen aan. Zo kun je in een neerwaartse spiraal terechtkomen van mislukkingen en tegenslagen. Maar het omgekeerde is gelukkig ook waar. Wie een hoog trillingsgetal heeft trekt positieve ervaringen aan en is erg succesvol in het leven. Dat wordt eigenlijk bedoeld met de uitdrukking: het water stroomt naar de zee. Wie rijk is wordt nog rijker. Sven projecteert de bewustzijnsschaal van David R. Hawkins, beschreven in zijn boek: 'Power vs. force', op het scherm.
Deze logaritmisch opgebouwde bewustzijnsschaal is een synthese van langdurig wetenschappelijk werk van David R. Hawkins, een internationaal gerenommeerde psychiater, bewustzijnsonderzoeker, spirituele docent en mysticus. Dit schaalmodel heeft de vorm van een piramide die verdeeld is in bewustzijnsniveaus die lopen van het laagste bewustzijn onderaan naar het hoogste bewustzijn in de top.
Afhankelijk van de omstandigheden zal ons bewustzijnsniveau fluctueren, maar de meeste tijd leven we volgens een bepaald bewustzijnsniveau dat Hawkins 'onze normale staat van bewustzijn' noemt. Hij plaatst het gemiddeld bewustzijn van de huidige mensheid op 210. Het niveau 200 "moed" is volgens Hawkins het omslagpunt, want je hebt nl. moed nodig om hoger te klimmen op de bewustzijnsschaal. Elk niveau onder 'moed' gaat over mensen die hoofdzakelijk met egocentrische gedragingen trachten te overleven. Bij het laagste niveau 30-99 zitten we in 'de jungle van de hongerige beesten' die apathisch zijn en waar de gevoelens van schaamte overheersen. Vanaf 100-199 komen we in 'het land van de verloren zielen' terecht waar de gevoelens van woede en trots overheersen. Bij alle bewustzijnsniveaus lager dan het gemiddelde van het menselijke bewustzijn (210) wordt het leven beperkt tot het puur fysieke lichaam. Hoe lager het trillingsgetal (minder dan 50) van een individu hoe meer kans op crimineel gedrag, werkeloosheid, armoede. Mensen van dit niveau denken dat God wraakzuchtig is en hen veracht en veroordeelt. Voor hen is het leven hopeloos en niks waard. Het is een en al ellende en miserie en ze zijn bijna voortdurend ongelukkig.
Bij hogere niveaus begint de mogelijkheid het eigene leven in handen te nemen en er iets van te maken. Daar is inderdaad moed voor nodig. Wie werkt aan zichzelf kan stijgen naar hogere vormen van bewustzijn. Vanaf 400-499 komt men terecht bij de enthousiaste, creatieve mensen, briljante scheppers en scherpe analisten. Boven de 500 heeft men te maken met mensen die spiritueel ontwaken, met wijzen en mystici die een leven leiden in liefde en wijsheid. In deze groep bestaat werkeloosheid niet, is er geen armoede te vinden, is er geen criminaliteit en ze vinden het leven fantastisch. Bij de allerhoogste vorm is men totaal bewust en voelt men zich één met de kosmos. Die verlichte mensen of Boeddha's zullen door hun grenzeloze liefde en wijsheid de grootste bijdragen leveren voor het welzijn van de mensen.
De opvattingen over God veranderen afhankelijk van het eigen bewustzijnsniveau. Op het laagste niveau denkt men dat God de mens veracht en wreedaardig is. Het is een God die jou veroordeelt, straft en die wraak neemt zoals we die kennen uit het Oude Testament. Bij de hogere vormen van bewustzijn ontmoet men een God die inspireert, liefdevol en wijs is tot men zichzelf verenigt met het Grote Geheel. Hoe men tegen het leven aankijkt ondergaat precies dezelfde verandering afhankelijk van het beleefde bewustzijnniveau. Bij de lagere vormen van bewustzijn ziet men het leven als een zinloze hoop ellende en miserie die van de ene teleurstelling overloopt in de andere. Bij hogere vormen van bewustzijn groeit men naar een leven vol hoop en in harmonie met de kosmos.
We kunnen ons eigen trillingsgetal verhogen door meer bewust te leven. Hoe dat kan zullen we een van de volgende dagen verduidelijken. Ondertussen is het wel belangrijk eerst te weten waar we ons bevinden in die piramide. Voor jezelf uit maken op welk niveau van de piramide je normale staat van bewustzijn zich situeert, is een beginpunt om je trillingsgetal te vinden.
Om jullie plaats in de schaal van bewustzijn gemakkelijker te vinden doen we eerste een eenvoudige oefening. Zoek de man of vrouw die je het meest bewondert en de man of vrouw die je het meest veracht. Anders uitgedrukt: wie heeft volgen jou het hoogste trillingsgetal en wie het laagste. Sven zet zich voor de flip over met een viltstift in de hand. Onder 'Hoog trillingsgetal' schrijft hij alle namen van de grote idolen die de deelnemers bewonderen. Onder 'Laag trillingsgetal' noteert hij de namen van al de figuren die ze verachten.
Dokter Luc is als eerste aan de beurt. Hij vindt Louis Pasteur zijn grote voorbeeld. De man die in de geneeskunde een revolutie heeft teweeg gebracht in de bestrijding van infectieziektes met zijn pasteurisatie- en sterilisatietechnieken en vaccinaties. Het meest veracht hij kwakzalvers zoals een zekere John R. Brinkley uit de vorige eeuw. Die man had gezien dat geitenbokken seksueel erg actief waren en dacht patiënten met impotentieproblemen te kunnen helpen door de seksuele drift van de geitenbok gewoon over te brengen door de testikels van een bok operatief in het scrotum van de impotente man te plaatsen. In het begin lukte het nog ook. De impotente man maakte 'zo gezegd' zijn vrouw zelfs zwanger. De 'mirakeloperatie' kreeg zoveel weerklank dat zijn kliniek zo succesvol werd dat hij enorme bedragen kon vragen voor zijn operaties. Toen begon de miserie: de patiënten kregen pijnen, infecties en tientallen stierven. Bij zijn proces bleek zelfs dat hij zijn doktersdiploma had vervalst.
Zijn vrouw Dora vindt Warren Buffett haar superheld. Deze Amerikaanse zakenman en beursgoeroe staat al enkele decennia op de lijst van rijkste mensen ter wereld. Hij leeft zeer bescheiden en zuinig en gebruikt zelfs geen computer of rekenmachine, ondanks het feit dat hij voor vele miljarden dollars bedrijven koopt. In 2006 doneerde hij zijn gehele vermogen aan liefdadigheidsorganisaties. Als grootste slechterik kent zij maar een man: Adolf Hitler.
Sander de boswachter heeft de grootste bewondering voor Charles Darwin, niet alleen om zijn baanbrekend werk voor de evolutietheorie maar ook als gevoelige, liefdevolle man en vader voor zijn kinderen. De man die hij het meest veracht is Jihadi John, de ISIS-strijder die als gemaskerde beul met plezier slachtoffers onthoofde of in brand stak.
Lea heeft een zwak voor sporters. Voor haar is Nafi Thiam die door de IAAF uitgeroepen werd tot de beste atlete van het jaar haar grote voorbeeld. De grootste terrorist Osama Bin Laden, die verantwoordelijk is voor de aanslagen op 11 september 2001 op de Twin Towers mag voor haar eeuwig branden in de hel.
Theo, de informaticus heeft de grootste bewondering voor een van de belangrijkste wiskundige aller tijden, de Zwitser Leonard Euler. Hij was alleszins de meest productieve wiskundige ooit: zijn verzameld werk beslaat zo'n zeventig delen. Op het einde van zijn leven werd hij volledig blind maar kon hij, dank zij zijn fenomenale en fotografisch geheugen zijn berekeningen dicteren aan zijn wiskundige zoons. Zo werd hij nog productiever dan voorheen en publiceerde toen praktisch één wiskundige publicatie per week. Als meest verachtte persoon kiest hij voor Mao Zedong. De grootst mensenslachter aller tijden. Hij heeft meer slachtoffers gemaakt dan Hitler of Stalin.
Wendy heeft de grootste bewondering voor Madonna als symbool van de vrij gevochten vrouw. Ze kent praktisch al haar liedjes uit het hoofd. Als grootste boosdoener kiest ze voor Marc Dutroux die jonge meisjes opsloot, liet uithongeren en ze verkrachtte. Laat die gewetenloze schurk maar creperen in de gevangenis. Voor
Alex de zakenman is het nogal logisch dat hij vol bewondering staat voor zakenlui die van bijna niks een imperium hebben opgebouwd. Voor hem staat Onassis de scheepsbouwer, die zelfs op latere leeftijd nog Jacqueline Kennedy kon versieren, boven op zijn lijst. Als meest verachtte persoon twijfelt hij even tussen Hitler en Stalin, maar kiest dan toch maar voor de wreedaardige schurk die Stalin was.
Zijn vrouw Micheline was indertijd verblind door de rijke levensstijl en glamour van Jacqueline Kennedy. Voor haar was dit een dame met klasse en smaak. Als slechtste persoon koos ze voor de heks van Buchenwald, Ilse Koch. Ze was de vrouw van een naziecommandant die berucht werd door haar wreedheid waarmee ze haar slachtoffers behandelde. Ze liet zelfs tatoes levend verwijderen van de krijgsgevangenen om haar collectie te verrijken.
Voor Jo de muzikant is Wolfgang Mozart zijn nummer een. Hij voelt zich steeds blij en gelukkig bij het horen van zijn muziek. Bij 'Rondo alla Turca' komen hem steeds de tranen van blijdschap in de ogen. Veel van Mozart's composities berusten op de beroemde 432Hz tonen die harmonie en geluk weergeven. Als slechtste mens kiest hij voor de sadist van de concentratiekampen Jozef Mengele.
Zijn vrouw Mieke houdt het als verpleegster en kinderjuf bij Florence Nithingale als de vrouw waarvoor ze de grootste waardering heeft. Een moedige, wijze, intelligente dame van adel die vol liefde haar patiënten verzorgde. Een slechter mens dan de Hongaarse gravin Dracula, Elisabeth Bathory kon Mieke niet vinden. Ze was een seriemoordenares die 650 slachtoffers maakte, vooral onder jonge meisjes en vrouwen die ze eerst martelde en kwelde en dan gewoon dood sloeg.
Paul de designer kiest voluit voor onze grootste kunstenaar Pieter Paul Rubens. Een polyglot, een filosoof, een diplomaat en zakenman die ook spiritueel al ver gevorderd was. Om een 'meest verachtte persoon' te kiezen, heb ik een probleem," zegt Paul een beetje verveeld. "Er is een massavoorraad aan slechteriken in de wereld, maar persoonlijk veracht ik niemand hoe slecht sommigen ook zijn. Het is niet aan mij die mensen te beoordelen, laat staan te veroordelen want ik ken hun achtergrond en persoonlijke geschiedenis totaal niet. "Schrijf maar op: 'niemand'," zegt hij.
Zijn vrouw Sylvia heeft geen moeite om de hoogste gewaardeerde persoon te vinden. Dat is mijn moeder zegt ze trots. Een pracht van een vrouw en een betere moeder had ik mij niet kunnen wensen. Voor pedofielen die kleine kinderen misbruiken heeft ze de grootste afkeer.
Voor Miel is het al zijn volwassen leven lang de Dalai Lama die op nummer een staat. Volgens hem is de leider van de Tibetaanse boeddhisten een betere versie van onze paus. Als slechterik kiest hij voor Sadam Houssein, die met folterpraktijken in gevangenissen, oneerlijke processen en met gifgassen zijn eigen volk deed creperen.
Zijn Liza vindt de huidige Paus Franciscus niettemin een zeer hoogstaand mens en ook zij kiest voor Marc Dutroux als de grootste slechterik. Als Sven zijn lijstje heeft samengesteld kan Sander het natuurlijk weer niet laten om Sven uit te dagen met de vraag: "En Sven, wie is jouw favoriet en meest verwerpelijk individu?" Sven lacht en schrijft onderaan de lijst belangrijkste mensen de naam Sadhguru Jaggi Vasudev en bij het lijstje slechteriken enkele grote vraagtekens. Omdat hij duidelijk merkt dat praktisch niemand weet wie Sadghuru is, voegt hij eraan toe dat het een Indiaanse yogi, mysticus en auteur is. Hij is een echte wereldleider en heeft als grondlegger van de Isha Foundation die yoga promoot over heel de wereld een zeer grote invloed op wetenschappers en politieke leiders.
Jullie gekozen ideale figuren zijn een afspiegeling van een belangrijk deel van jullie zelf. Tracht eerst jouw idool en daarna pas jezelf een plaatst te geven in die schaal van Hawkins. Jullie kunnen samen proberen om enkele gekozen ideale figuren te plaatsen in de schaal, dan heb je al wat meer houvast. Waar zit bijvoorbeeld de wetenschapper Louis Pasteur op die schaal?"
"Alleszins ergens boven de 400, denk ik" zegt Luc.
"En waar plaats je onze grootste schilder en diplomaat P.P. Rubens?"
" Ik zou mijn favoriet zelfs boven de 500 plaatsen" vindt Paul.
Miel vindt dat hij zijn Dalai Lama wel heel hoog mag plaatsen op de schaal. Zo ergens boven de 600. De meeste zijn het daar zelfs mee eens en zouden hem nog hoger willen plaatsen.
" Waar worden heiligen zoals, Sint Franciscus van Assisi, Sint Antonius, Jeanne d'Arc, de heilige Theresa of Pater Damiaan geplaatst in deze piramide? Ergens boven de 600 of nog hoger?"
"Wie zit er dan daar boven in het topje van die piramide?" vraagt Sander. "Kan je ons enkele namen geven van verlichtte mensen zoals Boeddha. Zijn er nog andere? Was Jezus van Nazareth verlicht of was die nog meer dan een verlichte? En Mohammed dan?
Wie verlicht is, of was is niet aan mij om te beoordelen. Alleen gelijke kunnen gelijke beoordelen en vermits ikzelf helemaal niet verlicht ben, kan ik dat niet weten. Uiteraard kan je afleiden uit de impact die sommige op de wereldgeschiedenis hebben hoe belangrijk ze zijn geweest of nog zijn. Dan kan je een hele lange lijst aanleggen van mensen die wel thuishoren in die top zoals Lao Tzu, Meister Eckhart, Zarathustra, Vivikananda, Krishnamurti, Osho, Mahavir, Gurdjieff om er maar enkele te noemen. Natuurlijk zijn er nog heel wat andere verlichte mensen geweest en er zijn er die nu nog leven zoals Sadghuru of Eckhart Tolle bijvoorbeeld."
"Zitten de grootste wetenschappers zoals Newton en Einstein ook in die top?" wil Theo weten. "Of is uitzonderlijk intelligent zijn niet voldoende om die top te bereiken?"
"En wat met beeldende kunstenaars zoals Leonardo da Vinci, Michelangelo, Rembrandt of Picasso? Waar zitten de grote componisten zoals Bach, Beethoven, Mozart en Wagner in die driehoek? Is daar ook een plaatsje gereserveerd voor de allergrootste schrijvers zoals Dante, Tolstoï, Goethe, Shakespeare, Cervantes, Victor Hugo?
Ze gaan zo nog een tijdje door maar vinden het allemaal bijzonder moeilijk om al die figuren nog maar bij benadering een plaatsje te geven. Vooral omdat hun enige houvast de aangegeven gevoelens zijn zoals verstand, vrede, liefde, enz. die in de marge naast de logaritmische schaal staan. Die begrippen zijn zo vaag en rekbaar dat men bijna alle kanten mee uitkan. Alex heeft het duidelijk moeilijk met die theoretische uitleg van Sven en tracht zijn ongenoegen duidelijk te maken door enkele vervelende vragen te stellen. "Voor zover ik weet," zegt hij," trachten de meeste mensen hun trillingsgetal te verhogen door eens lekker te gaan eten in een driesterrenrestaurant, of door een sportwedstrijd bij te wonen, of door naar een muziekfestival te gaan, of gewoon door een gezellige babbel tussen pot en pint met de vrienden. Is daar iets mis mee? Als ik jou zo bezig hoor, wil jij dat we een leven leiden zoals paters en nonnen die allemaal hun mond vol hebben van liefde, vrede en gelukzaligheid. Maar of ze zelf gelukkiger zijn dan wij? Daar heb ik mijn twijfels over. Trouwens wat heb ik daar nu aan als ik weet dat Onassis onder of boven de 300 staat?"
"Inderdaad, geen gemakkelijke oefening," besluit Sven, " maar ze geeft alleszins enkele aanwijzingen om je eigen plaats op die schaal te vinden. Jullie gekozen idolen hebben een trillingsgetal waar jezelf naar streeft want je plaatst natuurlijk jouw idool iets hoger dan jezelf. De gekozen slechteriken staan ver onder je eigen trillingsgetal. Het belangrijkste blijft dat je beseft een trillend fenomeen te zijn dat bewust zijn trillingsgetal kan verhogen. Daar gaan we bij de volgende sessies werk van maken."
Het is niet de bedoeling om er een wedstrijd van te maken zo van wie zit het hoogst op die ladder. Waar je jezelf lokaliseert op die schaal, hou je beter voor jezelf. We gaan er geen spelletje van maken zo van wie 'boven of onder' mij. Ze blijven nog lang napraten en heftig discussiëren over de plaats van hun topfavoriet in de piramide maar verdwijnen dan stilaan naar hun kamer.
Paul zit als eerste van de groep rustig te wachten bij zijn valiezen in de inkomhal van het hotel. Hij neemt in zijn eentje afscheid van Nepal en zijn taaie bergbewoners. Mijmerend ziet hij de gedrongen, jonge meisjes op blote voeten met hun pekzwart haar voorbij marcheren in de smalle straten. Ze torsen een dokomand op hun rug die ze met een brede platte riem op hun voorhoofd in evenwicht houden. Ze lopen licht gebogen. Rond de voorarm dragen ze allerlei kleurrijke bandjes. In de neus zit een ring als versiering.
Paul moet terugdenken aan de vrouwen in het afgelegen dorp die naast de straat hun kinderen in een grote badkuip wassen. Er ligt bij de badkuip op de plavuizen nog een hoop gewassen kleren uit te druipen wachtend op een volgende spoelbeurt. In het midden van de openbare weg wast een vrouw ongedwongen haar lange, zwarte haren. Ze gooit haar hoofd achterover en de natte haren vliegen naar achter. Hij moet even terugdenken aan die eerste saddhoe die ze te zien kregen met zijn okergeel kleed, het bovenlijf naakt maar wel versierd met kralensnoer en half bedekt met een roodbruine sjaal. Hij ziet opnieuw de man zijn vuile, witte baard en snor. Zijn lange haren heeft hij vast gemaakt op zijn achterhoofd in een lange dot. In zijn hand heeft hij een stokje en een klein busje om te drinken. In een flits zweven rustig wevende vrouwen voorbij die langs de straat gezellig keuvelen met elkaar en veel lachen. Hij hoort opnieuw het getik en gehamer in een portiekje waar koperslagers in kleermakerszit schalen versieren.
Hij blijft verwonderd stilstaan bij de thanka's, de talrijke gebedsstenen met vreemde teksten en de gebedsmolens en vliegt dan in zijn verbeelding met de 'Buddha air' opnieuw over de wit besneeuwde bergtoppen en blijft even hangen boven het dak van de wereld zoals een torenvalk die bidt. Het panoramisch zicht vanuit de cockpit op de adembenemende hoogtes heeft een onvergetelijke indruk op hem gemaakt. Hij zit zo diep verzonken in zijn mijmeringen dat hij ineens opschrikt als Miel naast hem komt zitten. Ook de rest van de groep verzamelt zich ondertussen met hun klaarstaande valiezen rond Sven.
Ze vertrekken met de bus naar de luchthaven van Kathmandu en vliegen terug naar India, naar Varanasi. Dora en Luc hebben Sven gewaarschuwd dat ze vandaag niet zullen mee doen met de daguitstap. Zij hebben deze dag al meer dan zes weken geleden gereserveerd voor het bezoek aan hun 'Foster Parent Child" Mahendra Reddy. Terwijl ze met de bus naar de luchthaven rijden kan Dora het niet laten om Micheline en Wendy de brieven en foto's van Mahendra te tonen die ze via hun correspondentie hebben aangekregen. De brieven zijn in het Hindi geschreven in een mooi handschrift met veel volle lussen en krullen. Het is net of de letters afzonderlijk staan als unieke woordbeelden. Gelukkig is er bij elke brief een Engelse vertaling gevoegd met het verslag van de gezondheidstoestand van Mahendra en zijn familie. Die vertaling is het werk van een medewerker van Foster Parents, de 'Animator' of 'Extension Officer'.
De familie 'Reddy' bestaat uit een simpele boerenfamilie met slechts twee kinderen, twee koeien en nog geen hectare akkerland waar ze aardnoten en gierst op kweken. Bij elke brief zitten een paar foto's van hun 'Foster Parent Child', de familie en ook van hun huis. In een van de eerste brieven hadden zij ook gevraagd om foto's van ons gezin en huis door te sturen, vertelt Dora. "En geloof het, of geloof het niet, nadat wij de foto van onze villa hadden doorgestuurd kregen we prompt de vraag: "Waar en in welk gedeelte van deze building wonen jullie? Ze begrepen eigenlijk niet dat 'die building' ons huis was voor slechts één gezin. Ik vond dat eigenlijk een beetje gênant," zegt Dora. "Nu als je hun huisje ziet van nog geen drie meter breed met een blauwe deur en een klein venstertje dan begrijp je natuurlijk waarom ze zo reageerden.
Ze snappen ook niet dat wij hier een andere haarkleur hebben. "Waarom hebben jullie kinderen geen zwart haar, vragen ze dan. Ze toont nog een foto van de vader met zijn zoon voor hun voordeur waarop een rechtsdraaiende swastikatekening staat met puntjes in elk vak, een gelukssymbool. Ze poseren beide op hun blote voeten, maar wel fatsoenlijk gekleed. Op een andere foto staat de moeder. Ze heeft zelfs een mooie sari aan en draagt armbanden en oorringen.
Dora en Luc zullen zodra ze landen in Varanasi opgewacht worden door een speciale taxi van de "Foster Parents' organisatie om samen met nog enkele andere families hun financieel geadopteerd kind te kunnen bezoeken. De rest van de groep wordt met een moderne bus naar het nieuw hotel gebracht. Onderweg ondervinden ze vrij vlug dat ze terug in India terecht gekomen zijn. Ze moeten stoppen voor de rode lichten van een spoorweg.
Sander zit vlak achter de chauffeur en kan het spektakel goed volgen. Er stopt een eerste auto vlak voor de hefboom. Een tweede wagen zet zich er naast. Ook de derde plaatst zich naast de tweede en ongelooflijk maar waar ook de vierde zoekt nog een plekje vooraan en zet zich halvelings op de baan en het voetpad. Zo staan ze dus met vier naast elkaar klaar in de startblokken om vooruit te schieten zodra de trein gepasseerd is en de hefbomen omhoog gaan. Het gekke van de toestand is dat aan de overkant van de spoorlijn zich precies hetzelfde voordoet. Daar staan ze ook met vier op een rij klaar om vooruit te schieten. Als het rinkelen van de bel stopt, beginnen de 'haantjes de voorste' in de rij al gas te geven en wringen zich als eerste onder de langzaam opstijgende spoorwegbalken door. Het lijkt wel een wedstrijd van voertuigen die het tegen mekaar opnemen om als eerste de overkant te bereiken. Merkwaardig is wel dat er zich niemand kwaad maakt, of begint te vloeken, of te schelden. Ze wriemelen tussen elkaar door en vinden wel een gaatje om vooruit te komen. Met de autobus gaat dat iets moeilijker, die moet braafjes wachten tot de chaos opgelost is om vooruit te geraken.
Ze komen gelukkig op tijd aan in hun nieuw hotel. Een kleurrijk ontvangstcomité van twee volwassen muzikanten en een kind met een trommel staan klaar om de gasten te ontvangen. De kleine heeft iets van een mininar met belletjes aan zijn geelrood jasje. Ze begeleiden de groep met vrolijke muziek en dansjes naar de receptie. In de portiek voor de ingang zit een statige figuur met witte tulband in lotushouding en glimlacht vriendelijk naar de nieuwe gasten. Er staat een bordje voor hem op een staander met de boodschap: Palm reader/ 10$.
Na het inchecken dropt Sander zijn bagage op het bed en zorgt dat hij zo vlug mogelijk terug naar beneden komt. Hij wil per se wel eens zo een Indische handlezer uittesten. De man straalt een zekere waardigheid uit en begroet Sander beheerst vriendelijk. Sander gaat voor hem zitten op een laag stoeltje en legt zijn hand op het tafeltje. De handpalmlezer vraagt van beide handen uit te steken en begint dan in alle stilte al zijn aandacht te focussen op de handen. Hij glijdt met zijn vingertoppen voorzichtig over zijn handpalm en drukt op enkele punten. Hij focust zich eerst op de levenslijn, de hart- en hoofdlijn en bekijkt aandachtig de kruisen en bergen onder zijn vingers. In tegenstelling tot de kwakzalvers en 'dame blanches' die op markten of in duistere achterbuurten je toekomst voorspellen met erg vage en algemene termen, is deze man bijzonder concreet.
"You are 51 right? zegt hij.
Hij ziet in de tekens op zijn hand zelfs dat hij vijf jaar geleden een zware operatie heeft ondergaan. Hij vertelt dat hij drie kinderen heeft. Als Sander protesteert en zegt dat hij maar twee kinderen heeft, antwoordt hij zonder verpinken:"No, I see three kids". Dat brengt Sander erg in de war. Ineens moet hij terugdenken aan een van zijn eerste liefdesavonturen uit zijn hippietijd met een jonge vrouw uit een zigeunermilieu. Na een intense periode is die plots verdwenen en heeft hij haar nooit meer terug gezien. De handlezer vertelt hem nog een paar details uit zijn persoonlijk leven die echt niemand anders weten kan. Sander vraagt zich nerveus af: hoe kan die dat nu weten dat ik ooit mijn rechterbeen heb gebroken door alleen maar in mijn handen te kijken.
Ondertussen staat Micheline van op afstand geduldig te wachten, want ook zij wil wel iets meer weten van wat haar toekomst gaat brengen. Alex, haar man, vindt dat 'handlezengedoe' maar een hoop flauwe kul en puur boerenbedrog. Inmiddels verzamelt de rest van de groep voor de ingang van het hotel want over een kwartier vertrekken ze voor een verkenningsronde in Varanasi. Sander zet zich een beetje apart en is echt van zijn melk. Hij kan het nog steeds niet vatten en begint stilaan meer en meer echt te geloven dat hij bij dat eerste zigeunerlief ook een kind heeft verwekt. Misschien staat die jongen - of is het een meisje?- wel op naam van haar huidige man. Als hij goed telt moet 'dat kind' wel al twintig jaar oud zijn. Zijn fantasie schiet alle kanten op en het maakt hem verschrikkelijk nerveus. Stel dat het echt waar is. Kan hij dat nu nog uitzoeken? En is dat wel wenselijk? Het zou alleen maar moeilijkheden brengen met zijn vrouw en zijn kinderen en de familieleden. Stel dat hij, de serieuze Sander, moet opbiechten dat er ergens nog een onecht kind van hem rondloopt op deze aardbol?
Als Theo, Micheline bij de handlezer ziet zitten voor een 'palm reading", kan hij het niet laten om eens alle registers open te trekken tegen al die charlatans die goedgelovige mensen bedriegen. Handen lezen heeft volgens hem geen enkele wetenschappelijke basis, het is zuivere kwakzalverij en pure speculatie. Toekomstvoorspellers zijn een stelletje handige jongens en vooral kleurrijke dames met veel ringen en parels die een antwoord geven op de diepe wens van onzekere mensen. Ze exploiteren de naïviteit van hun klant door sterke suggesties te geven en beoefenen 'cold reading' waardoor ze eigenlijk vertellen wat de klant zelf gelooft en wenst. Ze spiegelen hem of haar met vage, algemene suggesties een beeld voor dat nergens op steunt. Zo van: "Je hebt de laatste jaren financiële problemen gehad. Of, je hebt zoveel gedaan voor enkele vrienden die nooit iets hebben terug gedaan voor jou. Of, Je hebt de laatste tijd ruzie gehad met enkele familieleden. Die vage beweringen zijn zo algemeen en praktisch van toepassing op iedereen. Uit een frons in je gezicht leiden ze wel af of ze goed zitten en als je twijfel uitdrukt, sturen ze hun bewering een beetje bij tot ze een goedkeurend knikje zien van de klant. 'Palm reading' is voor mij pure volksverlakkerij, meer niet."
"Ik dacht dat ook", reageert Sander. "Maar die man heeft dingen over mij verteld die niemand anders kan weten. Hij was heel concreet en exact en heeft enkele feiten over mij naar boven gebracht die ikzelf nog niet eens wist." Sander zwijgt ineens en gaat naar Micheline die net terugkomt van de 'Palm reader'. Hij wil eerst weten wat haar reacties zijn op de man zijn voorspellingen. Maar ook Micheline is een beetje beduusd en stil. Ze wil eigenlijk niet veel vertellen. De man heeft iets gezegd over haar gezondheidstoestand dat ze liever niet had gehoord. Hij vertelde precies wat ze een paar weken voordien in de kliniek als diagnose had had gekregen en voegde er nog enkele minder leuke dingen aan toe. Ze zocht haar man Alex, want het schreien stond haar nader dan het lachen.
Volgens Sven mag men niet vergeten dat handen lezen in India ontstaan is en al duizenden jaren wordt gebruikt om de nabije toekomst te voorspellen. Er is een groot verschil tussen deze professionele 'pandits', eigenlijk hindoepriesters, die handen lezen en Westerse amateurs die iets willen bijverdienen. In India heeft bijna iedereen ooit eens een handlezer geraadpleegd. Je handen vormen een soort dagboek van je leven. Geen twee handen zijn gelijk, zelfs niet van eeneiige tweelingen. Je persoonlijke levenservaringen staan in je handen gegrift en een ervaren handlezer brengt dat wel naar boven. Wat het beoordelen van deze 'handlezers' nog moeilijker maakt is het feit dat deze 'pandits' ook jou aura zien en kunnen interpreteren. Zo weten ze veel dingen over jou mentale en spirituele toestand zonder dat je het zelf weet. Je hoeft het allemaal niet te geloven, zegt Sven nu rechtstreeks tegen Theo. "Laat de man maar eens je handen lezen en vertel mij daarna wat je ervan denkt."
"Daar ga ik mijn geld niet aan geven", zegt Theo met een zeker misprijzen in zijn stem.
Ondertussen heeft zich een pezige jonge man met pekzwart haar in de groep gevoegd. Sven stelt hem voor als Samir, hun plaatselijke gids die hen door het drukke Varanasi zal leiden. Gelukkig spreekt hij duidelijk en verstaanbaar Engels. "Goed bij elkaar blijven is de boodschap want in al die overdrukke smalle steegjes ben je gemakkelijk de rest van de groep kwijt en wordt het niet eenvoudig om elkaar terug te vinden. Dus aansluiten en de gids volgen. Sven zal zoals een ervaren herder achter zijn kudde blijven om te beletten dat een zwart schaapje verloren loopt. Klinkt een beetje schools allemaal maar geloof mij maar, zegt Samir, je zult snel ondervinden dat het echt nodig is. Je zult heus niet de eerste en zeker niet de laatste zijn die hier de weg kwijt raakt. Probeer maar eens de straatnamen te lezen, als je ze al vindt tenminste. Gelukkig zijn alle populaire hotels en restaurants duidelijk aangegeven."
"Ik geef daarom ook hier mijn algemene uitleg over Benares," gaat Samir verder, "Benares is de vroegere benaming uit de koloniale periode van wat nu Varanasi heet, want onderweg heb ik nauwelijks een plek om rustig iets te vertellen. Jullie bevinden zich hier in de heiligste stad voor de hindoes. Het is één van de meest kleurrijke, chaotische en bekendste steden op aarde, gelegen op de enige plek waar de Ganges, naar het noorden vloeit. Dat heeft voor de hindoes zijn betekenis. Voor hen is dit een rechtstreekse doorgang naar de hemel. Omdat deze stad de hindoes kan bevrijden van hun karmische zonden komen ze er speciaal naartoe om hier te sterven. Varanasi wordt daarom de 'stad des doods' genoemd.
Maar voor Indiërs is Varanasi een 'levendige stad des doods', een magische stad waar de intieme rituelen van leven en dood onafgebroken en in het openbaar plaatsvinden op de vele 'burning ghats' op de befaamde trappen die naar de Ganghes leiden. Varanasi is een van de meest diverse, chaotische en kleurrijkste plaatsen die je ooit in je leven zult bezoeken.
Ondertussen activeert Sven het grote videoscherm en ze zien en horen Guy Penrod met 'Count Your blessings, name them one by one.' (https://www.youtube.com/watch?v=HBYTjNQ8ens)
De zanger is een Amerikaanse gospelsinger en straalt een rustige zekerheid en blijheid uit die aanstekelijk werkt. "Zoals gisterenavond beloofd werd, gaan we proberen ons persoonlijke trillingsfrequentie te verhogen. Daar zijn talrijke mogelijkheden voor, maar een van de eenvoudigste en belangrijkste is ongetwijfeld je dankbaarheid verhogen. Daar zijn we gisteren al mee begonnen door jullie een lijst te laten opstellen van de tien dingen waar je echt dankbaar voor bent. Het is natuurlijk geen toeval dat ouders aan hun kinderen leren om dankjewel te zeggen telkens ze iets gekregen hebben. Als volwassenen beginnen we dat soms een beetje te vergeten.
De steen die jullie gekregen hebben wordt misschien jullie magische steen als je hem goed weet te gebruiken. Leg die steen op het nachtkastje naast je bed waar je hem gemakkelijk kunt zien. Neem die elke avond voor het slapen gaan even vast en overloop de dingen van de dag waar je dankbaar voor kunt zijn. Haal uit je lijstje de mooiste gedachte van de dag en koester die gedachte. Voel intens hoe dankbaar je bent voor dat moment. "Terloops," zegt Sven, "er is zelfs wetenschappelijk bewezen dat je gelukkiger wordt als je meer dankbaarheid vertoont in je leven."
Ondertussen hebben jullie al een tweede middel gekregen om je trillingsgetal te verhogen, dat is luisteren naar harmonische muziek en gezang. Muziek is een universele taal die je letterlijk kan doen dansen van geluk of kan doen huilen van ellende. Muziek kan je opzwepen om ten oorlog te trekken, of ze kan je helen en je volledig doen verdwijnen in de stilte van een mediterende monnik. Muziek kan je seksueel ophitsen, of ze kan je naar hogere sferen brengen. De keuze is aan jou.
In een periode toen ik als een stresskonijn 's avonds vermoeid thuis kwam, speelde ik na het avondmaal orgel op mijn keyboard om mij te ontspannen. Na een zware werkdag vol stress gebeurde er is iets bijzonder. Terwijl mijn vingers over het klavier gleden en ik de la (A4) aantoetste bleef die vinger als het ware hangen op die toets. Dat was erg vreemd want ik kreeg mijn vinger niet meer van die toets. Het was alsof die eigenzinnige vinger bleef plakken en wou zeggen: ik wil hier niet meer weg. De situatie was vergelijkbaar met die van een doodvermoeide wandelaar die een rustbank ziet met de uitnodiging: blijf jij hier maar lekker zitten. Die resonantie van die A4 was zo aangenaam en bracht rust in het gemier in mijn hersenen. De stress in mijn hoofd loste zich geleidelijk aan op en verdween. Pas jaren later ontdekte ik dat de A4 een universele grondtoon is van 432Hz.
Dus om even technisch te wezen, zoals jullie weten bestaat geluid en dus ook muziek uit trillingen. Hoe hoger het aantal trillingen per seconde, hoe hoger de toon. De eenheid hiervoor is de Hertz, afgekort Hz. De fundamentele toonhoogte, zeg maar de 'beat' van onze planeet of de hartslag van moeder aarde is 8Hz. Dit is de zogenaamde Schumann-resonantie, genoemd naar de natuurkundige Winfried Otto Schumann. Die toon is zo laag dat wij mensen die niet horen kunnen. De gedachten die onze hersenen creëren liggen tussen de 14Hz tot 40Hz. De meeste geluiden zoals spraak en muziek liggen veel hoger. De stemtoonhoogte of de vaste toonhoogte bij muziekinstrumenten van de kamertoon, is de muzieknoot A, wetenschappelijk A4 genoemd met een frequentie van 432Hz. Dit is vier toonladders hoger dan de 8 Hz. Harmonische muziek steunt op dit magisch trillingsgetal zoals de klassieke werken van Vivaldi, Mozart, Bach, Verdi. e.a. Luister even naar het verschil tussen harmonische muziek zoals b.v. die van Antonio Vivaldi met zijn 'lente' uit 'de vier jaargetijden' (https://www.youtube.com/watch?v=ctMwjcGXryI) en een stuk harde, rusteloze rockmuziek vol disharmonische klanken. (https://www.youtube.com/watch?v=-6Xl9tBWt54) Ze luisteren en kijken geboeid naar de twee videofragmenten.
De commentaren zijn verdeeld, maar de meerderheid in de groep en zeker de fervente muziekliefhebbers Jo & Mieke kiezen duidelijk voor de warme harmonie van Vivaldi. Vooral Lea en Wendy vinden de harde rock levendig en bruisend en niet zo braaf en saai als het klassieke stuk. "Kijk, zegt Sven, "iemand die harmonische muziek speelt, zal tijdens een performance niet zoals de ontketende Jerry Lee Louis zijn piano in brand steken bij het zingen van 'Great Balls, of Fire' . Die zal niet zoals Jimi Hendrix zijn gitaar doen branden en ze dan van woede stuk slaan op de vloer. (https://www.youtube.com/watch?v=3U5dvC5qr6Y&list=RD3U5dvC5qr6Y&index=1). Het is niet omdat je een uitzonderlijk pianist ben zoals Jerry Lee Louis of virtuoos en flamboyant gitaar kunt spelen zoals Jimi Hendrix dat je harmonische muziek produceert. Sven kan niet ontkennen dat de groep veel feller en enthousiaster reageert op het spektakelstuk van Jerry Lee Louis aan zijn piano dan op de brave muzikanten die Vivaldi spelen. Lewis' pianospel was niet alleen muziek maar een echte 'happening'. Hij schopte zijn pianokruk aan de kant om dan staand en springend verder te spelen. Hij leek wel een ontketende wildeman die zijn driften botvierde op het klavier.
Moderne muziekfestivals zoals Rock Werchter programmeren geen klassieke muziek maar wel snoeiharde rock met tempo, ritme en intensiteit waar je letterlijk doof van wordt als je te dicht tegen de geluidsboxen staat. Zelfs de teksten van de songs zijn meestal een aaneenrijging van algemeenheden die je geestelijke gevoeligheid eerder zullen afstompen dan verheffen. Wij worden datgene waar we onze geesten mee voeden. Het is een keuze van veel jonge mensen om hun geest te vullen met muziek die hen in een trance-achtige extase brengt. Moderne rockmuziek beantwoordt aan hun behoeftes, anders waren die muziekfestivals zo succesvol niet. Als de zeventienjarige Billie Eilish donkere liedjes zingt met zelfmoordgedachten en tientallen meisjes vooraan wanhopig wenen, is dat alleen maar omdat ze hun eigen ellende weerspiegelt zien in die song."
Het stoort de jongere uit de groep een beetje dat Sven de klassieke muziek zo zit op te hemelen en hun muziek die ze dagelijks beluisteren, probeert te minimaliseren.
"Er zijn toch grote hedendaagse artiesten die ook harmonische muziek brengen. Of is die heilige harmonische muziek het alleenrecht van de klassieke componisten? " vraagt Theo licht geïrriteerd.
"Neen, natuurlijk niet. Er zijn ook moderne rockmusici die uitstijgen boven het elementaire niveau van lichamelijke opwinding. Sommige brengen zelfs mystieke elementen tot uitdrukking zoals de Britse rockband, Moody Blues. Er zijn zelfs groepen die in hun muziek oosterse metafysische elementen verwerken zoals George Harrison van de Beatles. Hij volgde zelfs cursus sitar spelen bij Ravi Shankar om het instrument te leren bespelen. Maar de meeste populaire muziek is puur lichamelijk en emotioneel entertainment. En daar is niks mis mee, natuurlijk. Ik wil alleen maar aantonen dat je ook met muziek je trillingsgetal kan verhogen of verlagen als je de juiste keuzes maakt.
Als je weet dat rock en jazzmuziek zijn oorsprong heeft in, de ruwe uitingen van de Afro-Amerikaanse blues met de sterk ritmische vitaliteit van de traditionele Afrikaanse muziek, dan kan je gemakkelijk de beperkingen ervan begrijpen als een middel om je trillingsgetal te verhogen. De ritmes spelen vooral in op fysieke vitaliteit en trachten de begeertenatuur op te wekken. Dit verklaart voor een groot deel de populariteit van rock en ook zijn soms negatieve uitwerking op grote menigten op muziekfestivals. Misschien kan harde rock jonge mensen helpen omdat ze in die felle, harde en nerveuze geluiden hun eigen onzekerheid voelen. Het gelijke zoekt het gelijke en het geeft een gevoel van samenhorigheid.
Hoe sterk de invloed van die opzwepende muziek van Jerry Lee Louis kon zijn, werd overduidelijk bij zijn dertien jaar oude achternichtje Myra Gale Brown. Ze was zo in de ban van zijn ophitsende muziek dat ze verliefd werd op die virtuoze springduivel achter zijn piano. Het is trouwens een heel gedoe geweest in de media toen de Britse pers aan het licht bracht dat de volwassen Jerry, die al op zijn 22 jaar twee huwelijken achter de rug had, een seksuele relatie had met een kindmeisje van dertien jaar. Die ongehoorde verhouding heeft hem enkele jaren van zijn carrière gekost vooral in de VS.
"Ik heb ooit gelezen," begint Jo , "dat men bij wijze van experiment een primitieve volksstam met Westerse muziek in contact heeft gebracht. Die primitieve mensen kregen zowel Bach als Mozart tot Nirvana en Metallica te horen. Tot hun eigen verbazing verkozen die mensen unaniem Bach als mooiste muziek. Misschien heeft dat te maken met het feit dat die primitieve stammen nog volledig in harmonie leven met de natuur en ze de Bach-muziek als harmonisch ervaren."
Terwijl ze volop discussiëren over de waarde van moderne muziek stapt Samir binnen in de zaal mooi gekleed in Indisch ornaat met een sitar onder zijn armen. Hij begroet de groep met een brede glimlach en zet zich in lotushouding neer op een kussen op de grond. Samir lijkt wel een prins uit een Indisch sprookje met zijn lichtoranje tulband versierd met een grote spelt die schittert in het licht. Hij draagt verschillende halskettingen met halsbanden rond zijn nek en een zeer lange bloemenkrans met oranje bloemen. Ook de fijne schoenen met gekrulde tip ontbreken niet. Hij wil de groep kennis laten maken met het meest populaire instrument van Noord India, de sitar.
De beroemde Ravi Shankar heeft dit instrument in Europa en Amerika populair gemaakt. Vooral toen George Harrison, de gitarist van de ‘the Beatles’, leerde sitar spelen met Shankar als leermeester. Hij verwerkte sitarmuziek in verschillende nummers zoals o.a. 'Love You To'. Hij is zelfs opgetreden met Ravi Shankar zoals tijdens het benefietconcert voor Bangladesh in 1971, waar ook Eric Clapton en Bob Dylan meespeelden. Zelfs Elvis Presley heeft elektronische sitarmuziek gebruikt in zijn songs. Maar zoals vaak met een 'hype' is die rage stilaan verdwenen. Sitar spelen is net zoals goed gitaar spelen niet weggelegd voor dilettanten en vergt hard en zeer lang oefenen om het instrument te beheersen.
Samir tokkelt op enkele snaren om iedereen de volle klanken te laten horen die het instrument produceert en geeft eenvoudige uitleg over de basisgegevens van de sitar. Het instrument heeft behalve vier melodiesnaren en drie ritmesnaren, ook elf tot veertien resonantiesnaren. Van deze snaren zijn er slechts 6 of 7 bespeelbaar. De andere snaren zijn zogeheten resonantiesnaren die mee klinken met een andere snaar wanneer een noot wordt aangeslagen. Zowel Paul als Jo kruipen wat dichterbij want beide zijn gefascineerd door het uitzonderlijk instrument. Jo speelt gitaar en zou natuurlijk dolgraag die sitar even uittesten. Samir weet als begeleider van Westerse toeristen maar al te goed dat je hen geen half uur moet vervelen met Indische sitarmuziek. Dan haken ze af en gaan beleefd ergens anders plezier en verzet zoeken. Hij speelt daarom eerst een Indisch nummer dat een mysterieuze sfeer creëert van hemelse muziek. De sitar heeft een ietwat trieste en klagende toon.
Dan speelt hij het weemoedige "Yesterday" van Paul McCartney van de Beattles omdat praktisch iedereen dat nummer kent. Tot slot laat hij bij wijze van afscheid het slaapliedje 'Guten Abend, gut' Nacht' van Johannes Brahms horen. Een heel eenvoudig maar erg mooi lied. Ze geven Samir nog een warm applaus en zoeken hun kamer op, want morgen zullen ze vroeg uit de veren moeten voor hun boottocht op de Ganges. Alleen Paul en Jo blijven nog even bij Samir en zijn sitar want ze zouden maar al te graag even tokkelen op die lange snaren.
Om zes uur 's morgens staan ze al aan de oever van de machtige Ganges. Ondanks het vroege ochtenduur is het al erg druk omdat veel mensen 's morgens willen baden en hun ochtendrituelen willen beoefenen aan de heilige rivier. Het is niet eens fris maar eerder aangenaam zacht warm. De roze zon komt door de mistlagen stilaan te voorschijn. Ze stappen in twee platte boten. In boot één zit een lachende Indiër bij de roeispanen te wachten op Samir en een zevental toeristen. In boot twee stapt Sven met de rest van de groep.
De oever ligt vol met die kleine boten. De meeste bootjes worden aangedreven door menselijke spierkracht. Alleen de grote schuiten worden voortgestuwd door motoren. Sven wil zijn gezelschap laten kennis maken met de unieke sfeer bij zonsopgang op en rond de platformen, de zogenaamde Ghats. Alle rituelen gebeuren op deze platformen. Zo zijn er in totaal 88 'ghats' waarvan de meeste gebruikt worden om te baden in de rivier en er twee alleen dienst doen voor de crematie van de aangebrachte lijken. In dichte drommen wringen mensen zich geduldig naar de rivier met hun offergaven in een platte mand. Ze willen hun ochtendbad nemen en poetsen hun tanden met speciale takjes gemaakt van de Neem boom.
Aan de oevers van de Ganges hangt in die vroege uren bij de opkomende zon een mysterieuze sfeer. In het sprookjesachtig decor lopen duizenden kleurrijke pelgrims de trappen af naar de rivier. De baders hechten totaal geen waarde aan privacy. Ze kleden zich ter plekke uit en houden hoogstens een handdoek om hun lenden. Vrouwen geven hun bovenlijf met ontblote borsten een wasbeurt. Als ze uit het water stappen, kan je alle rondingen van hun lichaam zien omdat hun sari tegen hun lichaam plakt. Niemand is gehaast of doet nerveus gespannen.
Van op hun bootjes, die vrij dicht tegen de oever varen, zien ze de bruinrode huizen en de paleizen op de steile hellingen. Die paleizen werden gebouwd door lokale vorsten en adellijke families van allerlei streken uit India. Zo kon de vorst op zijn oude dag met zijn hofhouding dicht bij de Ganges blijven tot hij stierf. Ze varen eerst langs Kedar Ghat waar de trappen druk bezet zijn met een bonte verzameling van Indiërs die allemaal een bad wil nemen in het heilige Ganges-water. Jonge mensen springen of duiken van de platformen recht in het water.
Langs de oever, met de benen tot kniehoogte in het water, staan drie dames in hun felrode en oranje sari en scheppen met beide handen het heilige water uit de Ganges. Ze brengen het water met open handen tot hun hoofd en laten het dan terug vloeien in de rivier. Dit ritueel herhalen ze verscheidene keren na elkaar. Hun gebaren hebben iets plechtigs en getuigen van respect. Ze eindigen dit ritueel met de typische 'namasté' groet. Tussen de baders staan zelfs rijk en luxueus geklede mensen en echt 'dikke Indiërs' want ook de rijke mensen uit het land komen hier baden om zich te zuiveren van hun slecht karma.
Naast die drie dames staat een dikke man in bloot lijf met een handdoek rond zijn lenden. Hij waadt verder de rivier in en gaat gehurkt zitten en doet zoals de kinderen bij ons: kopje onder en terug bovenkomen en terug kopje onder en weer boven. Dan schept hij met een blikken beker een beetje water en drinkt van het heilige Ganges-water. Dat een eind verder op een dode hond of het kadaver van een geit drijft, is blijkbaar de minste van zijn zorgen. Indiërs vereren de Ganges. Sommige vullen kleine flesjes met Ganges-water om mee te nemen naar hun dorpen om de stervende daar enkele druppels van dit heilig water op de lippen te kunnen leggen.
"Wie wenst, kan straks na onze boottocht ook een zuiverend bad nemen om zijn slecht karma op te lossen". zegt Samir al lachend, goed wetend dat ze dat niet gaan doen. Er volgt trouwens een vreemde stilte in de boot, want eigenlijk weten ze niet goed wat zeggen op zo een vreemd aanbod. Maar er is alleszins niemand geïnteresseerd.
Alleen Theo reageert: "Hier in dat smerig water zwemmen waar lijken in drijven en alle vuiligheid terechtkomt, is vragen om problemen," zegt hij. "Stel dat je hier een slok binnen krijgt. Nee merçi!" Samir weet dat natuurlijk ook. "De Ganges," zegt hij, "is een van de meest vervuilde rivieren ter wereld. De stroom krijgt alle chemische restanten van kunstmest van op de velden te verwerken en alle industrieel afval van de steden. De Ganges verzamelt een massa lijken die niet begraven worden en zelfs in de as van de gecremeerde lijken zitten vaak nog hele stukken omdat er hout tekort is om alles netjes te verbranden. En natuurlijk verzamelt de Ganges alle uitwerpselen van mens en dier. De concentratie aan uitwerpselen is tientallen keren hoger dan de toegelaten hoeveelheid. Vooral in de zomermaanden is het een open riool.
Uit onderzoek van de overheid blijkt dat de rivier wemelt van de ziektekiemen. Een beetje cynisch schreef Mark Twain hierover:'Geen enkele microbe die zichzelf respecteert, kan in dit water overleven.' Maar mensen kunnen dit blijkbaar wel. Voor hindoes is de machtige Ganges heilig. Alleen al in Varanasi komen er vier miljoen pelgrims een bad nemen om zich ritueel te wassen. Zij wassen zich erin en drinken van het water, maar worden toch niet ziek.
Van op hun boot horen ze het eentonig gerinkel van handbelletjes. Gehurkt zittende vrouwen zwaaien gracieus met vuurwerkstokjes. Op een van de terrassen staan zeer lange bamboestokken waar bovenaan een mand is bevestigd die met een katrol naar boven kan getrokken worden. Volgens Samir worden er 's avonds lichtjes in die manden geplaatst om de verdwaalde zielen van de voorouders terug de weg te wijzen naar de hemel. Het plaatsen van die hangende hemellantarens, 'Aakash deep' voor de Varanasi's, blijkt al een eeuwenlange traditie te zijn. 's Avonds geven die lichtende lantarens een vredig zicht en bezorgen de mensen een gevoel van verbondenheid tussen hemel en aarde.
Wat verderop langs de rivier heeft men wasplaatsen voorzien. Eigenlijk zijn het schuin oplopende platte stenen om de was op proper te slaan. Dat slaan mag men letterlijk nemen want ze sleuren de natte kleren uit het water en zwieren ze dan met een krachtige beweging tegen de platte steen. Ze soppen hun vuile was opnieuw in de rivier en trekken die naar boven om het water eruit te slaan. Weer even spoelen en dan weer opnieuw slaan. Hun ritmische bewegingen hebben iets van een levende, robotachtige wasmachine. Langs de kanten van de rivier ligt zo een berg rommel die er waarschijnlijk al jaren ligt te wachten op een goede ziel die het allemaal eens wil opruimen. Een typisch Westerse reflex natuurlijk. Want geen enkele Indiër heeft daar last van. Indiërs storen zich niet aan die zogenaamde rommel en hebben geen last van rookgeur van de crematievuren die vanaf de oever komt overgewaaid.
Wendy is geboeid door de vlotjes met daarop brandend kaarsjes of olielampjes die her en der tussen de boten drijven. Ze worden door de baders in de rivier gelaten. Ze maken eerst golven om de vlotjes weg te krijgen van de oever tot ze mee gaan met de stroom de eeuwigheid tegemoet. Met zijn verrekijker kan Sander allerlei vreemde rituelen op de ghats meer in detail volgen. Hij heeft al enkele saddhoes gezien en zelfs een fakir die als standbeeld gebeiteld, net zoals de godheid Shiva, op één been blijft staan. Yogins doen hun oefeningen in de ochtend. Op een van de terrassen ziet hij dansende mensen en hoort hij hun gezangen vermengd met de vreemde klanken van een gong en allerlei belletjes.
Als ze voorbij een platform varen waar de rook hangt van een brandend houtvuur weten ze dat er een crematie aan de gang is. Ze hebben een crematie al van vrij dicht kunnen meemaken in Kathmandu. Maar hier worden om het een beetje oneerbiedig te zeggen lijken verbrand aan de lopende band. Er kunnen tot tien lijken te gelijkertijd verbrand worden. Sander kan duidelijk zien hoe ze eerst de doeken die over een lijk ligt weghalen om dan het dode lichaam met het heilige water uit de Ganges te wassen. Hij kijkt gefascineerd toe als hij een eind verder op een magere man met een grote hark de overblijvende assen ziet samentrekken en ze in een platte kom verzamelt. De as zal daarna nog eerst gezeefd worden om eventueel gouden tanden of sieraden niet te laten verloren gaan. Dan wordt het stoffelijk overschot met een bootje naar het midden van Ganges gevaren en daar open gestrooid.
Bij een van de crematieghats liggen reusachtige hopen brandhout klaar om de brandstapels te voorzien van hout voor de 250 tot 300 openluchtcrematies die er elke dag plaats vinden. Er meert zelfs een boot aan die meters hoog gevuld is met nieuwe houtblokken om de voorraad van de stapelplaats te vergroten. Het cremeren kost onvoorstelbaar veel hout en India raakt daardoor ontbost. Per lichaam wordt er ongeveer driehonderd kilo hout verbruikt. Men stapt stilaan over naar elektrische crematoria omdat ze efficiënter zijn en vooral ecologisch meer verantwoord.
De hele dag door worden dode lichamen aangevoerd op draagberries van bamboe. Vooraf wordt het hout nauwkeurig afgewogen op grote weegschalen. Zo kunnen ze nauwkeurig de kostprijs van de crematie berekenen. Eerst wordt het dode lichaam volledig gewassen van schouders tot voeten met Ganges-water. Daarna legt men het gewassen lijk te drogen op de trappen. In 'Varanasi is er geen 'zelfbediening' zoals op sommige andere crematieplaatsen voor de familie, maar moet het lijk worden overgedragen aan een offeraar, de 'chandal' die de crematie verder uitvoert. 'De chandal' is afkomstig uit de laagste sociale klasse en een 'onaanraakbare' wegens zijn onrein beroep. Het gezicht van de dode wordt gereinigd met geklaarde boter. Het gewassen lichaam wordt op de brandstapel gelegd en besprenkeld met bloemen van het seizoen zoals jasmijn of rozen en met sandelhoutpoeder.
De oudste zoon zal met kaalgeschoren hoofd en in het wit gekleed, de brandstapel aansteken. Indien er geen zoon is, neemt een andere man uit de familie dit werkje over. De zoon of zijn vervanger is de offeraar en de 'hoofdrouwende'. Hij zal alle rituele handelingen uitvoeren voor, tijdens en na de crematie. Omdat hij bezoedeld is met de dood zal hij tot en met de dertiende dag na de crematie in een onreine staat verkeren. Hij wordt onderworpen aan zeer strenge leefregels. Zo mag hij tijdens die dertien dagen niet naast zijn vrouw slapen en hij moet afzien van seksuele omgang. Hij mag zelfs niemand aanraken. Omdat hij op de dag van de crematie in een opperste staat van reinheid moet zijn, wordt zijn hoofd kaal geschoren, om hem te bevrijden van zijn zonden. Hindoes geloven dat die zonden in het hoofdhaar zitten, dus weg met die 'zondige haren'. Als hij zich volledig heeft gewassen en zich geheel in het wit heeft gekleed is hij klaar. Zijn belangrijkste opdracht is het aansteken van de brandstapel.
Voor het aansteken van de brandstapel mogen geen aanstekers of lucifers gebruikt worden. Daarvoor gebruikt men enkel brandende kolen uit het traditionele vuur dat al meer dan vijfduizend jaar onafgebroken brandt in Varanasi. De hete kolen worden op een bos stro gelegd tot het stro in vlammen vliegt. De offeraar loopt met een brandende fakkel in de hand enkele keren linksom en daarna rechtsom rond de brandstapel. Normaal duurt een crematie gemiddeld drie tot vier uur. Men wacht geduldig tot de schedel gebroken is. Gebeurt dat niet, dan zal men met een twaalf meter lange stok boter op de schedel smeren om het proces te versnellen. Na een klein halfuur kraakt dan zeker de schedel. Soms moet de offeraar de schedel breken met een bijl om de ziel de kans te geven om te ontsnappen. Na het breken van de schedel spreken de familieleden zegeningen uit en groeten ze elkaar.
De volgende ochtend worden de asresten verzameld door de familie en worden ze met een bootje naar het midden van de Ganges gevoerd en uitgestrooid. Van de meer dan 1,2 miljard inwoners van India sterven ieder jaar nagenoeg 3,2 miljoen mensen. De meeste hiervan worden gecremeerd op de traditionele wijzen zoals dit al eeuwen gebeurt. Voor de hindoes zijn crematies een uitermate belangrijk ritueel. Volgens hun geloof wordt de ziel bevrijd van het dode lichaam zodat ze opnieuw kan herboren worden. Als dit niet gebeurt zoals het hoort, is de ziel in de war en vindt ze geen plaats in het hiernamaals en komt ze terug de nog levende familieleden en verwanten lastig vallen. Als het lijk verbrand wordt met vuur kan de ziel ontsnappen en worden daarenboven ook de slechte geesten en duivels verdreven.
Hoewel de meeste Hindoes gecremeerd worden, omdat dit de snelste manier is om de ziel te laten ontsnappen uit het lichaam op weg naar een nieuwe bestemming, zijn er enkele belangrijke uitzonderingen. Zo mogen zwangere vrouwen, mensen die door slangenbeten zijn overleden en zelfmoordgevallen niet verbrand worden. Ook heilige mannen zoals de Saddhoes worden niet gecremeerd maar omwikkeld met doeken en verzwaard met stenen afgezonken in de Ganges. De jonge kinderen onder de vijf jaar die nog puur en vrij zijn van zonden verdienen een tweede kans op een leven op aarde, daarom worden zwangere vrouwen en kinderen tot ongeveer 5 jaar niet gecremeerd. Ze worden net zoals de saddhoes omwikkeld met doeken en verzwaard met stenen in de Ganges gegooid. Er zijn ook heel wat arme mensen die gewoon de prijs van een crematie niet kunnen betalen. Die worden net zoals slachtoffers van ongevallen of misdrijven gewoon in de Ganges geworpen. Mensen met een besmettelijk ziekte zoals melaatsen en pokkenlijders worden ook niet gecremeerd omdat de ziekte bij crematie door de lucht bij anderen terecht zou kunnen komen.
***
Na hun vroege boottocht langs de oevers van de Ganges staat het bezoek aan de apentempel op het programma. Ze zullen er met rikhsa's, die Sven gereserveerd heeft, naartoe rijden. Een belevenis op zich. Men kan echt niet beter ondergedompeld worden in het hectisch verkeer en de onwaarschijnlijke drukte van Varanasi dan door in groep met enkele riksha's tussen de verkeerstroom te laveren. Vooraf poseren ze graag met hun pezige Indiër voor hun kleurrijke fiets op drie wielen. Alex had liever een taxi gehuurd, maar dat voorstel werd door Sven en Samir weg gelachen. Je betaalt niet alleen veel meer en in dit hectisch verkeer is er met een taxi geen doorkomen aan. Je staat meer stil dan je rijdt.
Het is natuurlijk geen toeval dat vooral fietsers, brommers, motorrijders en tuktuk's én daartussen alle voetgangers het verkeer domineren. Oh ja, niet vergeten in India rijdt men links. Dus goed uitkijken langs de verkeerde kant, dw. naar rechts in plaats van naar links. De handige driewielers schuiven overal tussen waar een taxi braafjes moet blijven staan. Ze maken eerst een 'ommetje' door enkele winkelstraten en fietsen naar een markt.
Miel en Liza houden hun hart vast als ze zien hoe driest hun 'fietschauffeur' auto's de pas afsnijdt om zich ergens tussendoor te wringen. "Don't worry!" Hij heeft zijn verkeerslessen niet op de schoolbanken, maar door jarenlange ervaring geleerd. De regels zijn erg simpel: hoe sneller je ergens tussendoor wringt, hoe sneller je vooruit komt. En dat is toch wat die ongeduldige Westerse toeristen willen? Of niet soms? Hij doet het met een brede 'smile' op zijn gebruind gezicht.
Ondertussen hebben Miel en Liza nauwelijks de tijd om al die huizen in alle kleuren en stijlen te bekijken. Zo een mensenmassa bij elkaar. Het lijkt op een uiteen gedreven betoging met rennende kinderen, magere mannen en vrouwen in sari’s die geel, groen, oranje, rood of paars kunnen zijn, afgezet met zilveren en gouden stiksels. Ze moeten uitkijken voor overvolle handkarren die door mankracht worden voort geduwd, voor gewone fietsers en brommers. Daartussen lopen honden, geiten en koeien en af en toe zelfs een makaak. Ook de feloranje gekleurde saddhoes staan hier en daar langs de straatkant. Als je een warboel van reclameborden bij elkaar wilt zien, moet je in Varanasi zijn.
De riksja's ontwijken galant de koeienvlaaien op de grond of een hoopje groenten dat van een handkar is gevallen. Als ze voor een rood licht pauzeren, ziet Liza overal rode vlekken op de straatstenen. Ze weet snel waar die rode kleur vandaan komt als er net naast hun riksha's een fietser een rode rochel op de grond spuwt. Liza kijkt gegeneerd de andere kant op. Ze heeft natuurlijk nog nooit 'paan' gegeten of gekauwd en de rode zever rond haar mond moeten wegvegen.
Naast hun riksja's toetert een oud karretje herhaaldelijk zo luid en scherp dat ze Miel niet eens meer kan verstaan. Ondertussen dringt er zich een verkoper tussen de riksha en roept: "Namasté, sir! Hello, where you from?", ‘Sir you want boat?" Gelukkig wordt het groen en kunnen ze verder fietsen. Uit een winkel komt een vreemd geurmengsel naar buiten gewaaid. Liza snuift enkele keren en herkent wierookgeur, sigarettenrook, rook van vuurtjes, geroosterde pinda’s, maar ook urine en rijp fruit. Aan de Gola Dinanath Market stappen ze allemaal uit hun driewieler en gaan in groep te voet verder. Gola Dinanath is de grootste specerij- en kruidenmarkt van India. Men kan er letterlijk duizenden Ayurvedische medicinale kruiden kopen om suikerziekte, hartproblemen, maag-darmklachten of huidaandoeningen en tal van andere kwalen te genezen. Men kan het zo gek niet bedenken of er is letterlijk wel een kruid tegen gewassen dat je hier kunt kopen voor enkele roepies.
Het is een paradijs van geuren en kleuren waar ze jammer genoeg niet veel aan hebben omdat ze als westerlingen die openbare apotheek totaal niet kennen. Paul en Theo filmen en maken prachtige foto's. Alleen jammer dat ze eigenlijk niet weten wat ze fotograferen. Sommige kruidenpoeders worden in goed gevulde tonnen ten toon gespreid en worden niet in tabletjes, capsules of theezakjes verkocht maar per schep. De scherpe geur van pepers, cardamom of komijnzaad prikkelt hun neus. Er is een enorme rijkdom aan medicinale toepassingen aanwezig waar ze totaal geen weet van hebben en zoals zo vaak in een mensenleven, onbekend is onbemind en men loopt er dan ook onverschillig voorbij.
Het is trouwens erg warm geworden en al dat geslenter begint door te wegen. Een leuk terrasje met frisdrank zou welkom zijn. Samir verzamelt de groep en ze verlaten de drukke markt en rijden met hun zeven riksha's mooi achter elkaar naar een restaurant in de buurt. Als ze op het terras met hun drankje even uitblazen, komt er zowaar een atleet voorbij gelopen. Sander wil weten hoe het zit met het atletisch vermogen van de grootmacht India met zijn meer dan één miljard inwoners. "Hoe komt het dat zo een reusachtig land, bijna zo groot als heel Europa, nauwelijks grote atleten, wielrenners of voetballers heeft?" vraagt hij. "In 2016 nam India deel aan de Olympische zomerspelen in Rio in Brazilië met 67 deelnemers en won slechts een zilveren en een bronzen medaille, meer niet. Zelfs ons klein landje met nauwelijks elf miljoen inwoners haalde zes medailles waarvan twee gouden met maar 35 deelnemers. Hoe kan dat? Zijn Indiërs minder atletisch, of hebben zij geen sporttraditie?" Samir heeft die vraag al vaak gekregen.
"India kent inderdaad weinig grote atleten die gouden, zilveren of bronzen medailles gewonnen hebben op de Olympische spelen. Maar mag ik jou vraag met een wedervraag beantwoorden," zegt Samir.
"Hoe komt het dat er in België weinig of geen grote cricketteams bestaan? Waarom kennen jullie geen beroemde veld hockey spelers? Waar zijn jullie helden van de Kabaddi-sport? Die laatste sport is een van de meest populaire sporten in India en ik denk dat jullie zelfs niet eens weten hoe het spelletje gespeeld wordt. Niet vergeten dat een van jullie meest populaire sporten zoals wielrennen vooral in Europa en enkele Zuid Amerikaanse landen echt belangrijk is. In de rest van de wereld komt die sport nauwelijks of niet voor.
Wij Indiërs zijn wel goed in fysiek minder zware sporten zoals badminton of geestelijke sporten zoals schaken. Badminton is na cricket de meest populaire sport in India. Ook met schaken kunnen we met onze gewezen wereldkampioen Viswanathan Anand meer dan ons mannetje staan. Anand is een van de sterkste schakers aller tijden en staat met een ELO-rating van 2817 hoger genoteerd dan schaak-icoon Anatoli Karpov. Wij hebben een groot aantal schaakgrootmeesters en bij de jeugd werden we zelfs wereldkampioen in 2019."
"Als je al die drukte hier ziet, dan wordt er toch veel gefietst," zegt Sander. "Ze rijden hier geen bergen op voor hun plezier zoals wij maar sleuren zware toeristen mee op hun riksha's. Ze hebben de hele dag training. Wie weet schakelen die rikshafietsers ooit nog over naar het echt wielrennen."
Hoewel het niet toegelaten is te bedelen in restaurants komt een vrouw met haar baby op de arm hen tegemoet. Ze heeft een vuile sari aan en onverzorgde, bijna verwilderde haren. Als ze op enkele meters van de groep toeristen verwijderd is, haalt ze vlug haar slappe 'duikboottiet' te voorschijn en steekt de tepel in de mond van de baby. Ze wendt zich vooral naar de dames omdat ze goed weet dat deze nogal gemakkelijk vertederd worden door een arm moedertje dat haar baby nauwelijks kan voeden. De kleine speelt jammer genoeg het spelletje niet meer mee en laat de tepel uit zijn mondje glijden zodat de moeder de borst opnieuw in zijn mondje propt. Ondertussen steekt ze haar bekertje voor het verzamelen van enkele roepies voor zich uit. Liza aarzelt maar als ze merkt dat Dora ook enkele roepies in het bekertje gooit, geeft ze ook een aalmoes om haar moedergeweten een beetje te sussen.
Na hun lunch in het restaurant trekken ze verder naar de apentempel. De Durga Kund of apentempel is gebouwd ter ere van Godin Durga, de grote hindoe-moedergodin. Durga wordt meestal goudkleurig afgebeeld met een mooi gezicht, meditatieve glimlach en vier, acht, tien of twintig armen, met in haar handen de vele wapens die de goden haar hebben gegeven. Zij rijdt op een leeuwin en vertegenwoordigt als woeste en geduchte beschermgodin de woede der goden. In tegenstelling tot wat de benaming 'apentempel' suggereert, zijn er niet veel apen te zien. Alleen in het open park en rond de vijver met vuil water voor de fel fuchsiarood gekleurde tempel zitten enkele apen. De aap is net zoals de koe en de slang een heilig dier in India.
Er zijn vele festivals en verhalen rond de sprekende apengod Hanoeman. Hij speelt een belangrijke rol in het epos Ramayana, waarin hij de god Rama helpt bij de redding van zijn vrouw Sita uit de handen van Ravana, de demonenkoning van Lanka. Tijdens de jaarlijkse opvoering mogen kinderen zich beschilderen als Hanoeman en gillend door de straten rennen. Vooral boeren en eenvoudige mensen vereren de aap. Men zal dan ook in India apen niet snel afmaken als ze voor overlast zorgen. Toen in Pushkar een nogal agressieve apenbende de was stal en mensen van het dakterras duwde, werden ze gevangen en in een vrachtauto naar een rustiger oord vervoerd.
Hoewel Sernath maar tien km verwijderd is van Varanasi nemen ze opnieuw de bus om de hoofdstad van het boeddhisme te bezoeken. De korte rit duurt meer dan driekwart uur. Boeddha gaf in deze stad zijn eerste preek en verbleef er veertien jaar. Er staat een indrukwekkend stoepa en er is een museum met enkele archeologische wonderen zoals de originele Ashokr Chakra. Dit is een wiel met vierentwintig spaken die de samenvatting geven van zijn leer. De eerste twaalf spaken geven het menselijk lijden weer, de twaalf andere spaken van 'geen oorzaak geen effect' symboliseren de verlossing uit het lijden door het groeien in bewustzijn. Maar ondanks de afbeelding van het levensverhaal in mooie muurprenten van Boeddha met een groot, wit aureool rond zijn hoofd, is er van de grootsheid van de Verlichtte Meester niet veel te bespeuren. Ook de sculpturen van Boeddha en een groot standbeeld brengen de toeristen niet dichter bij de wijsheid van de Meester. Er lopen wel monniken rond en tussen de bezoekers staan vooral heilige koeien alsof ze daar al eeuwen thuis horen. Alleen de mooie, rustige tuinen en de stilte brengen de bezoekers iets dichter bij de wijze meester van vijf eeuwen voor Christus. Hier voel je pas echt hoe je als toerist de grootse dingen uit het leven niet kunt bezoeken en dat sightseeing erg oppervlakkig kan zijn.
Sven beseft maar al te goed dat ze twee fysisch en vooral mentaal zware dagen beleefd hebben in de dodenstad Varanasi. Hij geeft hen een avond vrij. Iedereen kan de rest van de dag invullen zoals ze zelf willen. Hij heeft wel enkele interessante suggesties voor de uitslovers die nog niet vermoeid zijn door de hitte en de drukte van de dag. Ze kunnen een muziekshow bijwonen in de buurt waar de sitar wordt bespeeld en een soort Indiase show wordt opgevoerd. Paul en Sylvia en Jos en Mieke willen dit zeker niet missen. Samir wil met enkele vrijwilligers een avondritueel op een van de 'ghats' bijwonen. Het wordt een uniek showspel met een lichtshow en de sprookjesachtige olielampjes in de manden op de lange bamboestokken. Dat is iets voor Sander,Alex en zijn Micheline. De rest van de groep is te vermoeid of heeft andere plannen.
Dokter Luc blijft met zijn licht zieke Dora zeker in het hotel. Ook Miel en Liza lassen een pauze in en blijven liever op hun kamer om te lezen of tv te kijken. Ze verlangen naar een rustige avond onder hun tweetjes.
De zo kuiszieke Liza, die bijna allergisch reageert op alles wat vuil of wanordelijk is, beleefde tegen alle verwachtingen in een hoogdag in Varanasi. Ze kan niet zwijgen en tatert er lustig op los over alles wat ze die dag gezien, geroken of gehoord heeft. Ze doet verontwaardigd over die man die moeizaam zijn horrelvoet vooruit sleepte, over die madame in het museum met haar vettige haarklissen, over de rode rochels op straat. Maar ze doet even opgewonden over al die prachtige sari's van de vrouwen als over de uitgesproken geuren op de medicijnenmarkt. Want Liza heeft zoals praktisch alle vrouwen en mannen die veel koken een fijne neus en haar humeur schommelt een beetje op de reukvlaggen die ze naar binnen krijgt. Ze kan ook niet zwijgen over hun steeds vrolijk lachend fietschauffeur met zijn pezig lijf. Ze vond die gespierde jonge man zo aardig dat ze hem een extra fooi heeft gegeven, iets wat ze uiterst zelden doet.
Miel kijkt verwonderd naar zijn Liza. Er is iets raar aan de hand met haar, vindt hij. Hij kan haar opgewonden gedrag moeilijk plaatsen. Miel is er niet rouwig om, integendeel. Hij beleeft eindelijk terug plezier aan zijn Liza. Zelfs terwijl ze zich uitkleedt om een bad te nemen, kan ze het niet laten en blijft ze verder vertellen. Om zich op te frissen gaat ze eerst onder de douche om haar bezweet lijf te verlossen van al dat zweet, stof en vieze geurtjes. Het is lang geleden dat Miel zijn vrouwtje zo ontspannen en gelukkig heeft gezien. Ze heeft opnieuw die stralende frisheid van dat jong vrouwtje waar hij indertijd verliefd op werd. Ook Miel springt mee onder de douche. Als twee jonge tieners kruipen ze daarna fris gewassen onder de lakens. Ze vieren hun herwonnen wij-gevoel zo intens dat Miel niet meer Miel is en dat Liza oplost in een volmaakt gelukkige eenheid. Ze vallen beide als een blok in slaap.
's Nachts schiet Liza wakker en zit rechtop voor zich uit te staren. Ze weet niet goed wat haar mankeert maar door haar hoofd schieten niet tientallen maar honderden, levendige beelden van Varanasi door haar hoofd. Ze flitsen in felle kleuren en volgen elkaar op in een ijltempo. Ze voelt zich een speelbal van haar oververhitte droomfabriek die echt tilt slaat. Haar biocomputer heeft blijkbaar te weinig geheugen om al die zwaar beladen beelden op te slaan. Teveel is blijkbaar teveel. Een vol uur zit ze zo te staren en dan valt ze uiteindelijk terug in slaap.
"Vandaag wordt een rustige dag," zegt Sven. "We rijden eerst met de bus naar Khajuraho waar we zullen inchecken in het 'Golden Tulip Hotel'. Daarna gaan we op zoek naar zeer speciale tempels die eeuwenlang onder de plantengroei verborgen waren tot ze in het midden van de 19de eeuw door de Engelsen ontdekt werden. In de late namiddag doen we nog een jeeptocht door de omgeving om het platteland een beetje te verkennen."
Iedereen vindt het prima, alleen Dora die zich al een hele tijd 'niet lekker' voelt heeft er niets aan. Ze heeft ondanks al de voorzorgen die haar man, dokter Luc, heeft aanbevolen toch de beruchte Delhi belly. Ze heeft steeds spuitwater van een goed gesloten fles gedronken. Nooit heeft ze rauwe groenten gegeten. Ze heeft zorgvuldig haar tanden gepoetst met mineraalwater en niet met het kraantjeswater. Geen enkele keer hebben ze iets gegeten van al dat aangeboden lekkere voedsel in tentjes en snacks langs de weg. Ze heeft nooit zichzelf op een ijsje getrakteerd. Zelfs al het fruit dat ze gegeten heeft zoals mango’s, lychees, bananen en appels werd eerst geschild of gepeld. Braafjes de handen gewassen voor elke maaltijd en toch heeft ze vandaag al vier keer in recordtempo een toiletbezoek gebracht. Dokter Luc zit er een beetje mee verveeld dat uitgerekend zijn vrouw als enige met die Delhi belly af te rekenen heeft. Dora blijft dus in het hotel dicht bij haar geliefd toilet dat ze voorlopig niet missen kan.
Ze kunnen na het ontbijt rustig wandelen naar het tempelcomplex. Khajuraho heeft meer weg van een groot dorp dan een drukke stad. Geen getoeter, geen stank van tuktuks, moto's en dieselwagens. Ze kunnen vrij ademen en gezellig samen wandelen naar de geheimzinnige tempels zonder rekening te hoeven houden met het verkeer en de drukte. De tempels liggen in een park, een open ruimte, waar je vrij kunt rondlopen. Niet alleen de jongere mannen zijn benieuwd naar al die erotische beelden.
Sven doet even alsof hij dat niet weet en laat hen in groep wachten om zijn uitleg te geven. Hij vertelt hen dat deze tempels een hoogtepunt vormden in de geschiedenis van de Chandela-dynastie uit de 10de tot de 13de eeuw, die toen over Centraal India regeerde. Nadien is hun rijk verdwenen en de plaatselijke bevolking is grotendeels weggetrokken uit dit gebied. De tempels werden niet meer verzorgd en verdwenen letterlijk onder de wilde begroeiing van bomen en planten. Door de jungle overwoekerd waren die tempels praktisch onvindbaar. Het is moeilijk te geloven dat die tempels bijna zevenhonderd jaar verborgen zijn gebleven want sommige gebouwen zijn wel dertig meter hoog. Daar kan je zo maar niet naast kijken. Desondanks werden ze pas in 1838 ontdekt door de Engelse kapitein T.S. Burt. Deze militair en ingenieur in dienst van de Engelse koningin beschreef de sculpturen die hij net ontdekt had op de gebouwen van een onbekende eeuwenoude stad als: 'iets gewaagder dan echt nodig is". Hij vond zelfs dat sommige beelden 'hoogst onwelvoeglijk en choquerend waren en dat hij nauwelijks kon geloven dat dit beelden waren op de muren van een tempel.'
Misschien is het feit dat al die sculpturen zo goed bewaard zijn gebleven een gelukkig bijverschijnsel van die eeuwenoude verborgenheid in de jungle. Oorspronkelijk stonden er 85 tempels waarvan er nu nog 25 zijn overgebleven. Het zijn vreemde hoge gebouwen die veel weg hebben van een prachtig versierd schrijn met slechts één opening om binnen te komen en er staan geen vensters in. Ze lijken een beetje op de moederschoot met één enge en smalle opening die zijn geheimen van binnen bewaart. Elke tempel staat als het ware op een platform en heeft verschillende torens die als bergen naast elkaar staan en wedijveren om de hoogste te zijn.
Het zijn unieke meesterwerken met buitenmuren die versierd zijn met honderden gebeeldhouwde figuren. Zo heeft de Varaha-tempel minstens 764 miniatuurfiguren. Het lijken wel boeiende stripverhalen in steen om het leven van hun koningen, hun godheden en de oorlogsstrijders uit te beelden. Niet alleen de recepties en al de persoonlijke en openbare ceremonies komen aan bod, maar ook dagdagelijkse taferelen ontbreken niet zoals een vrouw die haar haren kamt of eentje die een doorn uit haar voet haalt. Maar de erotische beelden krijgen natuurlijk de meeste aandacht. Trouwens dergelijke pikante beelden vindt men niet alleen in Khajuraho maar ook nog in andere tempels in India zoals bij de Boramdeo-tempel in Chhatissgarh.
Volgens Sven getuigen de prachtige tempels van de levensvreugde van dat volk. Hij verzwijgt opzettelijk dat de tempels ook vol staan met erotische en hier en daar zelfs gewaagde acrobatische standjes van koppels. Hij weet uit ervaring dat ze die wel met plezier allemaal zelf zullen ontdekken. Ze krijgen een paar uur vrij om de tempels te verkennen. Zowel Sander als Miel halen hun verrekijker uit hun rugzak en speuren naar de stenen beelden op de muren van de tempels.
Opvallend hoe ongedwongen vooral de vrouwelijke figuren werden afgebeeld. De mensen waren toen eerder klein en gedrongen van gestalte. De vrouwen hebben een eirond gezichtje en langgerekte amandelogen en pronken wulps met hun mooie rondingen, hun overvolle, bolle borsten en zwoele lippen. Ze staan vaak in een zijwaartse, uitdagende houding met een slag in hun heupen de zgn. 'tribbanga'-pose. Complexloos en in volle overgave spelen de vrijende koppels het belangrijkste en boeiendste spel in hun leven. De beelden vormen een ode aan de erotische fantasie van een volk dat het liefdesspel belangrijker vond dan oorlogje voeren.
"Psst, Miel, kijk daarboven!". Sander begint te lachen als hij dit bijna onmogelijke acrobatisch standje ziet van een man die op zijn hoofd staat en zijn geliefde klemt met zijn benen die boven hem zit. Ze worden beide recht gehouden door twee extra liefjes. Blijkbaar heeft de man die op zijn kop staat niet eens genoeg aan zijn partner boven hem, want hij kan zelfs beide handen niet thuis houden om beide gezelschapdames te bevredigen. Zo een pose vind je zelfs niet in de kamasutra.
"Misschien is het jullie nog niet opgevallen maar ik heb tot nu toe nog geen voor ons normale 'missionarishouding' gezien in al die poses." zegt Sven."En dat is niet zo vreemd, want voor de Indiërs is deze houding veel te agressief en dominant, alleen goed voor de man die vlug klaar wil komen.
Ook zijn er alleen beelden aan de buitenkant van de tempels, maar binnenin niet. Volgens sommige is dat zo bedoeld om de mensen duidelijk te maken dat ze de seksuele lusten en het dagelijkse leven buiten moeten laten als ze de tempel betreden." Jo en Mieke voelen zich een beetje gegeneerd. Ze ontdekten net een afbeelding van een man met een joekel van een lurk die het met een paard probeert. Pure bestialiteit! Ze hebben het gevoel als voyeurs echte pornobeelden te begluren. Maar als ze merken dat alle andere toeristen hun ogen uitkijken en met een brede 'smile' op hun gezicht rondlopen, beginnen ze ook de erotische beelden op te zoeken. Ongelooflijk welke poses hier allemaal in beeld werden gebracht. Het lijkt op een uitgebreid handboek in steen om de seksuele educatie in beeld te brengen.
Maar de muren van de tempels zijn natuurlijk niet alleen met vrijende koppels bezet. De interesse voor afbeeldingen van goden, op leeuwen lijkende fabeldieren en hemelse nimfen en muzikanten is eerder gering. De beeldschone meisjes en natuurlijk de liefdesparen en erotische groepen in acrobatische houdingen zijn uiteraard veel interessanter. "En Sven is vrijen ook geen goed middel om je trillingsgetal te verhogen? Vraagt Wendy licht spottend. "Aan trillingen zal het wel niet ontbreken als je al die standjes moet uittesten", voegt ze er lachend aan toe.
"Al ooit van tantra gehoord?" Vraagt Sven. Misschien is Khajuraho wel het Mekka van het tantrisme geweest. Onderzoekers die trachtten uit te vissen waar die beelden vandaan kwamen, dachten dat de expliciet erotische beelden afkomstig waren van de Kamasutra, het standaardwerk van de erotiek, dat ontstond tussen de 4de en 7de eeuw. Een aantal van die standjes passen in dit erotisch boek, maar sommige zijn zo overdreven dat we hun oorsprong waarschijnlijk ergens anders moeten zoeken. De tantracultuur, waarin men de puur lichamelijke seks overstijgt door in opperste beheersing urenlang als man en vrouw verbonden te blijven, zou een betere verklaring kunnen geven. Dit uitstelgedrag brengt de partners in een meditatieve toestand die hen dichter brengt bij de ultieme Levensbron. Het individu vergeet zichzelf, zijn ego verdwijnt en men ontstijgt de gevangenis van het lichaam. De hevige en intense spanning van de lichamelijke seks wordt overstegen waardoor men contact krijgt met het goddelijke.
Tantra yoga is een rituele praktijk uit de Vedische traditie, die gericht is op geestelijke verruiming en bevrijding. Die originele tantra oefeningen hebben nauwelijks iets te maken met alle varianten van tantraseks die nu als iets uitzonderlijks wordt aangeboden om je seksbeleving nieuw leven in te blazen. Integendeel, tantra vergt een extreme discipline zoals in dat raar beeld dat Sander net toonde. Het is een technologie om lichaam en geest te leren gebruiken om getuige te zijn. Echte tantrabeoefenaars beheersen het orgasme van de piekmomenten en krijgen dalorgasmen in de plaats die veel langer duren."
Wendy knippert met haar ogen.
"Een dalorgasme, wat is dat? Daar heb ik nog nooit van gehoord?" Daar wil ze wel het fijne van weten. Samir maakt haar duidelijk dat ze dit alleen kan beleven met haar partner als ze samen ernstig en zeer beheerst oefenen in bepaalde technieken. De erotische sculpturen symboliseren de godheden en zijn een weergave van het mannelijke en vrouwelijke principe. Eigenlijk worden geheime meditatietechnieken afgebeeld die een ode brengen aan Shiva, die gezien wordt als de mannelijke energiestroming, het yange element en zijn echtgenote Shakthi, de vrouwelijke energie, het jinge element die samen één zijn. Voor iedere tantrabeoefenaar is iedere vrouw, hoe alledaags ze ook mag zijn, een belichaming van de godin, de kosmische moeder. En iedere man is voor de vrouw de belichaming van het goddelijke.
Jo en Mieke zien ook op vrij grote hoogte dat sommige beelden verdwenen zijn. Hoe kan dat? Vragen ze zich af. Samir, die dicht bij hen staat, geeft hen vlug de verklaring. "Jammer, maar we moeten het toegeven die beeldjes zijn er afgehakt door de plaatselijke bevolking. Ze proberen die beeldjes voor veel geld illegaal te verkopen aan rijke toeristen. Meestal proberen ze dat bij individuele rondreizigers die zich laten rondleiden door jonge gasten op hun fiets. Die brengen hen dan zogezegd toevallig bij een mooi, authentiek boerderijtje waar ze binnen mogen. De boer laat zijn hele hebben en houden zien en brengt hen zelfs op de zolder waar in enkele oude kartonnen dozen die gepikte beelden zitten. Ze durven er 250€ per beeldje voor vragen: een groot kapitaal voor dat boertje als de verkoop lukt. Dat de koper een zeer groot risico loopt en zelfs zware straffen riskeert als hij betrapt wordt aan de grens, is die boer zijn zorg niet."
Theo met zijn wiskundige knobbel had in een boek voor toeristen gelezen dat op een van de tempels een inscriptie van het beroemde magische vierkant te vinden is. Hij zou dit graag in het echt wel willen zien. Het is het oudste vierkant van dit soort en dateert uit 1100 na Christus. Het vierkant bestaat uit de getallen van 1 tot 16. In dit getallenschema zijn de getallen zodanig ingevuld dat de kolommen, de rijen en de beide diagonalen dezelfde som opleveren, nl. 34. Sinds de opkomst van op wiskunde gebaseerde spelletjes zoals Sudoku zijn de magische vierkanten alleen maar in populariteit gegroeid. Gelukkig is Samir in de buurt want het zoeken naar die afbeelding tussen honderden, gebeeldhouwde figuren op al die tempels is geen sinecuur. Als Samir hem de inscriptie aanwijst, kijkt Theo even verwonderd omdat hij de cijfers van toen die afgebeeld staan niet lezen kan. Natuurlijk niet, wat had je anders verwacht? Theo neemt er enkele foto's van want magische vierkanten oplossen en zoeken is een van zijn hobby's.
Als ze allemaal terug zijn in het hotel voor het middagmaal worden ze begroet door mooie Indische meisjes die hen erg vriendelijk verwelkomen met hun "Namasté-groet". Ze voegen hun handen samen zoals we dat kennen bij Onze-Lieve-Vrouwbeelden en ze maken een lichte buiging. Zo begroeten Hindoes niet alleen hun goden maar ook elkaar. Eigenlijk groeten ze de goddelijke aanwezigheid in hun medemens. Zo doen het ook de Oostenrijkers en Zwitsers die jou in de bergen begroeten met hun 'Grüß Gott'. Het is de afkorting van "Grüße dich Gott", wat "God begroete u" betekent.
Aan tafel in de eetzaal zit Michelin een beetje nerveus rond te draaien op haar stoel. Ze wil haar man Alex, die vandaag jarig is, een verrassing bezorgen. Ze vraagt aan Samir of ze in het hotel geen taart met kaarsen of zo hebben met een muziekje om haar man zijn verjaardag te vieren. Jammer, maar taarten met kaarsen hebben ze niet in het hotel. Samir belooft wel dat hij vanavond voor de sessie begint op zijn sitar "Happy birthday' zal spelen.
Ondertussen vertelt Michelin aan Wendy en Mieke over haar reis naar de V.S. "Nooit heb ik zoveel verjaardagen achter elkaar gevierd als op die reis. Vorig jaar, op onze tocht langs de Oostkust van de V.S. bezochten we elke dag praktisch een andere locatie. Onze vrouwelijke gids had de gewoonte om telkens als we aankwamen in ons restaurant om de ober er attent op te maken dat er een jarige was in de groep. Zo kregen we telkens een "happy birthday" en een gebak met brandende kaarsen cadeau. Ze speelde het zo slim dat er iedere keer zogezegd eentje uit de groep jarig was. Ze vragen toch nooit naar je pas omdat te controleren, zei ze. Toen het mijn beurt was, vertelt Michelin verder, weigerde ik die cadeau, omdat ik gewoon niet jarig was. Alleen al het idee dat heel die groep "happy birthday" voor mij zou zingen op een dag dat ik helemaal niet jarig was, vond ik zo gênant dat ik er feestelijk voor bedankte. Mijn buurman nam dan maar de honneurs waar in mijn plaats, die had daar helemaal geen moeite mee. Integendeel, hij vond dat een lekker stuk taart er bij hem nog altijd bij kon."
Dokter Luc gaat eerst naar zijn kamer en vindt zijn zieke Dora op het bed liggen. Ze ziet er erg bleekjes uit en heeft buikpijn. Ze heeft totaal geen zin om mee te gaan eten. Luc keert alleen terug naar de overige gasten en besluit om in de namiddag bij zijn Dora te blijven. Er is in het luxueuze hotel en in de omgeving genoeg te doen om dicht bij haar te zijn als ze hem nodig heeft.
In de namiddag kruipen ze allemaal in een viertal jeeps om het platteland te verkennen. De straten zijn breed en ze kunnen vlot enkel ossenwagens passeren en trekken naar het jachthuis van een Maharadja. Onderweg ziet Sander met zijn verrekijker echte koningsgieren en halsbandparkieten. In een van de dorpen rijden ze door een marktplaats en de jeeps toeteren en blijven toeteren om de mensenmassa te laten open splijten. Ze wringen zich tussen de standjes en de kopers door.
Een eind verderop zitten ze vast achter een oeroude tractor met een uitlaat die recht naar boven staat en een ferme, zwarte rookwolk in de lucht blaast. Op die rammellende tractor zitten wel zeven vrouwen en kinderen. Omdat ze toch niet verder kunnen, stappen Mieke en Liza uit en delen snoepjes uit aan de kinderen en toiletartikelen aan de vrouwen. Ze spelen een beetje Sint Nicolaas en dat doet hen blijkbaar veel deugd. De kinderen en de vrouwen aanvaarden dankbaar en blij de extra cadeautjes van de wildvreemde toeristen.
's Avonds komen ze allemaal rustig en ontspannen aan tafel. Ze herleven en voelen zich na een dagje Khajuraho opgewekt en blij. De tegenstelling met het overdrukke Varanasi met zijn emotioneel zwaar beladen crematiegebeuren is wel erg groot. Ze kunnen genieten van kruidige gebakken rijst met in sambal gebakken garnalen, of zelfs iets voor echte vegetariërs zoals smaakvolle nasi met groenten en een spies van krokante tofu. Zoals beloofd speelt Samir bij het begin van de avondsessie op zijn sitar het 'happy birthday'-deuntje voor de jarige Alex. Hij fantaseert er allerlei akkoorden bij zodat ze op het laatst het origineel deuntje bijna niet meer herkennen. Alex en zijn Micheline zijn er echt blij mee. Vooral Alex omdat hij als toemaatje nog een extra lekker Indiaas drankje krijgt.
Sven laat zijn gasten even hun dagelijkse nieuwtjes vertellen en tikt dan voorzicht op de tafel om hun aandacht te trekken. "Wij hebben al twee mogelijkheden aangegeven om ons trillingsfrequentie te verhogen, zegt Sven. Je dankbaarheid verhogen en luisteren naar harmonische muziek. Vandaag volgt de derde en de meest ingrijpende van allemaal: bewust eten. Wees gerust dit wordt geen kookavond voor gezondheidsfreaks of 'weight watchers'. Ons lichaam wordt opgebouwd door voedsel en drank. Mijn huidig lijf is een accumulatie van wat ik gegeten en gedronken heb. Eigenlijk staat hier voor jullie een echt voedselspook met een trillingsgetal dat volgens orthomoleculair arts Robert H. Steeloper een Boviswaarde van minstens 6.500 à 8.000 heeft omdat ik gezond ben. Mensen die vatbaar zijn voor ziektes of een verkoudheid, of kanker hebben een lagere waarde. Maar opgewekte mensen die stralen van geluk hebben een hogere waarde.
Nu voedsel en drank hebben ook hun trillingsgetal, hun zgn. Boviswaarde. Eten we voedsel met een lage waarde dan brengen we ook ons eigen trillingsgetal naar beneden; eten we voedsel met een hoge Boviswaarde verhogen we dat. Ik zou jullie een lijst kunnen bezorgen van voedsel met een laag trillingsgetal en eentje met voedsel met een hoge waarde. Maar eigenlijk weten jullie dat zelf ook. Als men voedsel tot zich neemt en men voelt zich nadien beter, opgewekt en goed in zijn vel heb je waarschijnlijk voedsel van een hogere waarde gegeten. Voel je je down en zwaar heb je waarschijnlijk voedsel gegeten met een lage waarde. Klasseer eens, bij wijze van experiment, de volgende voedselsoorten van hoog naar laag. Schrijf gewoon de nummers op, dat gaat sneller. Samir projecteert ondertussen het volgende lijstje.
1 rauw vlees
2 vis
3 verse appel van de boom geplukt
4 gekookte aardappelen
5 pasta
6 noten en bessen
7 pizza
8 verse groenten
9 gebak
10 friet met biefstuk
Wat plaatsen jullie bovenaan? De meesten kiezen natuurlijk de verse appel, noten en bessen en verse groenten. Alleen Alex kiest voor zijn frieten met malse biefstuk. "Het is niet zo verwonderlijk dat jullie bijna allemaal voor verse groenten en fruit kiezen. We wéten als we naar ons lichaam luisteren wel wat goed is voor ons lijf. Wat brengen we mee voor een zieke in het hospitaal die je graag terug gezond wil zien? Inderdaad, een mandje met fruit. Etenswaren met een waarde boven de 7.500 geven ons kracht en verhogen ons trillingsgetal. "En wat komt onderaan te staan?" Vraagt Sven. Hier plaatsen de meesten: rauw vlees, pizza, friet met biefstuk en gebak. Die hebben slechts een waarde onder de 7000 en kosten ons energie en verlagen ons trillingsgetal.
Terwijl Sven zijn uitleg geeft, kan Theo het niet laten om in Google vlug 'Boviswaarde' in te tikken op zijn smartphone. Hij scrollt in zijn lijst en blijft hangen op de website van SKEPP. Daar leest hij dat die zgn. Boviswaarde gemeten wordt met een pendel en met een bio-sensor. In de commentaar van SKEPP leest hij dat het een totaal onbetrouwbare methode is die met onbetrouwbare apparaten wordt gemeten en zich zo niet verifieerbaar maakt. Een apparaat dat het in de middeleeuwen nog wel goed zou doen bij goedgelovige mensen.
Theo kan het niet laten zijn bevindingen mee te delen en wacht op een reactie van Sven. Maar die negeert de opmerking van Theo en gaat rustig verder met zijn uitleg. "Om ons trillingsgetal te verhogen eten we zoveel mogelijk levendig voedsel van plantaardige oorsprong. Geen of weinig rood vlees of ander dierlijk voedsel." Verder geraakt Sven niet want iedereen voelt zich aangevallen in zijn dagelijkse eetgewoonten.
Alex reageert fel: "Geen dierlijk voedsel, dat wil ook zeggen geen eieren of melk of boter. Je promoot 'konijneneten' en wil van ons van die schrale magere skeletten maken. Neen, merçi! Mij niet gezien. We zijn niet van plan om vegetariërs of veganisten te worden. Alex krijgt direct steun van Lea en dokter Luc. Vooral die laatste zet zich recht en begint een verhaal van vegetariërs die allerlei voedseltekorten hebben, vooral vitamine B, dat praktisch alleen via rood vlees wordt verworven. Nooit gehoord van Axl Peleman, de Antwerpse rockgitarist en zanger die zelfs ernstig ziek werd door zijn vegetarisch dieet? Die had van alles te kort in zijn bloed van o.a. vitamines, calcium en magnesium, witte bloedcellen. Die heeft noodgedwongen een vleeskuur moeten volgen om er weer bovenop te komen."
Paul die al veel van Rudorf Steiner heeft gelezen, beweert dat deze antroposoof de mensen in zijn tijd al waarschuwde om al te snel om te schakelen naar een vegetarisch dieet. Volgens Steiner moet dit zeer geleidelijk aan gebeuren en zeker niet volledig. Volgens hem zijn de gevolgen voor ons Westerse mensen voelbaar tot in de derde generatie. Het tijdelijk omschakelen van het ene dieet naar het andere geeft soms kortstondig een boost, maar kent nadien meestal een terugval. Dat hebben alle mensen die al verschillende diëten om af te slanken hebben geprobeerd al ondervonden.
Ook het omgekeerde is waar. Gandhi die volledig vegetarisch leefde en overschakelde naar een vleesdieet om zo sterk te worden als de Engelse soldaten werd er ziek van en is er volledig moeten mee stoppen. Als wij de dagelijkse kost van Eskimo's zoals rauw vlees en vis beginnen te eten riskeren we zelfs een vergiftiging.
"Kijk", zegt Sven, "naar het dieet van uitzonderlijk begaafde mensen zoals de wetenschappers Einstein, Newton, Darwin, Leonardo da Vinci, Benjamin Franklin, Tesla en kunstenaars zoals Tolstoï, Voltaire of Shaw, of naar moderne zangers zoals Bono, Bryan Adams, Kate Bush, Paul McCartney en zelfs grote sportvedette zoals de wielrenner Contador, de bokser Mike Tyson of de 'karate kid' Bruce Lee. Ze leefden of leven nog allemaal op voedsel van niet dierlijke oorsprong."
Theo vindt dat Sven te ver gaat."Wil ik jou eens een lijst bezorgen van alle grote persoonlijkheden in de menselijke geschiedenis die het wel met dierlijk voedsel hebben gerealiseerd? Die is minstens honderd of duizend keer zo lang als die van de vegetariërs. Wat vele vegetariërs liever niet vermelden is dat onze 'goeie vriend' Hitler, ook een fanatiek vegetariër was. Weet je wat hij zei tegen zijn generaals en raadgevers toen ze kippensoep aan het eten waren?. Ha Neen !? Jullie eten dode kippensoep."
Ze kunnen er allemaal om lachen. "Terloops, weten jullie waarom Hitler zo een belachelijk klein snorretje had? Vraagt Miel. "Neen? Heel simpel, toen hij in de eerste wereldoorlog streed aan het front had hij nog een stevige, mannelijke knevel. Die snor kostte hem bijna het leven toen hij tijdens een aanval met mosterdgas niet snel genoeg zijn gasmasker kon sluiten omdat de lange snorharen in de weg zaten. Hij heeft die knevel toen ingekort tot het gekende haarplukje op zijn bovenlip."
"Zijn wij vleeseters dan 'lijkeneters'? Vraagt Sander. En is een dode plant ook geen 'lijk? Dit is spelen met woorden om je gelijk te halen." Sander heeft in zijn jonge jaren nog geëxperimenteerd met macrobiotiek. Een dieet van de Japanners Oshawa en Michio Kushi, dat ook bijna volledig vegetarisch is. Hij is er een jaar later mee gestopt omdat hij zoals hijzelf zei 'zo onverschillig werd als een stomme koe die naar een trein staat te gapen.' Hij voelde zich afwezig, wereldvreemd en de prestaties in bed waren ook niet meer zoals vroeger. En dat wou hij niet meer. Hij eet nu zo gevarieerd mogelijk met zo weinig mogelijk rood vlees, maar nog wel eieren, melk en wit vlees. Volgens Sander worden de meeste mensen vegetariër om het dierenleed tegen te gaan. Ze zijn gekant tegen batterijkippen, varkens in overvolle stallen die op beton leven, tegen koeien aan de ketting.
Paul, die al lang grotendeels alle rood vlees en de meeste dierlijke producten vermijdt, vindt dat dierlijke producten een mens ook meer dierlijk maakt en verlaagt. "Waarom zeggen we van barbaren zoals de Tartaren dat ze 'wreed en bloeddorstig' waren? Wist je dat in de negentiende eeuw er een wet bestond dat slachters en beenhouwers geen lid mochten zijn van een jury op de rechtspraak? Men vond hun oordeel te grof en niet fijn genoeg om over een ander mensenleven te oordelen."
Sven kijkt geamuseerd toe als hij al die reacties hoort over zijn voedselkeuze. Hij weet uit ervaring dat je beter van de mensen hun dagelijks portie friet met biefstuk af blijft. Lekker eten en gezellig tafelen is tenslotte een van de 'troostende mergpijpen' in de levenssoep van ons bestaan zoals Felix Timmermans dat zo mooi zei. Hij wil ook per se zoveel mogelijk verschillende standpunten horen over voedselkeuze en wil vooral dat niemand zich zomaar een dieet moet laten aanpraten, ook niet door hem.
"Kijk mensen," zegt Sven. "Ik heb opzettelijk geen antwoord gegeven op al jullie terechte opmerkingen. Ik wou eerst zoveel mogelijk verschillende opinies laten horen zodat jullie bij manier van spreken in de grootste verwarring achter blijven. Als het over eten gaat, heeft iedereen zowat zijn eigen waarheid. Er bestaan zgn. wetenschappelijke adviezen van gezondheidsraden zoals de voedseldriehoek of piramide om jullie gezondheid te bevorderen. Wij proberen hier jullie kennis te laten maken met voedsel dat je trillingsgetal doet stijgen. En wie gaat jullie zeggen welk voedsel dat is? Heel eenvoudig je eigen lichaam. Wat jou lichaam nodig heeft kan alleen je eigen lichaamsbewustzijn je vertellen. Hoe natuurlijker dat je geleefd hebt des te dichter sta je bij dit intuïtief aanvoelen. Hoe meer je daarvan afwijkt, hoe moeilijker het wordt.
Enkele voorbeelden om het te verduidelijken. Wie jarenlang veel te veel suiker heeft gegeten, heeft steeds meer trek in suiker. Zijn oorspronkelijk aanvoelen van wat goed is voor zijn lichaam is verdwenen. Kijk naar mensen met een verslaving zoals rokers, cokesnuivers of mensen die teveel alcohol drinken. Geen enkel kind heeft de behoefte om alcohol te consumeren of een sigaret op te steken. Kijk naar wilde dieren zoals ratten of zelfs naar je huiskat als ze nog niet teveel verwend is door Kittekat, hoe kieskeurig die rond het eetbakje draait vooraleer ze iets opeet. Zelfs als je een geneesmiddel verstopt in een gehakt balletje laten ze het schoon liggen, want ze ruiken of voelen wel dat er iets niet in orde is.
Nu wij kunnen ook vooraf ons voedsel checken of het goed is voor ons lichaam. Daar bestaan eenvoudige methodes voor. Wij zullen dit even demonstreren met een vrijwilliger. Wie speelt graag proefkonijn? Sander wipt recht en stapt zonder aarzelen naar voor. Eerst gaan we jou energie even testen, zegt Sven. Strek je arm zijwaarts uit en hou hem zo stevig mogelijk recht. Ik ga trachten je arm naar beneden te drukken. Hoe meer weerstand je biedt, hoe sterker je energie stroomt. Sander is een behoorlijk sterke natuurmens en Sven heeft alle moeite om zijn arm nog maar een beetje naar beneden te krijgen. Dan raakt Sven Sander aan met een kleine magneet op enkele punten aan de zijkant van zijn hoofd en zegt met een vreemde glimlach op zijn gezicht:" Eens kijken wat het nu geeft." Opnieuw strekt Sander zijn arm uit en nu duwt Sven met slechts één vinger gewoon zijn arm naar beneden. Sander kan het zelf nauwelijks geloven. Het is net alsof hij alle energie kwijt is.
Alex vindt het zo spectaculair dat hij even denkt dat Sander een nummertje opvoert en meespeelt om Sven te plezieren. Als Sven uitlegt dat hij een van de energiekanalen bij Sander heeft geblokkeerd, begrijpen ze waarom hij ineens zo slap werd in zijn arm. "De voedseltest is nu als volgt," zegt Sven. "Als er voedsel vlak tegen jouw lichaam, dat is eigenlijk binnen de sfeer van je energetisch lichaam wordt gehouden, zal jouw lichaam hier op reageren. Is het nuttig voor jouw lichaam en brengt het jouw lichaam meer in evenwicht dan zal je energie versterken, is het slecht voor je lichaam en verstoort het je balans dan zal je energie verzwakken. Veel voedsel is natuurlijk neutraal en dan treedt er geen verandering op in het energieniveau.
Samir houdt een klontje witte suiker achter Sander zijn rug. Ondertussen doet Sven de test en voelt duidelijk dat zijn armkracht verminderd is. Dan probeert Samir het met een handvol bosbessen. Zijn arm blijft strak gespannen. Dan doen ze het nog eens over met een ei. Er vindt geen verandering plaats in de sterkte van arm. Sven glimlacht even en gaat verder met zijn uitleg."Die test heeft het nadeel dat je twee begeleiders nodig hebt om ze uit te voeren. Er bestaat een vereenvoudigde methode, die als je goed traint, je ook alleen kunt uitvoeren." Samir doet het even voor. Hij gaat mooi rechtop staan en haalt enkele keren diep adem door zijn neus en blaast de lucht langzaan en beheerst weer naar buiten via de mond. Hij neemt een flesje cola en houdt het met beide handen dicht tegen zijn buik. Hij sluit zijn ogen en adem rustig. Even beweegt hij naar achter. Net alsof zijn lichaam zijn afkeer wil tonen van dat ongepast voedsel. Hij doet het nog eens over met een mango in zijn handen. Nu komt zijn bovenlichaam licht naar voren. Dat blijkt dus waardevol voedsel te zijn voor hem. Als Samir uit een blister een geneesmiddel haalt om dit even te checken of het wel goed is voor zijn lichaam vindt dokter Luc, dat het welletjes is geweest. Pure kwakzalverij, meent hij. Hij begint zich meer en meer op te winden en noemt dit een hocus pocusvertoning. Hij vindt dit al te belachelijk en maakt zich zelfs kwaad. "Zullen we in het vervolg geneesmiddelen voorschrijven op basis van jullie test? Nu is het ver gekomen!".
Sven weet dat de meeste klassiek geschoolde dokters, die alleen allopatische geneesmiddelen voorschrijven, in een wetenschappelijke bubbel leven en helemaal niet open staan voor alternatieve vormen van geneeskunst. Het stoort hem dan ook niet dat dokter Luc er zo negatief over doet. Hij gaat rustig verder: "Deze methode wordt vooral door Donna Eden gebruikt die spectaculaire resultaten bereikt met haar energetische geneeskunst. Wie er meer wil van weten tik in 'youtube' maar Donna Eden in en krijgt een hele reeks demonstraties van haar werkwijze.
Luister naar je lichaam en niet naar voedselexperten, koks, en gezondheidsgoeroes. Eet vers, niet door de industrie bereid voedsel. Eet voedsel dat zover mogelijk verwijderd is van jezelf bijv. planten en vis. Eet zo weinig of totaal geen zoogdieren, die staan veel te dicht bij ons. Dit voedsel blijft langer in de darmen en wordt niet zo grondig verteerd als plantaardig voedsel. Onbewust weten wij hier in het Westen ook goed dat we best geen voedsel consumeren dat te dicht bij ons staat. Wij eten geen hond of kat. Een Engelsman gruwt zelfs bij het idee van paardenvlees te eten. Tracht zo bewust mogelijk te eten net zoals de dieren dat doen. Zelfs een rat draait eerst enkele keren rond aangeboden voedsel vooraleer er van te eten. Een kat ruikt en snift voorzichtig eer ze in de brokken zal bijten. Ratten en katten lezen geen gezondheidsboekjes, ze vertrouwen op hun instinct.
Volgens het 'Hippocrates Health Institute' bevat biologische, pure plantaardige voeding de meeste energie en trilt het hoogste. Eet men onbewerkt voedsel zoals bladgroenten, fruit, noten en zaden dan krijgen de lichaamscellen veel meer zuurstof en energie binnen. Als men dit voedsel kookt of bewerkt met chemische conserveringsmiddelen zoals bij industrieel bereide voeding gaat de energiefrequentie omlaag. Voeding met een zeer hoog gehalte aan chlorofyl zoals algen, donkergroene bladgroente, zeegroente, kiemgroente en tarwegrassap hebben een hoge energiefrequentie."
Tot slot van onze avond kunnen jullie allemaal even enkele voedingswaren uittesten volgens de eenvoudige methode zoals Samir die net heeft gedemonstreerd. We beginnen met een mango. Ze staan allemaal recht, behalve dokter Luc, en zetten zich op een rij. Ze volgen Samir na die eerst de ogen sluit en rustig begint te ademen terwijl hij zijn mango met beide handen voor zijn buik houdt. Enkele zoals Paul, Sylvia, Jo en Mieke voelen een licht neiging om naar voren te buigen. De meesten voelen niks. Dan geeft Sven aan iedereen enkele tabletten van een wit poeder. Hier reageren enkele afkerig op door licht achterover te buigen. Bij de meeste gebeurt gewoon niks. Zal wel neutraal voedsel zijn, denken ze. Of doen ze het niet goed? Of is hun intuïtieve gevoeligheid zo afgestompt dat ze het niet meer voelen?
Miel ziet zichzelf zo maar geen voedsel testen. "Zeg Sven, ken je de uitdrukking: 'eten wat de pot verschaft'? Normaal eet je in een gezin wat er op tafel komt en dat wordt meestal door moeder de vrouw beslist. Als je kinderen blijven eten in school dan bepaalt de kok van die school wat de kinderen op hun bord krijgen. Als je zoals zo veel werknemers tegenwoordig in het bedrijfsrestaurant blijft eten, kan je hoogstens kiezen tussen twee schotels. Dan heb ik het nog niet over mensen die op restaurant gaan eten. Zelfs als je zelf de schotel kiest, dan weet je nog helemaal niet wat die chef-kok en zijn medewerkers er allemaal hebben aan toegevoegd van kruiden en allerlei vreemde sausen. Zelf al je voedsel met een hoog trillingsgetal kiezen, kan je misschien wel als je leeft als vrijgezel, maar in een gezin, of een groep wordt dat wel heel ingewikkeld, vind ik."
Alex heeft geen boodschap aan al die aanbevelingen van Sven. Hij heeft het lumineuze idee om zijn sterk drankje dat hij gekregen heeft voor zijn verjaardag uit te testen. Hij speelt het spelletje mee maar neemt geen banaan zoals de andere deelnemers maar zijn glas met sterke drank. Hij ademt diep in en uit en maakt een fikse buiging voorwaarts en zegt dan triomfantelijk: "Zie je wel dat alcohol goed is voor de mens. Geef mij nog maar eentje, misschien buig ik dan voorwaarts tot tegen de grond."
.
Meest recente reacties
23.05 | 13:29
Heb een aantal ongeveer 10 cm lange dunne vuur-rode wormen in mijn vijver gevonden Heb ook een foto maar rode kleur is niet duidelijk.
27.07 | 12:00
Mooie website
25.07 | 13:42
heb nog snel je tekst eens doorgenomen en heb besloten een paar door jou geciteerde auteurs eens grondiger te lezen. is dat niet positief???
27.11 | 10:53
Zeer origineel. Fantastisch
42 De raven zij zaaien niet, zij maaien niet.
Een parabel die erg moeilijk te ‘verteren’ valt, is deze: “Kijk eens naar de vogels. Ze zaaien niet, ze maaien niet en ze bewaren geen voorraden in schuren.” De jonge predikant voegde eraan toe: ”Wees niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten.” Ha neen, hoor ik je al zeggen! Ieder mens met gezond verstand in zijn hoofd denkt dadelijk: kijk maar naar wat er gebeurt met mensen die er maar op los leven en alles laten waaien. Vroeg of laat worden ze geconfronteerd met de simpele waarheid van ‘de krekel en de mier’ en moeten ze gaan bedelen, lenen of stelen om in leven te blijven.
Zelfs mensen die verschrikkelijk hun best deden, werden in de geschiedenis niet gespaard van hongersnoden. Door oorlogen, extreme weersomstandigheden, plantenziekten, massaal optreden van plaagdieren, armoede en zelfs door een belegering of een bewuste politiek van uithongering werden hele volkeren getroffen door hongersnoden waardoor miljoenen mensen gestorven zijn in de grootste ellende. Je moet daarvoor zelfs niet eens in het verleden of in onderontwikkelde landen gaan zoeken. Zelfs nu, leven miljoenen mensen met een hongerige maag en kunnen hun kinderen niet voldoende voeden om gezond groot te worden. Het “wees niet bezorgd van wat je gaat eten” komt hard aan bij die mensen.
En dat vogels en andere dieren niet bezorgd zouden zijn en geen voorraden voedsel zouden aanleggen, klopt natuurlijk ook niet met de werkelijkheid. Niet alleen eekhoorns leggen een wintervoorraad aan om de barre wintertijd te doorstaan. Ook hamsters, muizen en ratten hamsteren noten en vruchten net zoals sommige vogels. Gaaien verzamelen in september tot oktober massaal eikels. Die worden eerst één voor één in de krop verzameld en dan vliegt de gaai met die eikels in de krop en één in de snavel naar zijn leefgebied om ze in de grond te verstoppen als wintervoorraad. Een gaai verstopt elke herfst zo maar liefste enkele duizenden eikels weg in de grond. Zo helpt de gaai bij het heraanplanten van bossen want de eikels die in de winter niet worden teruggevonden, groeien soms uit tot een nieuwe eik.
Zelfs de raven die de jonge predikant expliciet vermeld in deze parabel met ‘de raven, ze zaaien niet en maaien niet en hebben geen voorraadkamer of schuur’, hamsteren net zoals de kauwen en eksters wel voedsel voor de winterperiode. Vinken, kepen, boomklevers en mezen doen dat ook door het verstoppen van beukennootjes.
Wat bedoelt de jonge predikant dan met deze uitspraken? “Wees niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten en ook niet voor uw lichaam, wat ge zult aantrekken. Het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding. Hoeveel meer zijt gij dan de vogels! Trouwens, wie van u is in staat met al zijn tobben aan zijn levensweg een el toe te voegen?”
Hij voegt eraan toe om zijn uitspraak te verduidelijken: “Let eens op de bloemen, hoe zij groeien: zij spinnen noch weven. Toch zeg ik u: zelfs Salomo in al zijn pracht was niet gekleed als een van hen. Als God nu het veldkruid, dat er vandaag nog staat en morgen in de oven wordt geworpen, zo kleedt, hoeveel te meer dan u, kleingelovigen. Vraagt dus ook gij niet, wat ge zult eten en wat ge zult drinken, en wees niet ongerust. Want dat alles jagen de heidenen in de wereld na. Uw vader weet wel, dat gij dat alles nodig hebt. Maar zoekt dan zijn Rijk, dan zullen die dingen erbij gegeven worden.”
De sleutel om deze parabel te begrijpen ligt in de uitspraak dat je als kleingelovige die alleen maar bezig is met het najagen van materiële noden het vertrouwen mist in de krachten van dit universum. Je dagelijkse behoeften aan materiële dingen verdwijnen in het niet als men op zoek gaat naar de hogere vormen van bewustzijn. De levenswijze van de jonge predikant die zelfs geen steen had om zijn hoofd op te laten rusten en van zoveel heiligen bewijzen maar al te zeer dat men met minimale materiële behoeften volmaakt gelukkig kan leven.
Sint Franciscus, die eerst als zoon van een rijke koopman er op los leefde, koos na krijgsgevangenschap en langdurige ziekte voor een nieuw leven. Een leven in dienst van ’Vrouw Armoede’ en zorg voor de melaatsen. Hoe rijk hij was als mens blijkt maar al te duidelijk uit zijn uniek en wondermooi gebed.
Heer, maak mij tot instrument van uw vrede:
laat mij liefde brengen waar haat is,
eenheid waar mensen verdeeld zijn,
vergiffenis aan mensen die zwak zijn,
laat mij hoop geven aan wie niet meer hoopt,
geloof aan wie twijfelt;
laat mij licht brengen waar het duister is
en vreugde waar mensen bedroefd zijn.
Heer, help mij
niet zozeer om zelf gelukkig te zijn als om anderen gelukkig te maken;
niet zozeer om zelf begrepen te worden als om anderen te begrijpen;
niet zozeer om zelf getroost te worden als om anderen te troosten;
niet zozeer om bemind te worden als om te beminnen;
want als ik geef, zal mij gegeven worden,
als ik vergeef, zal mij vergeven worden,
als ik sterf, zal ik voor eeuwig leven.