De mens heeft iets van een ingekapselde larve van de 'spierworm' (Trichinella spiralis) , die jarenlang in een slaaptoestand blijft leven. Met eindeloos geduld wacht ze op het zoogdier dat het rauwe vlees verorbert waarin ze verborgen zit om uiteindelijk tot leven te komen. Kunnen religies de 'slapende mens' helpen in zijn ontwakingsproces?
“Religies zijn voor het grootste deel slecht, maar religie is dat niet” K. Gödel
Sinds het midden van vorige eeuw werd in ons land de stille neergang van de katholieke godsdienst met zijn credo's, de vurige preken op de kansels en de strakke hiërarchie van een mannelijke kerk in gang gezet. De secularisatie sloop de samenleving binnen en meer en meer werd godsdienst in ons land gereduceerd tot een randverschijnsel. Het proces waarbij het maatschappelijk leven zich steeds meer gescheiden ontwikkelt van de kerk en het geloof heeft zich ondertussen geruisloos verder gezet. Kerken lopen leeg en worden restaurants of musea. Het aantal nieuwe priesters per jaar kan je bijna op één hand tellen. Het kerkbezoek is nog nooit zo laag geweest, maar ondanks de leegloop van de kerken blijft het aantal bezoekers wel min of meer constant. Een al te snelle conclusie uit deze gegevens zou zijn; dat wij door onze materiële welvaart en de groeiende invloed van de verlichting de georganiseerde godsdiensten grotendeels ontgroeid zijn.
Vreemd genoeg komt er uit onverwachte hoek een intense heropleving van de gevestigde godsdiensten. Door de constante immigratie en de globalisering van onze samenleving met de miljoenen gastarbeiders, migranten, vluchtelingen en asielzoekers die hun eigen geloof en liturgie hebben meegebracht wordt onze samenleving opnieuw geconfronteerd met allerlei georganiseerde godsdiensten. God wordt opnieuw gepromoot in allerlei vreemde talen van Arabisch, Pools tot Lingala. Van ondergrondse garage-gebedshuizen of magazijnen zijn ze ondertussen uitgegroeid tot nieuwe tempels en moskeeën al dan niet met financiële steun van uit het buitenland.
Vlaanderen zit niet meer onder zijn klassieke kerktorens maar wordt nu verrijkt door honderden moskeeën en Afrikaanse christelijke kerken. In sommige steden herleeft zelfs de oude katholieke kerkgemeenschap als op zondagen kerken bijna vol zitten met Polen, gelovigen uit het vroegere Oostblok of met allerlei gekleurde stadsbewoners uit Afrika, de Filippijnen en Zuid Amerika. Religie komt blijkbaar altijd terug en is meer dan een kerkganger of een biddende moslim op zijn matje. Zelfs in het vroegere communistische en goddeloze Sovjet-Unie bleven de baboesjka's bidden in hun kerken. Na de val was er opnieuw een heropleving en een sterke toename van de gelovigen. Dit is natuurlijk niet zo verwonderlijk want religie tracht precies om antwoorden te geven op vragen die buiten het bereik van de menselijke rede liggen. Religie leert ons om te gaan met lijden en dood, met sterfelijkheid, pijn en verdriet, met wanhoop en woede over de onrechtvaardigheid en de wreedheid van het leven.
Die religieuze levenskunst vereist wel een moeizaam leerproces dat alleen groeit door een praktische discipline met spirituele oefeningen en een toegewijde manier van leven. Uit een recent Nederlands onderzoek blijkt dat het aantal 'godgelovigen' en de 'ietsisten' nog meer afnemen. De agnosten vormen nu de grootste groep en het aantal atheïsten is zelfs flink gestegen vergeleken met vorig onderzoek. Nagenoeg zestig procent van de Nederlanders heeft een agnostische of atheïstische levensbeschouwing. Een belangrijke vaststelling blijft dat er in Nederland en Vlaanderen nu meer spirituele zoekers zijn buiten de kerk, die niet meer georganiseerd zijn. Ze zoeken een hogere spirituele realiteit en hebben de georganiseerde kerken achter zich gelaten om alleen, al of niet met een goeroe, verder te zoeken naar hogere graden van bewustzijn.
Misschien is de afstand tussen al die religieuze zoekers buiten de kerk en diepgelovigen uit georganiseerde kerken, niet zo groot. Zo staan fervente atheïsten als zoekende mensen misschien wel veel dichter bij de gelovigen in het grote levensbos dan ze zelf denken. Het eeuwenlange gevecht tussen de eigenaars van mijn god is mooier dan de jouwe, zal blijven duren tot ze inzien dat ze het over dezelfde Onnoembare Grootheid hebben. Al die verschillende etiketten zoals theïsten, ietsisten, agnosten en atheïsten zijn vooral te wijten aan de verschillende concepten van het godsbegrip waarin ze al of niet geloven. Een grondig onderzoek van het godsidee kan heel wat vage, onduidelijke en vooral eenzijdige begrippen in die wirwar van allerlei concepten over God ophelderen of doen verdwijnen.
Religieuze beleving is een fundamentele behoefte voor een groot deel van de mensheid. Moderne breinonderzoekers zoals Andrew Newberg en Eugene d’Aquili (2002) zien bij mediterende boeddhisten en biddende Franciscaanse nonnen zelfs sterk oplichtende zones in wel bepaalde plekjes in de hersenen. Uit hun onderzoek blijkt dat geloven wetenschappelijk gezien niet ziek of ouderwets is, maar simpelweg een uiting van gezond menselijk gedrag. Mensen die actief religieus zijn leven vaak langer, ze blijven of worden vaak gelukkiger na een verlies, een scheiding, werkeloosheid of gezondheidsproblemen. Religieus actieve mensen komen minder vaak in de criminele sector terecht, ze misbruiken minder vaak alcohol of drugs, ze plegen minder vaak zelfmoord en zeggen tweemaal zo vaak dat ze 'heel gelukkig' zijn vergeleken met ongelovigen. Door hun beperkte keuzes en sociale steun van hun geloofsgemeenschap krijgt hun leven meer zin.
Geloven is een nuttig evolutionair mechanisme want het werkt stressverlagend en is gezond voor je geestelijke en lichamelijk welzijn. De neurowetenschapper Michael McGuire, die in de jaren tachtig de neurotransmitter serotonine ontdekte, noemt kerken zelfs een beetje spottend 'serotoninefabrieken'. Serotonine speelt een belangrijke rol bij onze stemming, ons zelfvertrouwen, slaap, seksuele activiteit, emoties en eetlust. Een tekort hangt samen met depressiviteit.
Zonder iets af te weten van serotonine wist de heilige Augustinus al in de tweede eeuw na Christus dat geloof in een godheid rustgevend kan zijn. Hij schreef toen al zijn beroemd citaat:"Onrustig is ons hart, o Heer, totdat het rust vindt in U". Niet toevallig komen er meer dan vierduizend verschillende religies voor over heel de wereld. De natuurlijke selectie van het menselijk ras heeft ervoor gezorgd dat religie is gebleven. Wie denkt dat godsdiensten zullen verdwijnen, maakt zich illusies.
Jonge mensen, die opgroeien in een seculiere gemeenschap, onderschatten de impact die een georganiseerde godsdienst heeft op de ontwikkeling van de mens en de samenleving waarin ze leven. Eigenlijk zijn georganiseerde godsdiensten levensscholen met totaalpakketten die een 'oplossing' bieden voor alle belangrijke levensproblemen. Al generaties lang regelen dezelfde religieuze gebruiken en rituelen de samenleving. Ze zijn zo verankerd in de maatschappij dat ze als cultureel erfgoed het 'gezicht' bepalen van een bepaald volk. Zonder het goed te beseffen leven ook wij hier in ons land nog steeds in een door religieuze gebruiken en gewoontes doorweven samenleving. Onze wekelijks ritme van zeven dagen met als hoogtepunt de zondag als rustdag en onze jaarindeling met de katholieke feestdagen zoals Kerstmis en Pasen kleuren nog steeds ons leven. Onze ethiek, steunt in hoge mate op religieuze gedragsregels die al eeuwen onze Westerse samenleving bepalen. Het religieuze bewustzijn is bij sommige mensen zeer sterk ontwikkeld en bij andere nauwelijks aanwezig. Men kan het vergelijken met gevoel voor muziek. Die gevoeligheid verschilt ook van mens tot mens maar kan wel in hoge mate 'getraind' worden.
Wie in een religieuze gemeenschap opgroeit, volgt eigenlijk een levensschool vanaf de geboorte tot aan zijn dood. Een georganiseerde godsdienst biedt een vast kader van toewijding om persoonlijk verder te ontwikkelen. Men hoeft zichzelf hiervoor niet eens op te sluiten in een kloostercel. Ook als gewoon lid van een kerk leert men bidden, vasten, delen met andere mensen en samen vieren.
Wat is nu het effect van al die religieuze trainingen op de mens? Worden 'religieus opgevoede mensen' betere mensen? Maakt die jarenlange godsdienstige beleving de mens meer bewust? Men kan niet ontkennen dat religieuze gemeenschappen vaak een zeer positief effect hebben op de samenleving. Het is opvallend hoe na rampen zoals de orkaan Katrina (2005) in de VS de religieuze gemeenschappen de slachtoffers hielpen. Niet alleen door geld te schenken maar ook erg concreet door een helpende hand uit te steken of woningruimte te voorzien voor de getroffenen. Wat zeer merkwaardig was, ze deden dat niet alleen gratis maar zelfs veel efficiënter dan de overheden die ervoor betaald werden.
Volgens Tiger & Mcguire, 2011 is de katholieke kerk de grootste aanbieder van medische hulp en van onderwijs op deze planeet. Ze zorgt voor belangrijke maatschappelijke samenhang in Afrika en is de grootste concurrent voor het Indiase kastensysteem zoals zuster Jeanne Devos nog dagelijks ondervindt. De grootste doorbraken naar een beschaafdere samenleving die de keiharde wet van het 'oog om oog, tand om tand' stilaan wijzigden in een zorg voor de zwakke en zieke medemens werden vooral door sterk religieus geïnspireerde mensen in beweging gezet.
De gelijkheid van alle mensen zonder onderscheid van ras of afkomst werd door de man die in het begin van onze jaarrekening geboren werd in praktijk gebracht. De melaatsen, verlamden, blinden, zwakzinnigen, bedelaars, hoeren en kinderen kregen van hem meer aandacht dan de mannen van de macht zoals Schriftgeleerden, Farizeeërs en Romeinen die het toen voor het zeggen hadden. Dat alle mensen gelijk zijn en de verschillen in rang en stand niet relevant zijn, werd door de heilige Paulus zo verwoord: "Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen. U bent allen één in Jezus Christus."
In die tijd waren deze eenvoudige woorden revolutionair. In die tijd werden zwakke of gebrekkige pasgeboren kinderen nog gewoon op de mestvaalt gedumpt en was het bezit van een slaaf een heel normaal hebbeding. De invloed van de godsdiensten met hun allesoverheersende principe van solidariteit met de zwakkeren en zieken in de opbouw van onze sociale zekerheid, ontwikkelingshulp en liefdadigheidsacties kan moeilijk overschat worden. Ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen dragen niet toevallig namen zoals Sint Elisabeth, Sint Dympna, Heilig Jozef of heilig Hart want ze zijn gegroeid uit de zorg van religieuze kloosterzusters, broeders en paters. Onze moderne westerse beschaving is ondenkbaar zonder de bijdrage van sterk religieus geïnspireerde mensen. Het afschaffen van de slavernij, de zorg voor zieke of gewonde mensen, de bijstand van oorlogsslachtoffers tot het begeleiden van alcoholisten hebben we te danken aan sterk religieus geïnspireerde mensen. Enkele voorbeelden.
Florence Nightingale (1820-1910). Als tiener hoorde ze de "stem van God" en ruilde ze het lege bestaan van het rijkemansleven van de aristocratie voor een leven in dienst van de armen, zieken en gewonden om hun lot te verbeteren. Deze veelzijdige vrouw was erg religieus en schreef zelfs een origineel theologisch werk, Suggestions for Thought, waarin ze haar christelijke drijfveren beschrijft. Ze is vooral bekend geworden als grondlegger van de moderne verpleegkunde.
Haar verpleegwerk in de Krimoorlog inspireerde een ander sterk religieuze figuur, Henry Dunant (1828-1910). Tijdens een rondreis kwam deze Zwitserse bankier en zakenman aan in Solferino. Die dag was er net een veldslag geëindigd in een echt bloedbad. Er lagen meer dan 38.000 mannen gewond, stervend of dood op het veld, terwijl er maar weinig medische verzorging was. Hij kon het gekerm van de soldaten zonder verzorging niet meer aanhoren en was zo gechoqueerd dat hij zelf het initiatief nam en de bevolking opriep, om snel hulp te verlenen aan de gewonden en de zieken. Later stichtte hij in 1863 het Rode Kruis en werd medeauteur van het manifest van deYMCA (Young Men's Christian Association) de grootste oecumenisch - christelijke jongerenorganisatie van de wereld met ongeveer 45 miljoen leden. Hij ontving de Nobelprijs voor de Vrede in 1901.
Pater Damiaan (1840-1889). In mijn middelbare schooltijd nam ik elke morgen de lijnbus huiswaarts aan de bushalte in Leuven, vlak voor het standbeeld van Jozef De Veuster, beter gekend als pater Damiaan. Hij werd voor mij zo een beetje de onbereikbare heilige die heldhaftig zijn eigen leven opofferde voor de melaatsen in Molokai tot hijzelf door de ziekte werd geveld op negenenveertig jarige leeftijd. In 2005 werd hij verkozen tot 'allergrootste Belg', voor een van onze grootste wetenschappers Dr Paul Janssen. In het Capitool in Washington DC staan bustes van personen die verdienstelijk waren voor de Verenigde Staten. Uiteraard zijn dit allemaal Amerikanen met één uitzondering: de Belg Pater Damiaan. Hij is de beschermheilige voor de lepralijders en aidspatiënten.
William Wilberforce (1759-1833) zorgde samen met Thomas Clarkson en een aantal 'quakers' dat de schande van de slavernij werd afgeschaft. In 2006 werd zijn verhaal verfilmd in 'Amazing Grace'. Deze joviale en geestige levensgenieter bekeerde zich en wijdde zijn verder leven aan het dienen van God. Als politicus diende hij de eerste wetsvoorstellen in om de slavernij af te schaffen. Pas na zijn dood werd die wet uiteindelijk goedgekeurd in Groot-Brittannië.
Bill Wilson (1895 –1971), die samen met dr. Bob Smith de Anonieme alcoholisten (AA) oprichtte, was zelf een stevige drinker. Hij werd sober na een opname in het ziekenhuis door een spirituele ervaring. In zijn ziekbed schreeuwde hij het uit:'Ik doe alles, alles wat maar moet als er een God bestaat. Dat hij zich dan maar eens toont! Toen kreeg hij een gevoel van extase en zag een overweldigend wit licht. Hij heeft daarna nooit meer gedronken en met zijn twaalf stappenplan miljoenen drinkebroers geholpen om nuchter te blijven.
Religie is door alle eeuwen heen een van de belangrijkste inspiratiebronnen geweest voor de allergrootste kunstenaars. Wie een culturele reis maakt door Europa en dat hoeft niet eens door Italië of Spanje te zijn, flaneert met zijn gids van de ene religieuze kunstschat naar de andere. Het culturele erfgoed van een land is ondenkbaar zonder de majestueuze gotische kathedralen of moskeeën, retabels en schilderijen met Bijbelse taferelen of beeldhouwwerken van religieuze figuren en heiligen. De kunstgeschiedenis van de muziek of van de literatuur zou zonder de religieuze meesterwerken een grote leemte vertonen.
Op het individuele vlak kan de invloed van een religie zo alles bepalend zijn dat men bereid is zijn hele leven te wijden aan de dienst van God. De katholieken, die van God dienen hun levensdoel maken, steken hun seksualiteit, al of niet met succes, voor de rest van hun leven in de ijskast. In West Europa worden die geroepenen stilaan uitzonderlijke exemplaren. Voor de gewone mensen is de belangrijkste bijdrage van religieuze rituelen en godsdienstige praktijken wel het 'sussen' van hun brein. Geloofsovertuigingen en religieuze regels geven een soort 'breintroost'. Wat joggen voor de benen doet, doet religie voor het brein, nl sociaal-emotioneel en institutioneel trainen. Godsdienstige oefeningen zoals bidden, vasten, deelnemen aan liefdadigheidsacties en gemeenschapsdiensten kunnen de weinig bewuste mens stilaan laten groeien in bewustzijn.
Maar wat doe je dan met de sarcastische opmerking van de evolutiebioloog Richard Dawkins, die religie een 'georganiseerde licentie om aanvaardbaar stompzinnig te zijn' noemt? Hij 'bewees' zelfs dat 'god' zo goed als zeker niet bestaat. Dat zijn beperkt godsidee voor hem niet bestaat is nog te aanvaarden, maar dat geeft hem natuurlijk nog niet het recht dit 'bewijs' te veralgemenen tot de god van iedereen. Hij vindt godsdienst saai en gevaarlijk en voert samen met de Amerikaans-Canadees theoretisch natuurkundige, kosmoloog en populairwetenschappelijk auteur, Lawrence Kraus een soort nieuwe kruistocht tegen de domheid van gelovigen. We moeten van die barbaarse religie af, vindt Rudy Kousbroek. Ze hebben geen beschavende functie meer, ze hersenspoelen mensen, ze verduisteren het verstand. Laten we maar leven zonder God!"
Volgens moderne atheïsten is het zelfs hoog tijd om de wereld te bevrijden van religie. De Nederlandse filosoof Floris van den Berg vindt religie zelfs een ziekte van onwetendheid en bijgeloof. Volgens hem is religie onwaar en betekenisloos en ze belemmert de individuele vrijheid en zelfbeschikking. Hij vindt dat religie een ongezonde levenswijze is net zoals roken, teveel drinken of te veel vet eten. Dus weg ermee.
Het is natuurlijk niet moeilijk om uit eeuwen geschiedenis een waslijst op te stellen van misdaden van georganiseerde godsdiensten. Als we ons beperken tot de Rooms katholieke kerk dan is de lijst van 'zonden' zoals John Summerville het noemt indrukwekkend. Van kruistochten, de inquisitie, de godsdienstoorlogen, heksenvervolging, slavernij, racisme, onderdrukking van vrouwen, Jodenhaat en vooral het verzet tegen de wetenschap. Al die dwingende en autoritaire, religieuze voorschriften houden de gelovige dom en kunnen een verstikkend keurslijf betekenen voor het zelfstandig denkend individu.
Georganiseerde religies kunnen inderdaad echt 'opium van het volk' zijn dat mensen in slaap wiegt en doet dromen van een gelukzalig hiernamaals waardoor ze zich schikken in hun lot zoals Karl Marx schreef. Ze kunnen ook zoals Lenin en Stalin dachten 'opium voor het volk' zijn. Voor deze heren was religie een soort mentaal gif dat mensen dom houdt. Het was hun voorwendsel om alle gelovigen zo snel mogelijk te liquideren. Religie kan ook 'cocaïne voor het volk' zijn zoals Umberto Eco beweert, dat hen ophitst en motiveert tot de meest extreme menselijke gedragingen zoals bij de zelfmoordterroristen.
Dat er belangrijke bezwaren zijn tegen georganiseerde religies zoals machtsmisbruik, conservatisme, discriminatie en terrorisme valt niet te ontkennen. Sommige geloofsgenoten zoals Joden en moslims voelen zich zelfs superieur ten overstaande andere godsdiensten of heidense ongelovigen. De intellectuele dwangbuis van oude dogma's uit Bijbel, Talmoed of Koran die in strijd zijn met moderne wetenschappelijke ontdekkingen maken het moderne gelovigen niet eenvoudig om zich te verzoenen met hun geloof.
In georganiseerde godsdiensten verwerven priesters, imams, rabijnen een hoog aanzien en macht door het feit dat zij bemiddelaar spelen tussen God en hun gelovigen. Een katholieke biechtvader kan meekijken in de meest verborgen krotten van de menselijke ziel. Met een verticale en horizontale 'swipe'-beweging veegt hij tijdens de biecht jouw zondig zieltje terug schoon zodat je ongegeneerd opnieuw kunt beginnen 'zondigen'.
Om na deze waslijst van 'zonden' niet meteen elke vorm van religie overboord te gooien is het nuttig een onderscheid te maken tussen wat georganiseerde godsdiensten met hun machtstructuur allemaal uitspoken en het effect dat de religieuze beleving kan hebben voor een individu. In georganiseerde religies zal men zowel het allerhoogste en jammer genoeg ook het allerlaagste wat een mens kan bereiken terugvinden. Zowel de meest hoogstaande mensen zoals de heilige Franciscus, de heilige Teresa van Avila en pater Damiaan als het addergebroed van de Borgia's behoren tot dezelfde kerk.
Seculier opgegroeide mensen kunnen moeilijk weten of een gevestigde religie een hulpmiddel is om te groeien in bewustzijn. Door mijn langdurig contact jaren later met enkele atheïsten en vrijzinnige collega's met een zeer open geest uit het research milieu, werd mij scherp duidelijk wat ik allemaal gemist heb. Maar het heeft mij ook goed doen aanvoelen wat zij als ongelovigen, allemaal zijn misgelopen in hun leven. In onze discussies had ik vaak het gevoel dat zij met hun vrij materialistische opvattingen een dimensie van het leven misten. Mystieke ervaringen, buitenzintuiglijke waarnemingen, leven na de dood van het lichaam, zelfs het begrip ziel werd door hen al te gemakkelijk in de vuilbak gekieperd.
Mijn atheïstische vrienden hebben iets van vissen die niet beseffen dat ze zwemmen in het water. Ze hebben iets van vliegende vogels die niet weten dat ze gedragen worden door de lucht.
Als ik na al die jaren de 'balans opmaak van mijn jeugd' ben ik blij dat ik kon opgroeien in een religieus systeem dat mij heeft leren bidden, vasten en delen met andere mensen. Al die rituelen en erediensten bevorderen de geestelijke groei als men ze bewust beleeft.
Mijn puberale geloofscrisis heeft mij achteraf wel bevrijd van het verstikkend netwerk van geboden en dogma's waarin ik gevangen zat. De priester, de paus of de "Bijbel' hoefden voor mij niet meer te dicteren wat ik mocht en vooral moest denken. Hun opgelegde regels en doctrines waren oogkleppen waardoor ik blind was voor belangrijke aspecten van het leven. Alleen al het lezen van enkele werken uit de lijst van verboden boeken die toen op de fameuze index stonden werd een veropenbaring. Als men leeft met geloofoogkleppen ben je eigenlijk getrouwd met je overtuigingen en vooropgezette meningen. Die oogkleppen geven je anderzijds als gelovige troost, hoop en betekenis aan je leven.
Vele vaste kerkgangers blijven dan ook hun hele leven lang trouw aan hun geloofsgemeenschap en voelen zich daar goed bij; zelfs als hun wereld wordt omver geblazen door ziekte, dood of rampspoed. Zoals een wijs man ooit zei:“Het is erg goed in een sekte geboren te worden, maar heel verkeerd erin te sterven”.
Als men bewust leeft, zal men de geërfde godsdienst en de kinderlijke fixatie op vormen van het verleden stilaan loslaten. Zelfs de grote heiligen die binnen de kerk gebleven zijn, hebben vaak zware problemen gekend met het gezag van hun oversten en het keurslijf van allerhande regeltjes. Als al de geboden en verboden van een religieus systeem al te zeer knellen, zoekt men een andere religie die niet autoritair is of begint men spiritueel ongebonden te leven. Men zoekt zijn weg verder zonder zich nog te verbinden of te identificeren met religieuze autoriteiten en haalt inspiratie uit allerlei geestelijke tradities.
De zoektocht en het spiritueel 'shoppen' om zichzelf, maar vooral anderen te imponeren met een nieuwe meditatiemethode, allerlei geheime riten of het gunstig effect van edelstenen op je chakra's kan dan beginnen. Het is tegenwoordig zelfs trendy geworden om kinderen te laten opgroeien zonder godsdienst of te laten kiezen tussen meerdere godsdiensten tegelijkertijd met het idee in het achterhoofd: ze moeten van alles eens geproefd te hebben vooraleer ze kunnen kiezen.
Is het echt zinvol kinderen eens te laten proeven van allerlei godsdiensten? Men kan die maturiteit die hiervoor nodig is niet verwachten van kinderen en jonge mensen. Daarom is het beter een bepaald religieus systeem minstens tijdelijk te laten volgen. Men volgt een spiritueel pad en gaat dit een heel eind omdat al die rituelen en spirituele praktijken elkaar aanvullen en opvolgen. Wie voortdurend van religie of spiritueel systeem verandert, doet een beetje zoals iemand die zich halverwege op de weg omdraait en terug loopt naar een ander vertrekpunt.
Hoewel een volwassen persoon beter de impact van bepaalde religieuze praktijken kan inschatten, is het zonder degelijke begeleiding zomaar religieuze oefeningen doen soms weinig nuttig of zelfs niet zonder gevaar. Wie van het ene systeem naar het andere overschakelt en zonder begeleiding ademhalingsmethodes of allerlei meditatieoefeningen uitprobeert, hoeft niet verwondert te zijn dat er weinig geestelijke ontwikkeling of vorderingen uit voortkomen. Elk van die oefeningen en praktijken hebben hun waarde als ze in een geordend systeem gedisciplineerd in de juiste volgorde worden uitgevoerd. Men kan het vergelijken met turnoefeningen van verschillende moeilijkheidsgraad die ook een na een worden beoefend om geen nodeloze kwetsuren op te lopen.
Een onervaren, religieuze 'shopper' kan door verkeerde keuzes van de oefeningen de geestelijke winst die hij had bereikt met bepaalde oefeningen volledig te niet doen. Religies hebben letterlijk eeuwen en eeuwen gewerkt aan de verbetering van al hun geestelijke oefeningen. Die geërfde wijsheid gooit men zo maar niet al te lichtzinnig overboord met het devies: 'Ik weet zelf wel wat goed is voor mijn ontwikkeling'. Misschien kan men door eerst een geestelijke leidsman of een goeroe op te zoeken op de langere termijn wel betere en rijpe vruchten oogsten.
Religies hebben krachtige symbolen en rituelen die ons kunnen helpen in onze moeizame opgang naar een meer bewuste vorm van leven. Ze verschaffen ons een praktische discipline om nieuwe vermogens te ontdekken van onze geest en ons hart door spirituele oefeningen te doen en door een toegewijde manier van leven.
Met dank aan:
Armstrong, K: De kwestie GOD. De toekomst van religie. De Bezige Bij, Amsterdam, 509 blz ,2009
Dawkins, R.: (2006), God als misvatting. Amsterdam: Nieuw Amsterdam Uitgevers. Eyskens,M.:Veelal. Een theorie van alles. Uitg. Lannoo Tielt, 2015, 272 blz
Fortune; D.: De mystieke Kabbala. Schors V.O.F. uitgeverij, 253 blz, 2012
Kousbroek, R.: Een interview met Rudy Kousbroek in 'Leven zonder God: elf interviews over ongeloof' van Harm Visser. Uitg. Veen, 2003, 192 blz
Myers, D.: The funds, friends and faith of happy people. American Psychology,55 (1),56-57 Newberg, A. D'Aquili, E &. Rauser, V: Waarom God niet verdwijnt. De neurologie van de mystieke en religieuze ervaringen. Het Spectrum, Utrecht 2002, 208 blz.
Ortberg, J.: Jezus Impact. Ark media, 2014, 287 blz
Provoost, A: Beminde ongelovigen: atheïstisch sermoen, Querido’s uitgeverij bv, Amsterdam/Antwerpen, 2008 Somerville, J: The Decline of the Secular University. New York/ Oxford University Press; 2006 135-136
Teilhard de Chardin, P.: Het verschijnsel mens. Aula-boeken, Utrecht/Antwerpen, 1958 Tiger, L & Mcguire, M: Het goddelijke brein. Het evolutionaire nut van religie. Lannoo. 2011, 231 blz
Van den Berg, F.:Hoe komen we van religie af? Een ongemakkelijke liberale paradox. Houtekiet/Atlas, Antwerpen/Amsterdam, 2009, 156 blz
Verhofstad, D: Atheïsme als basis voor de moraal. Houtekiet, 2013, 325 blz
Meest recente reacties
23.05 | 13:29
Heb een aantal ongeveer 10 cm lange dunne vuur-rode wormen in mijn vijver gevonden Heb ook een foto maar rode kleur is niet duidelijk.
27.07 | 12:00
Mooie website
25.07 | 13:42
heb nog snel je tekst eens doorgenomen en heb besloten een paar door jou geciteerde auteurs eens grondiger te lezen. is dat niet positief???
27.11 | 10:53
Zeer origineel. Fantastisch
42 De raven zij zaaien niet, zij maaien niet.
Een parabel die erg moeilijk te ‘verteren’ valt, is deze: “Kijk eens naar de vogels. Ze zaaien niet, ze maaien niet en ze bewaren geen voorraden in schuren.” De jonge predikant voegde eraan toe: ”Wees niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten.” Ha neen, hoor ik je al zeggen! Ieder mens met gezond verstand in zijn hoofd denkt dadelijk: kijk maar naar wat er gebeurt met mensen die er maar op los leven en alles laten waaien. Vroeg of laat worden ze geconfronteerd met de simpele waarheid van ‘de krekel en de mier’ en moeten ze gaan bedelen, lenen of stelen om in leven te blijven.
Zelfs mensen die verschrikkelijk hun best deden, werden in de geschiedenis niet gespaard van hongersnoden. Door oorlogen, extreme weersomstandigheden, plantenziekten, massaal optreden van plaagdieren, armoede en zelfs door een belegering of een bewuste politiek van uithongering werden hele volkeren getroffen door hongersnoden waardoor miljoenen mensen gestorven zijn in de grootste ellende. Je moet daarvoor zelfs niet eens in het verleden of in onderontwikkelde landen gaan zoeken. Zelfs nu, leven miljoenen mensen met een hongerige maag en kunnen hun kinderen niet voldoende voeden om gezond groot te worden. Het “wees niet bezorgd van wat je gaat eten” komt hard aan bij die mensen.
En dat vogels en andere dieren niet bezorgd zouden zijn en geen voorraden voedsel zouden aanleggen, klopt natuurlijk ook niet met de werkelijkheid. Niet alleen eekhoorns leggen een wintervoorraad aan om de barre wintertijd te doorstaan. Ook hamsters, muizen en ratten hamsteren noten en vruchten net zoals sommige vogels. Gaaien verzamelen in september tot oktober massaal eikels. Die worden eerst één voor één in de krop verzameld en dan vliegt de gaai met die eikels in de krop en één in de snavel naar zijn leefgebied om ze in de grond te verstoppen als wintervoorraad. Een gaai verstopt elke herfst zo maar liefste enkele duizenden eikels weg in de grond. Zo helpt de gaai bij het heraanplanten van bossen want de eikels die in de winter niet worden teruggevonden, groeien soms uit tot een nieuwe eik.
Zelfs de raven die de jonge predikant expliciet vermeld in deze parabel met ‘de raven, ze zaaien niet en maaien niet en hebben geen voorraadkamer of schuur’, hamsteren net zoals de kauwen en eksters wel voedsel voor de winterperiode. Vinken, kepen, boomklevers en mezen doen dat ook door het verstoppen van beukennootjes.
Wat bedoelt de jonge predikant dan met deze uitspraken? “Wees niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten en ook niet voor uw lichaam, wat ge zult aantrekken. Het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding. Hoeveel meer zijt gij dan de vogels! Trouwens, wie van u is in staat met al zijn tobben aan zijn levensweg een el toe te voegen?”
Hij voegt eraan toe om zijn uitspraak te verduidelijken: “Let eens op de bloemen, hoe zij groeien: zij spinnen noch weven. Toch zeg ik u: zelfs Salomo in al zijn pracht was niet gekleed als een van hen. Als God nu het veldkruid, dat er vandaag nog staat en morgen in de oven wordt geworpen, zo kleedt, hoeveel te meer dan u, kleingelovigen. Vraagt dus ook gij niet, wat ge zult eten en wat ge zult drinken, en wees niet ongerust. Want dat alles jagen de heidenen in de wereld na. Uw vader weet wel, dat gij dat alles nodig hebt. Maar zoekt dan zijn Rijk, dan zullen die dingen erbij gegeven worden.”
De sleutel om deze parabel te begrijpen ligt in de uitspraak dat je als kleingelovige die alleen maar bezig is met het najagen van materiële noden het vertrouwen mist in de krachten van dit universum. Je dagelijkse behoeften aan materiële dingen verdwijnen in het niet als men op zoek gaat naar de hogere vormen van bewustzijn. De levenswijze van de jonge predikant die zelfs geen steen had om zijn hoofd op te laten rusten en van zoveel heiligen bewijzen maar al te zeer dat men met minimale materiële behoeften volmaakt gelukkig kan leven.
Sint Franciscus, die eerst als zoon van een rijke koopman er op los leefde, koos na krijgsgevangenschap en langdurige ziekte voor een nieuw leven. Een leven in dienst van ’Vrouw Armoede’ en zorg voor de melaatsen. Hoe rijk hij was als mens blijkt maar al te duidelijk uit zijn uniek en wondermooi gebed.
Heer, maak mij tot instrument van uw vrede:
laat mij liefde brengen waar haat is,
eenheid waar mensen verdeeld zijn,
vergiffenis aan mensen die zwak zijn,
laat mij hoop geven aan wie niet meer hoopt,
geloof aan wie twijfelt;
laat mij licht brengen waar het duister is
en vreugde waar mensen bedroefd zijn.
Heer, help mij
niet zozeer om zelf gelukkig te zijn als om anderen gelukkig te maken;
niet zozeer om zelf begrepen te worden als om anderen te begrijpen;
niet zozeer om zelf getroost te worden als om anderen te troosten;
niet zozeer om bemind te worden als om te beminnen;
want als ik geef, zal mij gegeven worden,
als ik vergeef, zal mij vergeven worden,
als ik sterf, zal ik voor eeuwig leven.