10 Is de hoogste mens heilig?

Laten we vooraf enkele kromme opvattingen over heiligen bij seculier opgevoede mensen uit onze lekenstaat terug rechttrekken. Moderne jongeren hebben doorgaans vastgeroeste opvattingen over heiligen die we maar beter als 'heilige huisjes' omver kegelen. Om te beginnen, heiligen zijn geen flauwe Zebedeusen, of mietjes met een gouden aureooltje rond hun hoofd en een hoog falsetstemmetje die braafjes op hun knieën blijven zitten. Als we het leven van echt diep religieuze mensen onderzoeken, blijken het stuk voor stuk sterke persoonlijkheden te zijn die grenzen hebben overschreden waar de gewone mensen blijkbaar niet toe in staat zijn. Het hoeven daarom nog geen religieuzen te zijn die omwille van hun sterk geloof werden gefolterd, gestenigd, gekruisigd of in kerkers werden opgesloten.

De overgrote meerderheid van de heiligen lagen tijdens hun leven ferm overhoop met de goegemeente of met het instituut Kerk. Vraag het maar aan de heilige Augustinus, de heilige Franciscus of onze pater Damiaan. Bij zijn oversten had Damiaan een reputatie als lastpost en koppigaard. Damiaan nam te veel initiatieven die zijn oversten niet wisten te waarderen. Hij kwam constant vragen naar kleren, bouwmaterialen, hulpgoederen en helpende handen voor zijn melaatsen. 'Heilig' zijn, betekent gewoon 'heel zijn' en een religieus mens in de oorspronkelijke betekenis van het woord, is iemand die zich tracht te verbinden met zijn oorsprong. Men kan die oorsprong ook de Oerbron noemen of de Kosmische energie, of er het etiket God op plakken. Iemand die religieus is weet zich verbonden met iets dat het gewone alledaagse en waarneembare overstijgt.

Een heilige geeft altijd voorrang aan het Grote Geheel en laat zijn ego verdwijnen of uitdeinen tot het grote Geheel.

Hij ziet de hele levensboom en zorgt ook voor de zieke en misvormde blaadjes waar anderen geen aandacht aan besteden. Die aandacht voor erg zieke, bijna afgestorven 'blaadjes' was er overduidelijk bij pater Damiaan die als eerste ging samen leven met de melaatsen op het totaal geïsoleerde eiland Molokai.

We leven hier in ons land in een democratische samenleving waarin we zogezegd allemaal gelijk zijn. Het mooie aan onze democratie is dat we elk individu zonder uitzondering zijn rechten geven. Zowel een supergenie als een bijna idioot heeft één stem in het politieke spel. Zowel een minister als een bedelaar moeten zich voor een rechtbank verantwoorden bij een misdaad. Dit verworven recht van elk individu houdt geen rekening met afkomst of kapitaalkracht. Het is onze beste garantie tegen dictators of elitaire clans die de macht naar zich willen toetrekken. De prijs die we als samenleving hiervoor betalen is wel dat we de waarde van het politieke oordeel van een supergenie dus gelijk stellen aan het waardeoordeel van de bijna idioot. De massa, zeg maar Jan modaal, bepaalt wie de macht krijgt. Dit socialistisch idee van 'we zijn allemaal gelijk' sluipt meer en meer in onze denkwereld en wordt onterecht toegepast op alle facetten van het leven. Het leidt naar een hopeloze vervlakking.

We weten natuurlijk maar al te goed dat 'we zijn allemaal gelijk' de grootste onzin is die er bestaat. Als jij de 100 m loopt in 10 sec en ik kom pas 3 seconden later over de meet dan hoeft daar geen tekeningetje bij. Als jij honderd kg gezwind boven je hoofd tilt en ik stuik al in elkaar bij dertig kg, dan is het voor mij niet zo moeilijk te aanvaarden dat jij sterker bent. Op het fysieke vlak aanvaarden we die ongelijkheid nog tamelijk gemakkelijk. Het nooit geziene succes van moderne sporthelden, stervoetballers en wielergoden is precies de herkenning van hun fysieke superioriteit.

Het aanvaarden van die verschillen tussen mensen wordt al iets moeilijker als men het over mentale en intellectuele eigenschappen heeft. Kenmerken als IQ, geheugen, wilskracht, verbeelding en creativiteit zijn wel min of meer meetbaar en brengen gradaties aan die al tot uiting komen in de keuze van het onderwijsniveau. Als je iemand ziet sukkelen met het oplossen van een eenvoudige vierkantsvergelijking en zelf speel je met differentiaalvergelijkingen, dan wéét je ogenblikkelijk dat je een veel grotere wiskundige kennis hebt. Men kan moeilijk ontkennen dat er enorme verschillen zijn in de mentale en intellectuele capaciteiten van mensen. Maar wie open en eerlijk is met zichzelf zal ook hier gemakkelijk aanvoelen of de ander slimmer, fantasierijker, wilskrachtiger of taalvaardiger is en dat ook aanvaarden.

Maar hoe zit het eigenlijk met graden van bewustzijn? Kan men ook aanvoelen of iemand een hoger geestelijk niveau heeft bereikt? Wie voldoende zelfkennis heeft en eerlijk is met zichzelf heeft daar weinig moeite mee. Jammer genoeg zijn deze beide eigenschappen zelden terug te vinden bij de meerderheid van de bevolking. Men beperkt doorgaans zijn leven tot datgene wat men kent. Men blijft bij het devies: soort zoekt soort en is blind voor al wat hoger is.

Een goed hulpmiddel om uit die beperkte horizon te komen is jezelf situeren in enkele modellen die de verschillende niveaus van menselijk bewustzijn weergeven. Met enkele klassieke spiegels, eentje uit het Westen met de behoeftepiramide van A. Maslow en eentje uit het Oosten met de piramide van Kushi, kunnen we ons zelf misschien beter inschatten waar we staan. We kunnen in onze verbeeldingen de trappen van deze piramiden op en af lopen zodat we beter aanvoelen waar we thuishoren. Het is natuurlijk niet de bedoeling mensen in hokjes te stoppen of vast te pinnen met een etiket. Mensen kunnen veranderen en stijgen of dalen op deze piramidetrappen. Bekijk deze indeling eerder als een leerinstrument waarbij je jezelf kan testen door zowel naar boven te klimmen als naar onder af te dalen. Af en toe maakt er eentje zelfs een reuzensprong van een paar trappen naar boven. Die persoon zal bijvoorbeeld plotseling heel zijn leven omturnen en totaal van levensstijl veranderen. De apostel Paulus die in Damascus door een bliksemschicht plotseling te veel licht had gezien is het prototype van de ''bekeerling'. Af en toe tuimelt er eentje van hoog naar beneden en belandt hij in de goot want 'Het kan verkeren,' zei Bredero.

Is de psychisch gezonde mens religieus?

In de spiegel kijken doe je om jezelf te leren kennen. De kwaliteit van de spiegel is bepalend voor de kwaliteit van het beeld dat je te zien krijgt. Als je ooit in een spiegelpaleis de kromme en misvormde beelden hebt gezien, weet je wat er bedoeld wordt. Om jezelf te kunnen spiegelen aan het beeld van de psychisch gezonde mens hebben we geen ideaalbeeld nodig maar wel een aantal kenmerken, die typisch zijn voor psychisch gezonde mensen. De Amerikaanse psycholoog A. Maslov heeft een groot gedeelte van zijn lange leven gewijd aan die poging. In tegenstelling tot veel van zijn voorgangers zoals Freud, Adler en zelfs Jung onderzocht hij vooral gezonde mensen die gelukkig leefden. Hij stelde vast dat mensen leven volgens een hiërarchie van levensbehoeften. De meest primaire en vitale behoeften zoals zuurstof, voedsel en slaap moeten eerst bevredigd worden. Wie naar adem snakt, heeft op dat ogenblik geen behoefte aan een goed boek. Pas als de fundamentele behoeften bevredigd zijn, kan gedacht worden aan de volgende behoefte zoals veiligheid. Indien die verzekerd is, begint men aan de volgende behoeftebevrediging: liefde en affectie tot men uiteindelijk zijn hoogste doel vervullen kan: nl. zelfverwerkelijking.

Naar welke behoeftebevrediging gaat jouw levensenergie?

1 Lichamelijke behoeften: Dit zijn de bijna zuiver biologische en fysiologische behoeften zoals, ademen, eten, drinken, ontlasting, slapen, maar ook lichamelijke zaken zoals sport, comfort en seks. Maslow noemde dit de Lagere fundamentele behoeften. Men kan zichzelf pas verwezenlijken of groeien als de fundamentele behoeften minimaal bevredigd zijn.

2 Behoefte aan veiligheid betekent zowel de veiligheid van het eigen lichaam zoals beschutting tegen koude of warmte met kleren en een dak boven het hoofd, als de inter-persoonlijke veiligheid door materiële welstand te verwerven en vrij te zijn van gevaren. Het individu gaat beveiliging zoeken in een georganiseerde kleine of grote groep. Dit kan bijvoorbeeld de buurt, het gezin of het bedrijf zijn. Om ons veilig te voelen hebben we huisvesting, werk en relaties nodig. In goed ontwikkelde samenlevingen wordt onze veiligheid maximaal gegarandeerd door het leger, politie en een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid.

3 Onze behoeften aan liefde, affectie en genegenheid worden vervuld door familieleden, vrienden, de primaire en grotere groepen van gemeenschappen zoals de voetbalclub, het dorp, of stad, het volk, het land. Die behoeften aan saamhorigheid en vriendschap zorgen voor positieve, sociale relaties en vormen het fundament van onze samenleving.

4 De ego-behoeften of behoefte aan persoonlijke waardering en erkenning. Men heeft nood aan vertrouwen en verwezenlijkingen waardoor men respect en herkenning krijgt van de anderen. Men wil zijn aanzien in groepsverband verhogen en hecht belang aan zijn status in sociaal verband.

5 Behoefte aan zelfverwerkelijking en persoonlijke groei door zelfopvoeding. Het ontwikkelen van zijn mentale groeimogelijkheden, het verwerven van kennis en het bevredigen van esthetische behoeften wordt erg belangrijk op dit niveau. De mens wil creatief bezig zijn, hecht belang aan moraal en leert feiten te aanvaarden zoals ze zijn en men schuift al zijn vooroordelen aan de kant.

6 Behoefte aan zelftranscendentie. In het eerste model van Maslow eindigde zijn behoeftepiramide bij nummer vijf in de rubriek 'zelfactualisatie'. Pas in de latere fasen van zijn leven splitste hij het item 'zelfactualisering' op in twee delen en legt hij de nadruk op een nog hoger niveau: zelftranscendentie. De mens wil boven de dualiteit van het zinnelijke, materialistische leven uitstijgen en een bovenzinnelijk bewustzijn ervaren. Het is duidelijk dat ieder mens eerst aan zijn fundamentele, lagere behoeften moet voldoen vooraleer hij verder kan ontwikkelen. Wie honger heeft, zoekt eerst voedsel, wie het koud heeft zoekt eerst warmte en beschutting. Volgens Maslow zitten we steeds gekneld tussen de fundamentele behoeften van het behoud en de groeibehoefte naar nieuwe ervaring. Wie dus wil groeien zal de veilige vertrouwde haven van thuis en omgeving stilaan moeten afbouwen en het gevaar en de risico's van het onbekende moeten opzoeken. Men moet de vaste gewoonten en patronen durven verlaten om nieuwe ervaringen op te doen.

Mensen die deze stappen wagen zijn volgens Maslow psychisch gezonde mensen die zichzelf verwerkelijken. Hij heeft hun kenmerken samengevat in een interessante lijst. Als we op de kenmerken 8, 9 en 12 letten dan krijgt men een totaal ander beeld van de zogezegd wereldvreemde 'heiligen'.

1 Zelfactualisatie: de gezonde mens gaat de werkelijkheid effectiever waarnemen en er gemakkelijker mee omgaan. Het valse, het onechte en onoprechte onderkent hij gemakkelijker in zichzelf en in andere mensen. Hij gaat altijd uit van het devies: eerst de feiten. Niet oordelen, laat staan veroordelen vooraleer je voldoende degelijk feitenmateriaal hebt verzameld. Zelfs al hebben ze niets te maken met wetenschap ze zullen die wetenschappelijke methode in hun leven toepassen en veel nodeloze ellende door vooroordelen en te snelle conclusies kunnen vermijden.

2 Aanvaarding van zichzelf, de anderen en de natuur: psychisch gezonde mensen hebben weinig schuldgevoelens, schaamte, angst of verdedigingsmechanismen. Ze aanvaarden complexloos de dingen des levens zoals: seks, ontlasting, menstruatie of ouder worden.

3 Spontaneïteit: ze hebben een eenvoudig, spontaan en natuurlijk gedrag. Ze zoeken geen effectjagerij om hun ego een beetje op te krikken en zijn vaak onconventioneel.

4 Probleemgericht: ze staan in het leven meer probleemgericht dan ego-gericht. Ze hebben hier een missie of een taak te verrichten.

5 Het vermogen om afstand te nemen en de behoefte aan privacy. Ze houden er van om af en toe eens "alleen" te zijn in afzondering. Ze staan boven de partijen en hebben een objectieve kijk op de dingen.

6 Autonomie, onafhankelijkheid van cultuur en omgeving. Ze staan zelfstandig in hun leefmilieu en kunnen zich losmaken van de dwingende sociale druk die uitgaat van: mijn familie, mijn vaderland, mijn taal, enz. Die luxe kan men zich uiteraard alleen maar veroorloven als de basisbehoeften zoals voedsel, kleding, veiligheid, enz. verzekerd zijn.

7 Ervaren het dagelijkse als nieuw. Ze zien de goede dingen van het leven op een naïeve en frisse wijze. Ze aanvaarden en verwelkomen het met dankbaarheid en verwondering.

8 Mystieke ervaringen. Ze kennen met momenten een gevoel van extase en van oneindigheid. Ze voelen zich soms verdwijnen in een kosmisch gevoel zoals dat tijdens het seksueel orgasme beleefd wordt.

9 "Gemeinschaftsgefühl". Ze leven mee met de gehele mensheid. Geen onverschilligheid, maar een gevoel van "alle mensen zijn broeders" beheerst hun leven.

10 Diepe menselijke verhoudingen. Met hun vrouw of man; hun kinderen en enkele goede vrienden bouwen ze echte diepe relaties uit. Geen oppervlakkige verbintenissen die bij de minste moeilijkheid worden afgebroken.

11 Democratische karakterstructuur. Ze zijn vriendelijk tegenover ieder die zich prettig gedraagt ongeacht zijn sociale klasse, opvoeding, politieke overtuiging, ras of huidkleur. Ze willen eigenlijk van iedereen die iets te bieden heeft iets leren.

12 Zijn echt religieus. Ze bewandelen "de weg des Heren" en doen goed zonder daarom de gangbare normen te volgen. Zelfs al noemen ze zich atheïst, ze gedragen zich volgens de gedragsregels die alle grote godsdiensten voorschrijven.

13 Gevoel voor humor: ze kennen een milde zelfspot, maar zijn niet vanuit de hoogte, kleinerend of sarcastisch.

14 Creativiteit: dit laatste is onbeslist hun meest universele kenmerk.

Al eeuwenlang heeft men in Oosterse landen die door Boeddhisme, taoïsme en hindoeïsme gevormd werden een meer spiritueel en minder materialistisch beeld van de mens. Hun beeld van het universum en de mens kan men erg concreet ervaren bij een bezoek aan de grootste boeddhistische tempel ter wereld: de Borobudur op het Indonesische eiland Java. De Borobudur is gelegen op een natuurlijke heuvel ten noordwesten van Jogjakarta. Het tempelcomplex werd om de heuvel heen gebouwd in verschillende terrassen. Het bevat honderden nissen en stupa's met reliëfs die het leven van Boeddha weergeven. Zeg maar, een geestelijk versteend stripverhaal voor zijn volgelingen van vóór de boekdrukkunst.

Een bezoek aan de Borobudur is het begin van een pelgrimstocht voor de spirituele zoeker. Een rondgang is als een initiatiewandeling die de bezoekers letterlijk en figuurlijk moet verheffen en spiritueel doet herleven. Het is een opgang die vertrekt van het dagelijkse leven in de laagste smalle gangen beneden naar het volmaakte nirwana; d.i. het vrije platform bovenaan. De Borobudur is een open trappenpiramide met zes vierkante terrassen die naar boven toe steeds kleiner worden en met drie bovenste terrassen die rond zijn en geen buitenmuren hebben. Als men van de hoofdingang vertrekt en steeds linksaf buigt en terras na terras volgt, ziet men de reliëfs in de logische volgorde van de drie sferen: wenssfeer, vormsfeer, amorfe sfeer. Elk terras betekent een verlossingsstadium.

Het is telkens een opstapje in de moeizame opgang van de mens naar een hogere graad van bewustzijn. Op het spirituele pad dient men de zeven graden van bewustzijn te doorlopen om net zoals Boeddha de hoogste top van Verlichte Meester te bereiken. Boven op de tempel staan dan ook geen beelden meer. Hier zit men in de amorfe sfeer. De onversierde hoofdstupa symboliseert de verlichting. Onzichtbaar van buiten af bevinden zich onder die stupa nog twee lege kamertjes: de totale leegte of het nirwana. De reeks vormloze stupa's van het hoogste terras wordt bekroond door een gouden piek, die schittert in de zon. Voor boeddhisten is de Borobudur een stenen rozenkrans van 504 Boeddhabeelden en 1460 versierde panelen.

In het Oosten werden de mensen vroeger ingedeeld in zeven types zoals in het piramidemodel van Kushi. Het hoogste niveau was de ware, vrije mens; de laagste mens was de ‘hongerige duivel’. Elke type heeft zo een plastische naam die gemakkelijk te onthouden is. Iedere trap heeft zijn eigen Godsidee en dat zal wel erg nuttig zijn voor die mensen op dat niveau. De overgrote meerderheid van alle mensen leeft in de wereld van de drie lagere niveaus. Onder de mensen van de drie lagere categorieën is er voortdurend strijd en onenigheid aan de gang.

1 De "hongerige duivel" kan alleen maar nemen. Hij leeft met een 'mechanische' respons en denkt in het geheel niet aan anderen. Hij strijdt of vlucht zoals een dier zou doen en reageert instinctief. Al zijn daden zijn in feite 'spontane, ogenblikkelijke reacties': blind en zonder oordeel. Hij neemt én neemt alleen maar. Zijn liefde is vooral een blinde, mechanische aantrekking. Zijn motto is : "Geef me, geef me!", ofwel, "Help mij, help mij !". Zijn leven wordt gedomineerd door het verzamelen van persoonlijke rijkdom of door het verzorgen van eigen lichamelijk en materieel comfort. Mensen die hun horizon beperken to deze primaire behoeften worden misschien wereldrecordhouder hamburgers eten en vereren Bacchus, de Romeinse god van de wijn, van de roes en van de dronkenschap.

2 Het "Getemde huisdier" wordt gedreven door zinnelijk genot en liefde. Zo een mens zoekt alleen plezier en comfort. Hij leeft vanuit een zintuiglijk oordeel en heeft iets van de spontane reacties van baby’s die ofwel lachen, ofwel schreien. Wie zijn levenshorizon wil beperken tot zinnelijk genot en dit wil optimaliseren wordt een echte hedonist zoals Epicurus.

3 De slaaf leeft volgens een sentimenteel oordeel van liefde of haat. Hij is niet alleen slaaf van eigen begeerten maar ook nog slaaf van anderen en leidt daardoor een monotoon, eerder afgestompt leven. Hij kiest voor routinewerk. Alle slaven hangen af van anderen of van een andere meester. Ze klagen, maar blijven toch volgen. Door gebrek aan zelfdiscipline laten ze anderen toe hun leven te regelen. Hier een koffiepauze, daar een vakantiedag; ze leven in een staat van slavernij van dag tot dag zonder het zelf te beseffen. De geschiedenis heeft ons nog vrij recent een paar machtige beelden bezorgd van een volgzame massa met een echte schapenmentaliteit. Denk maar aan de wild enthousiaste aanhangers van Hitler tijdens zijn opzwepende speeches, of de betogende, hysterische volgelingen van Kohmeini na de fatwa tegen Salman Rusdie. Hallucinant was vooral het feit dat geen enkele van de uitzinnige betogers het boek "De duivelsverzen" kenden of er een letter van hadden gelezen!

Deze drie types van mensen vormen de "bestuurde massa". Ze kunnen in opstand komen, maar gewoonlijk zijn ze tevreden met hun lot zolang het comfortabel en warm blijft. Slechts een gering aantal hiervan zullen ooit hun vrijheid herkennen en trachten zichzelf te veranderen. Het zijn de mensen die afgebeeld worden op de onderste drie lagen van de Borobudur. Het is de wereld van het menselijke verlangen dat wordt beïnvloed door negatieve impulsen. 

4 De mens of "Hito (=Japans voor persoon) is de eerste echte mens. De 'dwalende vlinders en intellectuelen' die fladderen van idee naar idee, en van cultuur naar cultuur zonder echter iets te vinden. De ‘hito’ heeft sympathie voor andere mensen en leeft grotendeels volgens de natuurwetten, maar heeft nog niet voldoende inzicht om zichzelf te kennen. Soms zal hij zelfzuchtig zijn en soms altruïstisch. Hij leeft nog vaak met het intellectuele principe van gelijk of ongelijk hebben en stelt zich vele vragen over het leven. Vele drop-outs en beginnende zoekers staan op dit niveau. Maar om te vinden moet men echt zoeken! De volgende drie types vormen de besturende klassen. Zij schrijven de scenario’s in het leven die andere spelen. Zij plannen, reguleren en schrijven voor.

5 De wijze mens zoekt naar de zin van zijn leven en tracht voor zichzelf uit te maken wat is goed en wat is kwaad. Hij heeft de drie lagere niveaus ingeschat en komt voor zichzelf tot de conclusie dat hij zeker dat niet wil. Hij leeft volgens de ‘orde van het universum’ zegt men in het Oosten. In het Westen zegt men: hij leeft volgens Gods geboden. Hij begint zichzelf te kennen, weet waar hij naar toe wil en is bereid daar andere zaken voor op te offeren.

6 De heilige geeft een opvoedende liefde aan anderen en leeft volgens het principe wat is rechtvaardig en wat is onrechtvaardig. Hij tracht het begrip van andere mensen te verhogen en vertrouwt op de Orde van het Universum. Hij beseft dat zijn leven moet uitgaan van een of andere discipline en hij streeft ernaar deugdzaam te leven. Confucius was zo iemand die de levenswijze onderwees, en die de nadruk legde op het welvoeglijk gedrag in sociale aangelegenheden, en op dankbaarheid van kinderen voor hun ouders. Hij suggereerde hoe een moreel en rechtvaardig leven te leiden. In het Westen is de heilige de hoogste mens, maar in het Oosten erkenden de mensen nog één soort hoger, nl. de vrije mens.

7 De vrije mens leeft met een allesomvattende, hoogste liefde. Het woord hiervoor is SEN NIN, wat letterlijk 'bergmens' betekent. De vrije mens verspreidt voortdurend de Orde van het Universum, door zijn leven en handelingen in zijn gewoon dagelijks gedrag. Hij kan bekend of ongekend zijn, maar door zijn verspreiding van geluk maakt hij anderen gelukkig. Hij schrijft geen morele code voor, maar hij heeft een intuïtief begrip van wat de weg is voor het geluk van alle mensen. Lau-tze is hier een voorbeeld van. Dit is het hoogste niveau van de Borobudur waar de mens niet langer beperkt wordt door fysieke en materiële verlangens.

***

De grote meerderheid van de bevolking beperkt zijn horizon tot de wereld van de primaire en sociale behoeften. Gelukkig hebben uitzonderlijke mensen die we in het tipje van de piramide van Maslow en Kushi kunnen situeren hun potentieel ten volle ontwikkeld tot heilige en vrije mensen.

Of iemand religieus is, wordt dus niet bepaald door de dogma's, leringen en morele regels waarin hij of zij gelooft. Dat zijn hoogstens tijdelijke hulpmiddelen geweest in hun geestelijke groei. Essentieel is dat religieuze mensen van hun leven een kunstwerk maken waarin ze zichzelf ten volle hebben ontplooid. In plaats van ons blind te staren op de mensen die blijven aanmodderen, kunnen we ons beter spiegelen aan religieuze en vrije mensen waarbij de grens tussen hun ego en de Bron verdwenen is. Ze hebben een universele liefde.

1 De Bijbelfiguur Zebedeüs was een welgestelde visser in Galilea die leefde in de eerste eeuw na Christus en is de vader van de apostelen Johannes en Jacobus.

2 De Japanner Michio Kushi (1926-2014) en zijn leermeester Oshawa introduceerden de macrobiotiek in het Westen.

Met dank aan

Galjaard, H.: Alle mensen zijn ongelijk. Uitgeverij Balans, 1994

http://www.groeiacademie.be/content/blog/de-7-niveaus-van-het-bewustzijn/

Kushi, M & A. Jack: Een wereld van vrede. De kunst van het balanceren van tegengestelden. Genmai. Amsterdam, 1985:

Maslow, A.H.: Towards a Psychology of Being. Ed. Princeton,NJ Van Nostrand, New York, 1968

Maslow, A.H.: Motivation and Personality. 3rd Ed. Harper & Row, New York, 1987

Rochette, F.: Hoe maak ik mijn levensplan. Een praktische gids om jouw levensdoelen te vinden. SWP, 2013

Epiloog

Het jarenlang aanslepend dilemma 'geloven of niet geloven in God' is voor mij definitief begraven. Het godsbegrip zoals het door de georganiseerde boekgodsdiensten werd voorgesteld was voor mij niet langer houdbaar. In mijn brein zit misschien wel een erg actief 'reliekwabje' of een 'fel opflitsende godspot' maar de Hogere Werkelijkheid zal je daar niet vinden. Mijn geloof in de Dragende Grond is door ervaren, 'weten' geworden en het stadium van 'God proberen te vangen in woorden en begrippen' is al lang achter de rug.

De Diepste Grond heeft niet het gezicht van een persoonlijke God, want dat zou betekenen dat er een beeld gecreëerd werd van 'mijn God', een projectie van mijn vermeende, betere zelf. Van zodra men God verpersoonlijkt op mensenmaat trapt men in de val van 'verafgoden en aanbidden' en dat is het werk van ons ego. Het inzicht en het aanvaarden dat het Onpeilbare of het Koninkrijk Gods in onze Innerlijke Burcht te vinden is en dat we vanzelf in contact komen met de Oorspronkelijke Bron als ons ego verdwijnt, werkt bevrijdend.

Als men al die ballast van foute ideeën over God overboord heeft gegooid, is de kleine door de mens geschapen 'god' opnieuw God geworden. Men kan dan eindelijk als eendagsvlieg meedansen in de eindeloze zwerm van het Eeuwig Bewegend Universum.

Literatuur

Armstrong, K: Een geschiedenis van God. Vier duizend jaar Jodendom, christendom en islam. © Anthos- Baarn/Amsterdam; 510pp

Bhagwan Shree Rajneesh: Seeds of revolutionary thought. Motilal Banasidass Indological Publishers & Booksellers © Rajneesh Foundation, Poona Delhi 1978 200pp

Bhagwan Shree Rajneesh: The shadow of the Bamboo. Initians talks between Master and disciple. © 1984 Rajnees Foundation International. Rajneeshpuram, Oregon,USA

Blaise Pascal, Pensées, § XXII, Éd. Guillaume Desprez (édition originale dite de Port-Royal), 1670.

Böhme, J.: Het leven voorbij de zinnen. (De Vita Mentali) © Uitgev. Altamira Heemstede 1989 83 pp

Csikszentmihalyi, M.: Flow Psychologie van de optimale ervaring. Uitgeverij Boom Amsterdam 1999: 384 pp

De Wit, H.F: De Verborgen bloei. Over de psychologische achtergronden van spiritualiteit. Uitgeverij Ten Have 12de druk © 2006, 318 blz

Du Sautoy, M.:Wat we niet kunnen weten. Verkenningen langs de randen van onze kennis.. Uitgeverij Nieuwezijds, 2017, 400 blz

Dyer, Dr Wayne W.; Inspiratie Je ultieme roeping. Uitg. Bruna Utrecht © 2006 2275 blz Fortune, d.: De mystieke kabbala (The Mystical qabalah). Een sleutel tot de kennis der wetten van geest, ziel en lichaam. Uitgeverij Shors - Amsterdam © 1992, 290 p.p. Kahneman, D.:Ons feilbaar denken. Thinking, fast and slow. Uitg. Bussiness Contact, Amsterdam/Antwerpen, 11de druk, ©2012, 527 blz

Krishnamurti, J. Het ik als geweld Toespraken en gesprekken. deel 4 Engeland. Uitgev. ANKH- Hermes bv Deventer © 1978 108 pp

Meester Eckehart. Inleiding en bloemlezing door Jacques Benoit. 2de druk 1984 Uitgev. Ankh-Hermes Deventer 127 p.p..

Naimy, M.: Het boek van Mirdad. Een vuurtoren en een veilige haven voor hen die hunkeren naar de overwinning. De Rozekruis-Pers, 2006, 295 pp

Kushi, M.: An introduction to oriental diagnosis. Red Moon Press, London,1976

Picknett, L & Prince, C.: Het geheime boek der Grootmeesters. Maria Magdalena, Johannes de Doper en de ware identiteit van de Messias. Tirion, Baarn,1997, 114 pp Pierrakos, E.: Pad-werk: werken aan jezelf of juist niet? Uitgeverij ANKH - Hermes bv- Deventer, 1992, 295 pp

Schucman, H & Thetford,W.: Een Cursus in Wonderen. Tekstboek Werkboek Handboek voor leraren Foundation for inner peace. ECIW Uitgeverij Ankh-Hermes bv Deventer ©1999 Spalding, B.T.; De Meesters van het verre Oosten. Uitgeverij Sirius en Siderius, Den Haag, 2013,615 pp Tolle, E.: Een nieuwe aarde. De uitdaging van deze tijd. Uitgeverij Ankh Hermes Deventer © 2005

Walsch, N. D.: Een ongewoon gesprek met God. (vert. Conversations with God) Het boek dat uw leven verandert! Kosmos Z&K Uitgevers BV, Utrecht ©1997; 208 blz

Yanofsky, N.: Wat je brein te boven gaat. De grenzen van wetenschap, wiskunde en logica. Uitg: Atlas Contact, Uitgeverij 2014, 480 pp

Meest recente reacties

23.05 | 13:29

Heb een aantal ongeveer 10 cm lange dunne vuur-rode wormen in mijn vijver gevonden Heb ook een foto maar rode kleur is niet duidelijk.

27.07 | 12:00

Mooie website

25.07 | 13:42

heb nog snel je tekst eens doorgenomen en heb besloten een paar door jou geciteerde auteurs eens grondiger te lezen. is dat niet positief???

27.11 | 10:53

Zeer origineel. Fantastisch

Deel deze pagina