2 God vangen in woorden, beelden of symbolen? '

 

God', wie of wat is dat eigenlijk? Laten we gemakkelijkheidhalve beginnen met een basisopleiding 'God voor Dummies' zoals we die indertijd in ons katholieke Vlaanderen te verwerken kregen. Een mooi en afgelijnd antwoord op die vraag tover ik zo uit mijn geheugen en komt nog uit de catechismus die we in onze jeugdjaren letterlijk, met punten en komma's van buiten moesten leren. Voor de jongere generaties, een catechismus is een opsomming van de leer van een kerkgenootschap waarin al zijn dogma's voor leken begrijpelijk worden uitgelegd. Omdat ze een middel zijn bij de catechese, worden ze vaak in vraag- en antwoordvorm uitgegeven. Uit die fameuze 'Catechismus' die gebruikt werd in alle bisdommen van België van in de jaren vijftig van vorige eeuw komt het 'enige en juiste' antwoord. Vraag voor het vierde leerjaar:

"Wat is God?" God is een zuivere geest, oneindig volmaakt, Schepper, Heer en Meester van hemel en aarde, oorsprong en einddoel van alle dingen." Voilà! zo simpel was dat. Als toelichting kwam dan de vraag voor het vijfde leerjaar: "Waarom zegt men dat God een zuivere geest is? "Men zegt dat God een zuivere geest is, omdat Hij niets in zich heeft dat onder de zinnen valt, en omdat Hij op generlei wijze afhankelijk is van de stof." Er werd in die tijd verondersteld dat je als tienjarige door deze toelichting wist wat een zuivere geest is en dat God een 'Hij' is, was vanzelfsprekend. Niemand stelde daar trouwens vragen over. De kerkelijke overheid gaf ons een mooie definitie van God en als goedgelovige en brave schapen aanvaardden we die waarheden als heilige koeien. Dat antwoord uit de verouderde catechismus is natuurlijk al lang passé en ondertussen zijn bijna alle herders uit de ware schaapstal verdwenen. Veel schaapstallen staan grotendeels leeg, of zijn zelfs definitief gesloten als kerk en omgevormd tot een restaurant, vergaderruimte of museum. Het instituut Kerk mag hier in West Europa dan al aan arteriosclerose in de hoogste graad lijden, maar daarom is God nog niet verdwenen uit de harten van de mensen.

Om te weten of er zo iets als 'God' bestaat, moeten we natuurlijk eerst inzien wie of wat 'Hij', of 'Zij,' of 'Het' wel is. Een definitie van het Opperwezen zou dan wel nuttig zijn, al was het maar om te begrijpen in wat men eigenlijk gelooft. Het is erg belangrijk te beseffen dat die vraag stellen een denkactiviteit is van het verstand. Denken is het scheppen van grenzen, daarom zoekt het verstand naar definities, dw. het aflijnen en omschrijven van een begrip. Zelfs de subtiele en erg voorzichtige geformuleerde definitie van God zoals die van de Nederlandse filosoof T.A. Smedes “God is de naam die ik geef aan het mysterie achter en verborgen in onze waarneembare werkelijkheid” schreeuwt het uit: 'Ik weet het niet, het is een mysterie!

Laten we het voorlopig houden bij een breed gedragen omschrijving van God zoals die bij de grote godsdiensten leeft; Voor hun gelovigen is God almachtig, alwetend en algoed. Die onstoffelijke schepper zou een mensvriendelijke God zijn die in alle omstandigheden de mens centraal stelt. Uiteraard is dit Opperwezen zelf niet geschapen en heeft het altijd bestaan want het is eeuwig.

Wie niet denkt en louter voelt zoals een dier of een jong kind komt dichter bij het bestaan en versmelt ermee. Als we hoofdzakelijk in ons hoofd leven met begrippen worden we geïsoleerd van het echt bestaan. Dan zitten we letterlijk gevangen in ons hoofd en leven we op een eiland. Door te denken analyseren we de wereld in stukjes en kennen we alleen fragmenten van het bestaan maar nooit het geheel.

Wie vanuit zijn hart leeft, voelt het geheel en zal de werkelijkheid in zijn totaliteit ervaren. Wanneer het verstand tussen komt, ben je verdeeld en is de buitenwereld ook verdeeld. Een jonge man of een jonge vrouw die wil weten wat een "kus' is, gaat toch geen definitie lezen van wat een zoen eigenlijk is. Wat heb je aan: 'een zoen of een kus is het met de lippen aanraken van iets anders, gewoonlijk een ander persoon'. Wat stelt die schrale verstandelijke bepaling nu voor vergeleken met een hartstochtelijke kus van een verliefd koppel die beide van de kaart veegt van de opwinding?

Taal is ons belangrijkste communicatiemiddel maar het is ook zoals de Bono zegt: "In zekere zin een museum van onwetendheid". Elk woord en elk begrip is in de taal terechtgekomen in een fase van relatieve onwetendheid in verhouding tot onze ervaring nu. Maar de woorden en begrippen zijn door de taal tot onveranderlijkheid bevroren en het zijn deze woorden en begrippen die we moeten gebruiken om met de realiteit van alledag om te gaan. Als we een definitie van iets kunnen geven, leven we even in de waan dat we nu weten wat het ding is. Met definities geven we een samenvattende beschrijving in woorden van een begrip. Het te bepalen 'ding' wordt goed afgelijnd en beperkt met andere begrippen zodat we het kunnen herkennen. Als we dus een definitie willen geven van God, proberen we het Opperwezen te vangen in woorden. 

Al ooit getracht water of lucht te scheppen met een visnet? Klinkt niet alleen belachelijk, maar is het ook. Al ooit getracht het zalig gevoel van die eerste glimlach van jouw kind te vatten in woorden? Of om het met een citaat van de filosoof Wittgenstein te zeggen: "Woorden kunnen niet eens het aroma van een kopje koffie beschrijven. Hoe zouden ze dan de Onpeilbare met woorden kunnen definiëren?" Zelfs dichters en beeldende kunstenaars weten hoe beperkt 'taal' is om intense levenservaring weer te geven. Het is niet omdat we denken dat 'alles kan gezegd of geschreven worden' dat het ook te vergelijken is met de echte levenservaring. Alle belangrijke dingen zoals 'leven' of 'liefde' zijn niet in taal uit te drukken, hoe zouden we 'God' dan kunnen definiëren met woorden, klanken of symbolen?

Wij beseffen niet meer dat woorden slechts geraamten zijn die verwijzen naar de werkelijkheid. Neem nu het woordje 'boom'. Nog nooit in mijn leven heb ik twee bomen gezien die in de verste verte nog maar op elkaar lijken. Idem dito voor de woorden 'blad of vrucht'. In mijn jonge jaren werkten wij tijdens de vakantie in onze perzikboomgaard. Duizenden perziken zijn door mijn handen gegaan en geen twee keer heb ik dezelfde perzik in mijn handen gehad. Zelfs hun smaak, ook al werden ze van dezelfde boom geplukt, was steeds verschillend. Het unieke en eenmalige van echte levenservaringen is nooit in woorden of beelden te vangen. In onze door de media gestuurde moderne cultuur zijn we zo gewoon geworden om via vlotte praters en tv-beelden naar de werkelijkheid te 'kijken' dat we niet meer beseffen hoe ver die kunstmatige wereld, die we via woorden en beelden gecreëerd hebben, verwijderd is van de echte werkelijkheid. Daardoor leven we allemaal in een persoonlijke illusiewereld.

De klassieke vraag van reporters en journalisten om hun onderwerp te verduidelijken en concreter te maken zodat lezers, kijkers of luisteraars het beter zouden begrijpen is natuurlijk:"Wat moet ik mij daarbij voorstellen?" Diezelfde vraag kreeg ooit een bisschop op TV tijdens een interview over God: "En monseigneur hoe moet ik mij God dan voorstellen?", vroeg de journalist. Dat het voorstellingsvermogen van de mens veel te beperkt is om dit Grote Geheel te vatten, kwam bij die journalist niet eens op in zijn hoofd. Het woord 'God' is voor seculier opgegroeide mensen al jaren zijn vervaldatum gepasseerd. Het is in de moderne samenleving onbruikbaar geworden omdat iedereen er een andere inhoud aan geeft.

Het begrip 'god', al of niet met hoofdletter, is een grote vuilbak geworden waar letterlijk alles wordt ingestopt van het allerhoogste én jawel het allerlaagste wat een mens bedenken kan. Ons modern godsidee is culturele nonsens die niets voorstelt, tenzij een referentiekader voor de bedienaars van bepaalde godsdiensten die er hun gezag aan ontlenen. Zij spelen bemiddelaar tussen de door hun godsdienst gedefinieerde 'god' en de gelovigen.

We zouden de klassieke vraag 'geloof jij in God', beter niet stellen, of ze desnoods wijzigen in 'geloof jij in het Bestaan of in de Onbenoembare', of beter nog 'vertrouw jij jezelf toe aan de Levensbron.' Dan verliezen al die dwaze etiketten van 'gelovige' of 'ongelovige'; deïst of goddeloze atheïst grotendeels hun betekenis. God kan niet gevangen worden in woorden en zeker ook niet in beelden of symbolen, noch in gebarentaal of Chinese tekens. God is naamloos, want niemand kan iets over hem zeggen of weten. Misschien is Hij meer iets zoals deken Inge van St. Paul’s Cathedral zegt: "Maar God, Wiens centrum overal is en Wiens omtrek nergens, kan niet in een diagram worden gepast. Hij is eerder het doek waarop de voorstelling geschilderd is, of de omlijsting waarin ze is gevat.”

Het verbod van de godheid of zijn profeet af te beelden of te verwoorden of te verklanken komt bij verschillende godsdiensten in verschillende vormen voor. Het is geen toeval dat er in de loop van de geschiedenis bij elke religie ergens een wijze opstond om goedgelovigen te zeggen dat het dom is om 'God', Allah of welke naam het Opperwezen ook kreeg te willen vangen in een beeld of in een woord of in een klank. In het Oude Testament worden de simpele zielen die God afbeelden als een gouden kalf al door Mozes op hun nummer gezet. Christenen mogen de naam van God niet ijdel gebruiken. Volgelingen van Mohammed mogen geen afbeelding maken van hun profeet. De Joden mogen zelfs de naam van Jahweh niet uitspreken. Waarom is dat zo? 

De uitleg is vrij eenvoudig. Die religieuze voorschriften dienen om te beletten dat men de grootsheid en oneindigheid van het Opperwezen' zou beperken tot een beeld, een woord of een klank en dit zou aanbidden. Het Onbenoembare willen vangen in een woord, of een begrip, een beeld of een klank is Het Heilige terug brengen naar een menselijk maat. Het getuigt van een domme arrogantie de Creatieve energie die het Heelal stuurt die we meestal bij gebrek aan beters God; Allah enz. noemen, te willen vangen in zo iets beperkt als onze begrippen die wij vertalen in woorden. Woorden zijn slechts papieren bootjes op de levensoceaan en zullen nooit de vlucht van een vlinder kunnen weergeven, laat staan de grootsheid van Het Al. De mens die Het Al wil vatten in een symbool, een beeld, een woord of een klank is als een druppel water die de machtige stormen op de oceaan zijn onbenullig willetje wil opleggen. Het getuigt van een onbewuste geest om dit volmaakte en Oneindige Wezen weer te geven in een beeld of tekening.

Hoe meer die belachelijke voorstellingen die mensen zich maken van 'hun God' in gruizelementen wordt geschopt, hoe beter. Als een kunstenaar Jezus aan het Kruis afbeeldt met een erectie geeft dat de 'vrome katholieken' natuurlijk een schok. Haar of zijn geliefde Jezus met de status van God zoals die leeft in hun verbeelding wordt door die obscene afbeelding onderuit gehaald. Trouwens, niemand weet hoe Jezus of Mohamed er in werkelijkheid uitzag. Mijn fantasiebeeld is dus evenveel waard als dat van jou, of dat van een of andere kunstenaar uit de renaissance; of als dat van een moderne cartoonist, nl. niets. Die voorstelling of die afbeelding van de profeet of God heeft nul komma nul werkelijkheidswaarde.

Zolang mensen hun eigen fantasietjes willen geloven, leven ze in een kinderlijke droomwereld. Die heilige huisjes onderste boven schoppen zou bevrijdend moeten werken voor iemand die naar waarheid zoekt. Eigenlijk zouden rechtgeaarde gelovigen die zogenaamde heiligschenners dankbaar moeten zijn. Alleen waarheid bevrijdt. En de waarheid is dat niemand, letterlijk niemand weet hoe die profeet of God eruit ziet. Zelfs deze uitdrukking: 'hoe Hij eruit ziet' beperkt ons voorstellingsvermogen tot 'zien' meer zelfs, we herleiden God tot ons beperkt spectrum van zichtbaar licht. Dus hoe meer dwaze cartoons er verschijnen van God, Mohammed of Jezus hoe beter. Denken al die kleingelovigen die zich beledigd voelen nu echt dat de grootheid van God of zijn profeet onderuit gehaald wordt door een onnozel cartoontje in een weekblad? Ze voelen zich beledigd in hun geloof. Ze hebben iets van ontgoochelde kinderen die hun heilige Sinterklaas zien veranderen in nonkel Jan of buurman Jef. De ontmaskering kan een shockelement en een groeistoot naar volwassenheid geven, of jammer genoeg ook voor primitieve naturen tot een aanval met kalasjnikovs. De meeste volwassenen zijn vriendelijk genoeg om kleine kinderen het plezier van hun geloof in Sint Niklaas niet te bederven voor hun acht tot tien jaar. Hoe een volwassen mens reageert op een ontmaskering van zijn waandenkbeelden hangt af van zijn graad van bewustzijn.

Laten we ons geen illusies maken. Het overgrote deel van de mensen heeft een erg besloten en bijna vastgeroeste voorstellingswereld waar niet aan geraakt mag worden. Als je hun voorstellingswereld en geloofsovertuiging bekritiseert, worden ze getroffen in hun comfortzone en daar blijf je als buitenstaander maar beter af. Vraag het maar aan Salman Rushdie en aan de overblijvende familieleden van de cartoonisten van Charlie Hebdo in Parijs.

Waarom al die antwoorden op de vraag, wie of wat is God, totaal onvoldoende zijn heeft te maken met het feit dat we het te definiëren 'onderwerp' God onmogelijk kunnen kennen. Daarenboven moeten we rekening houden met de beperkingen van taal als medium en met de selectieve en erg beperkte opbouw van ons werkelijkheidsbeeld via de zintuigen. De Ultieme Werkelijkheid willen proppen in een mentaal kader en er een zelf gesneden beeld van maken dat we dan aanbidden is dan ook dwaas.

Met dank aan:

de Bono, E.: Het gelijk aan mijn kant. Denken zonder oogkleppen. ©Veen uitgevers - Utrecht/Antwerpen.1990 , 295 blz

Smedes,T.A: God en de menselijke maat. Gods handelen en het natuurwetenschappelijk wereldbeeld. © Boekencentrum B.V. 2006, 242 blz

Van der Stap, T: De weg van Eckhart. Uitgeverij Meinema Zoetermeer, Pelckmans Kapellen, 2005, 122 blz

Verhack, I.: Wat bedoelen wij wanneer wij God zeggen? © Uitgeverij Pelckmans/ Klement Kalmthout, 2011;223 blz http://www.hetkatholiekegeloof.nl/catechese/catechismus/ Catechismus ten gebruike van alle bisdommen van België met goedkeuring van alle bisschoppen van het land, 1954,

Meest recente reacties

23.05 | 13:29

Heb een aantal ongeveer 10 cm lange dunne vuur-rode wormen in mijn vijver gevonden Heb ook een foto maar rode kleur is niet duidelijk.

27.07 | 12:00

Mooie website

25.07 | 13:42

heb nog snel je tekst eens doorgenomen en heb besloten een paar door jou geciteerde auteurs eens grondiger te lezen. is dat niet positief???

27.11 | 10:53

Zeer origineel. Fantastisch

Deel deze pagina